Greidanus is bang om zijn identiteit te verliezen Dienstweigeraar blijft op zijn strepen staan
LEEUWARDEN - “Er zijn mensen die me ontlopen. Misschien zijn ze bang voor het standpunt dat ik inneem”, zegt dienstweigeraar Lieuwe Greidanus uit Leeuwarden. Hij vindt dat hij het Nederlandse leger niet kan dienen. Hij vreest dat dan zijn Friese identiteit in gevaar komt.
“Mijn hele denken is verbonden met de Friese taal. Als ik het leger in moet, word ik daar op een zeer abrupte manier van afgesneden, en word ik tevens op mijn loyaliteit aangevallen.” Bij zijn weten is nog nooit een dienstweigerprocedure op deze gronden gevoerd. Vervangende dienstplicht is voor hem geen probleem, zolang hij - vanzelfsprekend - in dienst is van een Friese instelling.
Greidanus acht theoretisch de kans aanwezig dat hij ingezet zou kunnen worden tegen de Friese bevolking: “Al jaren wordt voor miljoenen aan gas uit Friesland weggehaald. Wij zien niets terug van die opbrengsten. Ik kan me voorstellen dat de Friese bevolking op een dag daar de straat voor op gaat. Stel nu dat het uit de hand loopt, en dat het leger ingezet moet worden. Dan zou ik misschien tegen mijn eigen mensen moeten optreden, en dat is voor mij een onmogelijke zaak.”
De dienstweigeraar spiegelt nog een ander hypothetisch geval voor: “Het is nooit een onmogelijke zaak om te denken dat we in Europa oorlog zouden kunnen krijgen. Wie had ooit gedacht dat Nederlanders naar Joegoslavie zouden gaan om te vechten? Stel dat het zover komt dat ik tegen Duitsland ingezet word. Dan moet ik misschien tegen de Oostfriezen vechten. Met hen voel ik me echter meer verbonden dan met de Nederlanders. Tegen die mensen zou ik nooit de wapens willen en kunnen opnemen.”
De zeer politiek bewuste Greidanus nam op 20-jarige leeftijd de beslissing dat hij onmogelijk het Nederlandse leger in kon. Niet alleen wil hij geen fysiek geweld tegen andere mensen gebruiken, bovendien zet hij vraagtekens bij de manier waarop het Nederlandse leger met de Friese identiteit omgaat. “Het leger is er voor de Nederlandse staat, en ik ben het helemaal niet eens met de manier waarop die ingericht is. Den Haag is een delegerende instantie. Daar wordt bepaald wat er hier gebeurt. Ik ben dan ook een voorstander van een federale staat. Bewoners moeten zelf uitmaken hoe het in hun eigen regio reilt en zeilt.”
“Wij hebben in Friesland zo'n 700 000 inwoners. Dat betekent dat de rest van Nederland, zo'n veertien miljoen mensen, mee zouden beslissen over onze zaken. Dat is toch te gek. Ik wil ook geen invloed hebben op het politieke beleid in Limburg”.
Voor de Leeuwarder bestaat er geen Nederlandse nationaliteit. “Als ze in officiele papieren vragen naar mijn nationaliteit, dan vul ik altijd de Friese in. Ik kan heel moeilijk omschrijven wat het Fries-zijn voor mij betekent. Misschien is het te vergelijken met het geloof. Het Fries-zijn zit gewoon in mijn binnenste.” Hij gaat niet zover in zijn idealisme dat hij pleit voor een apart Fries leger. Wel ziet hij in Belgie een goed voorbeeld. Daar heb je verschillende afdelingen voor Frans- en Vlaamstaligen. Zo zou binnen het Nederlandse leger ook een Friese afdeling kunnen komen.
De 23-jarige, kersvers afgestudeerde, jongerenwelzijnswerker is zijn vervangende dienstplichtprocedure begonnen met het in het Fries schrijven van zijn brieven aan het Bureau Gewetensbezwaren. Zijn eerste brieven werden geaccepteerd, maar na enige tijd werd toch gevraagd om een vertaling, die Greidanus vervolgens weigerde. “Ze hebben blijkbaar de eerste brieven begrepen, anders hadden ze meteen wel aan de bel getrokken. Dan kunnen ze de rest ook wel proberen te lezen.”
Defensie antwoordde met een ultimatum, op straffe dat de procedure niet voortgezet zou worden. “Ik vind het allemaal zeer vreemd. Defensie zou toch dienstbaar moeten zijn aan inwoners met een specifiek karakter”, verklaart Greidanus. “Het is raar dat ze dan mijn brieven niet in behandeling willen nemen, terwijl ik toch de tweede rijkstaal gebruik. Bovendien heb ik een voorbeeld meegestuurd, waaruit blijkt dat in een soortgelijk geval Friese brieven wel werden geaccepteerd.”
Greidanus weigert te buigen voor de eisen van Defensie en stuurt zijn brieven nog steeds in het Fries, zodat er momenteel weinig schot in de zaak zit. Hij hoopt dat er binnenkort duidelijkheid komt, zeker gezien het feit dat hij als lijsttrekker van de FNP, de Friese Nationale Partij, in Leeuwarden deelneemt aan de gemeenteraadsverkiezingen. “Mijn dienstweigerprocedure staat volledig los van mijn lijsttrekkerschap. Ik ben van mening dat het een prive-kwestie is.”
Greidanus vindt niet dat hij extreem is in zijn gedachtengang, ondanks dat hij bereid is heel ver te gaan: “Als ze me niet toelaten in de dienstweigerprocedure, dan moeten ze me maar komen halen. Ik vecht immers voor erkenning van mezelf. Als je onze taal niet aanvaardt, aanvaard je de mensen die haar spreken, ook niet.”