GroenLinks meeste groene, PVV meest grijze partij
De tegenpolen op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid zijn GroenLinks en de PVV. Ook de PvdA en D66 mogen een groene rand rond hun verkiezingsprogramma trekken. Het CDA komt met haar magere scores in het CPB-rapport Keuzes in Kaart nog het dichtst in de buurt van de asgrijze PVV.
Duurzame energie krijgt bij de PvdA en GroenLinks de meeste ruimte. Net als D66, ChristenUnie, VVD, SP en SGP voldoen de plannen van deze partijen aan de Europese doelstellingen. De PVV en CDA halen de Europese normen niet.
De PVV is ook de enige partij die niet wil investeren in windenergie en biomassa.
Door de maatregelen van VVD, PvdA, CDA, SP, D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP neemt de emissie van broeikasgassen af. De grootste afname wordt bereikt met het pakket van GroenLinks. De PVV is ook hier de uitzondering; de emissie neemt bij deze partij alleen maar toe.
Het is vooral de inzet van meer groene energie ten koste van fossiele brandstoffen waarmee partijen de uitstoot van schadelijke gassen willen terugdringen. GroenLinks voert daarnaast een kolenbelasting in die zo hoog is dat de elektriciteitsproductie door kolencentrales wegvalt.
Dan de Ecologische Hoofdstructuur, een stiefkindje in het kabinet Rutte-Verhagen. GroenLinks, D66 en SP zien de noodzaak van een robuustere en grotere Ecologische Hoofdstructuur. VVD, CDA, PVV en SGP zien dat anders. Door hun bezuinigingsplannen loopt de uitbreiding van de EHS vertraging op, wat nadelig is voor de biodiversiteit.
Een grotere EHS gaat verdroging tegen en voorkomt versnippering zodat de kansen voor een duurzaam behoud van planten- en diersoorten toenemen. GL, D66 en SP willen natuurgebieden met elkaar verbinden door landbouwgronden aan te kopen. Bij GroenLinks is de beoogde natuuruitbreiding zo groot dat hiervoor gronden onteigend zullen moeten worden. Nadeel hiervan zijn de hogere kosten.
GroenLinks en D66 scoren ook goed bij de zogeheten beleving van natuur en landschap. GroenLinks geeft extra geld uit aan groene gebieden rondom de steden en, net als D66, aan agrarisch natuurbeheer.
De lijst die de VVD aanvoert, is er eentje waarop de partij liever een wat minder prominente plek had ingenomen. De beschermer van de automobilist blijkt de onbetwiste filekampioen. Ook bij de PVV, eveneens wars van 'automobilistje pesten', nemen de files fors toe.
Dat de files bij de VVD toenemen, komt mede door de forenzentaks waar de liberalen vanaf willen. Daardoor stijgt het gebruik van de auto met 2 procent en neemt het gebruik van het openbaar vervoer met 2 procent af.
Bij de partij die zoveel mogelijk wil inzetten op openbaar vervoer, GroenLinks, nemen de files spectaculair af. Dat komt vooral door de kilometerheffing waardoor rijden in de spits 10 cent per kilometer gaat kosten. Volgens het CPB neemt het autogebruik daardoor met ruim 20 procent af terwijl het openbaar vervoer met 20 procent groeit.
Stichting Natuur & Milieu noemt het opvallend dat de plannen van VVD, CDA en PVV leiden tot een toename van de files hoewel zij het meeste investeren in nieuwe wegen. "De andere partijen scoren beter doordat zij uitgaan van een kilometerheffing en/of belasting van de woon-werkvergoeding'', aldus de milieuorganisatie.
Milieudefensie wijst erop dat de doorrekeningen van de verkiezingsprogramma's duidelijk uitwijzen dat het invoeren van kilometerheffing nodig is om de filedruk te verlagen. "De doorrekeningen laten zien dat je files niet oplost met meer wegen maar met minder auto's", aldus Milieudefensie. "De keuze van de VVD voor steeds maar meer asfalt voldoet niet en brengt wél schade toe aan natuur en milieu. Met een kilometerheffing gaat een goed milieubeleid hand in hand met bereikbaarheid."