Haar broers moesten weg

Tussen onschuld en schuld zit vaak een kleine stap. De rechter ziet dat wekelijks.

Ivo Barends

De verdachte, 33 jaar, heeft vaak ruzie met zijn vrouw. Eind november liep zo’n ruzie helemaal uit de hand. „Zij had mijn bankpasje gepakt, zonder iets te zeggen”, vertelt de verdachte aan de rechter. „Toen ik vroeg waarom, begon ze te schreeuwen. Ze zei woorden die niet acceptabel waren!”

De man zou daarop zijn vrouw in het gezicht geslagen hebben. Dat valt wel mee, vindt hij zelf: „Ik heb haar gezicht even met de toppen van mijn vingers aangeraakt en haar op de arm gestompt.” Vast staat dat de situatie escaleerde: de vrouw belde haar familie. Binnen een paar minuten stonden er drie broers voor de deur om hun zusje te helpen. Moeder kwam ook mee.

„Die oudste broer zei dingen tegen me die ik hier niet kan herhalen”, vertelt de verdachte. „En hij sloeg me. Toen was ik de kluts kwijt en ben ik naar de keuken gegaan om dat broodmes te pakken.”

„Waarom?”, wil de rechter weten.

„Ze moesten mijn huis uit. Die broers kwamen niet om te praten.”

„En wat deed u met dat mes?”, vraagt de rechter.

„Zwaaien. Ik riep: ’Rot op!’ ’Ga weg!’”

Op de tenlastelegging staat dat de man ’stekende bewegingen’ met het mes maakte. De officier van justitie wil daarom dat hij gestraft wordt voor ’poging tot zware mishandeling’.

De rechter wil weten waar de punt van het mes naar toe wees. „Omhoog”, zegt de verdachte. De rechter pakt zijn pen en houdt die boven zijn hoofd: „Zo?”.

„Ja, zo.”

„En u zwaaide er ook mee.”

„Een beetje. Die broer riep: als je een man bent vecht je met je blote handen.”

De officier van justitie acht de poging tot mishandeling van de broer bewezen. „Uit de aangifte komt duidelijk de intentie van verdachte naar voren. Ik zie geen noodweersituatie.” Ook de mishandeling van de echtgenote acht de aanklager bewezen. „Je moet dit met woorden oplossen, niet met daden.” Ze eist twee maanden voorwaardelijk en een leerstraf: een ’huiselijk geweldtraining’, twaalf sessies van tweeënhalf uur.

De advocaat van de man wijst erop dat zijn cliënt het mes alleen boven zijn hoofd hield. „Hij heeft deze situatie niet opgezocht. Die broers kwamen zijn huis binnen en niet om even gezellig koffie te drinken.” Over het slaan van de echtgenote zegt hij: „Mijn cliënt had geen intentie om zijn vrouw letsel toe te brengen.” Als de verdachte het laatste woord krijgt, zegt hij: „Als zij niet, zoals elke keer, haar familie erbij had betrokken was het nooit zover gekomen.”

De rechter vindt zowel het huiselijk geweld als de steekpogingen bewezen. „U zegt zelf dat u uw vrouw gestompt heeft. U was zeer geëmotioneerd. Uit het dossier krijg ik de overtuiging dat u ook stekende bewegingen naar de broers gemaakt heeft.” De man krijgt een maand voorwaardelijk en de huiselijk geweldtraining. Een echtscheidingsprocedure loopt al.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden