Haitink viert zijn eigen jubileum op meesterlijke wijze

PETER VAN DER LINT

Klassiek

Bernard Haitink/ Concertgebouworkest

Debussy en Bruckner

*****

Na vier jaar stond Bernard Haitink donderdag, vrijdag en zondag weer in zijn functie van eredirigent voor het Koninklijk Concertgebouworkest. Alles pais en vree nadat er bij Haitink wrevel was ontstaan over het vermeende hem-over-het-hoofd-zien bij het 125-jarig jubileum van het orkest in 2013. En omdat het blazoen weer opgepoetst was, kon men nu samen Haitinks éigen jubileum vieren. Zestig jaar geleden debuteerde hij als 27-jarige bij het Concertgebouworkest.

Bij dit soort evenementen hangt er toch een soort geladen, afwachtende spanning in de zaal, die tot en met de allerlaatste stoel uitverkocht was. Toen Haitink opkwam, niet vanaf de grote trap maar van de zijkant, ontlaadde die spanning zich en zwol het applaus aan tot orkaankracht. Ook de musici op het podium klapten enthousiast mee, ze waren overduidelijk opgetogen dat ze weer onder Haitink mochten spelen.

Dat bleek vervolgens in een wel heel bijzonder concert waarin de dirigent twee van zijn grote liefdes, Debussy en Bruckner, combineerde. De 'Prélude à l'après-midi d'un faune' werd ingenieus gekoppeld aan de 'Trois Nocturnes', alsof het een vroege nocturne was. Schitterend hoe Haitink hier tegen het tempo duwde of er juist aan trok, waardoor je een auditieve imitatie kreeg van een lavalamp waarin kleurige vloeistof-blubs zich heel organisch losmaken van het geheel. En zo'n blub plaatste Haitink dan op superieure wijze bij een opvallende modulatie. Absoluut meesterlijk hoe Haitink in deze muziek met stilte werkte. Iemand beweerde ooit dat de mooiste muziek in de stiltes ertussen te horen is. Bij Haitink is dat een absolute waarheid.

De schoonheid in de Zevende symfonie van Bruckner die na de pauze klonk, of beter: gecelebreerd werd, was hors concours. Haitink had de partituur voor zich, maar hield al snel op met het omslaan van de bladzijden. Deze muziek zit zo diep begraven in Haitinks wezen, in elke vezel van zijn lijf dat die à la minute oproepbaar is. De noten stroomden uit zijn geheugen via armen en handen naar de musici. Als een schilder die zijn palet weggegooid heeft en de kleuren slechts beschrijft.

Hoogtepunt: vier Wagnertuba's vol van weemoed, onvoorstelbaar mooi samenspelend met vier hoorns. De verbinding met die stille, hemelse fluitsolo van Kersten McCall in Debussy's 'Prélude' helemaal aan het begin van het concert werd als vanzelf gelegd. Er zit maar zes jaar tussen deze twee zo verschillende stukken. Haitink verbond ze op unieke wijze en tilde de musici boven zichzelf uit.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden