Gouden regen

Anniek van den Brand schrijft elke week over familie - en alles wat daarop lijkt.

ANNIEK VAN DEN BRAND

a.vandenbrand@trouw.nl

Bomen kappen. Dat is een van de eerste dingen die ik deed toen ik in dit huis kwam wonen. Een zieke perenboom, een kers die de woonkamer verduisterde, een prikkende hulst die een enorme hoek besloeg, een blauwe regen met wortels zo dik als mannenarmen, een kronkelwilg die de keuken de adem benam - weg moesten ze.

Het licht van het zuiden wilde ik zien, in de hoop dat het mijn heimwee zou oplossen.

Geamuseerd sloeg de buurvrouw me gade. Of ik wel voorzichtig deed, vroeg ze, toen ik gewapend met een enorme snoeitang op de schuur klom, om het gevecht aan te gaan met een hedra die het dak overwoekerde.

En of ik één boom alsjeblieft wilde laten staan: de gouden regen op de grens van haar en onze tuin. Die stond er al toen zij hier ruim veertig jaar geleden kwam wonen, en ze was ervan gaan houden.

Bij mijn allereerste bezoek aan het huis was-ie me al opgevallen. Een uit de kluiten gewassen V, met twee flinke stammen die naar de hemel reikten. Het moet mei zijn geweest, want de boom bloeide uitbundig; zonnig en geel.

Maakt u zich geen zorgen, zei ik tegen de buurvrouw.

Het leek of de boom opknapte toen al het hout waarmee hij concurreerde was gekapt. Er kwam een trampoline achter, en een houten kinderhut op hoge poten tegenover. We versierden de gouden regen met een windgong en een roestig hart met belletjes. Toen de kinderen wat groter werden, knoopten ze er een touw in waarmee ze zich bij wijze van liaan van de trampoline naar de grond slingerden.

Soms leek het of de trotse V een beetje naar links begon te hellen. Inbeelding, zeiden we.

Het echte verval begon na het overlijden van de buurvrouw, ruim drie jaar jaar geleden. De boom helde. Met inbeelding konden we de zaak niet langer afdoen. De geïmproviseerde stut zou het tij keren, hielden we elkaar voor. Net als het wegzagen van een paar grote takken waarmee de boom zichzelf nog meer uit het lood leek te trekken.

Die hoop bleek ijdel.

Gisteren ben ik begonnen met zagen. Als de boom er elf jaar geleden al veertig jaar stond, moet-ie inmiddels zo'n jaar of vijftig zijn. Hoeveel kinderen heeft hij groot zien worden, dacht ik, terwijl ik de kleinere takken in vuilniszakken deed. Hoeveel omwonenden heeft-ie zien vertrekken? Hoeveel mensen hebben genoten van die haast hysterische bloemenpracht die hooguit drie weken duurde?

Sorry buurvrouw, zei ik zachtjes toen de dikste stam krakend brak.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden