Grote eters, grote prooien
Kleine beesten voeden zich vaak met prooi van minder dan 45 procent van hun eigen lichaamsgewicht, grote vleeseters neigen er juist toe de tanden te zetten in beesten van meer dan de helft van hun eigen gewicht. Dat concluderen Britse biologen in Nature (18/11) na bestudering van het eetpatroon van vleeseters tot 21,5 kilo - een vos, jakhals, das en de aardwolf, en grote hond- en katachtigen van boven de 25 kilo.
De kleintjes krijgen hun maaltijd rond met kleine prooien, aangevuld met ongewervelde beestjes, waarvan het in de natuur wemelt. Grote vleeseters hebben zoveel energie nodig dat het supplement uit de ongewervelde wereld geen zoden aan de dijk zet: ze moeten wel groot gaan tafelen en ontkomen niet aan prooi op het menu van half hun eigen gewicht. Beren vormen met hun dieet van bessen en vis een uitzondering.