Goslinga / Moreel leiderschap tegenover Wilders is beter dan vertoon van verontwaardiging

Iets meer dan vijf jaar geleden hield de WRR, de onafhankelijke denktank van de regering aan Lange Vijverberg in Den Haag, nog een krachtig pleidooi voor de multiculturele samenleving. Dubbele nationaliteiten van immigranten waren geen probleem, want deelname aan de Nederlandse samenleving sloot een gelijktijdige oriëntatie op gemeenschappen buiten onze grenzen niet uit. De geografische grenzen waren betrekkelijk. In een immigratiesamenleving als de onze ging het niet om de toegang tot het land, maar om de toegang tot de woning- en arbeidsmarkt, de sociale zekerheid en de zorg. Niet de samenleving als gemeenschap moest het uitgangspunt zijn, maar plat gezegd het gebruik van de samenleving.

door Hans Goslinga

De immigratie- en integratiepolitiek is in de afgelopen jaren precies de andere kant op gegaan. Het perspectief dat de WRR schetste is zelfs verder weg dan ooit nu het kamerlid Wilders een brandende nationale kwestie heeft gemaakt van de loyaliteit van nieuwkomers aan Nederland. Hij eist van immigranten dat zij hun oorspronkelijke nationaliteit opgeven en accepteert niet dat mensen met twee paspoorten toegang hebben tot het landsbestuur en de volksvertegenwoordiging. Het is niet genoeg dat zij de eed of gelofte van trouw aan de Grondwet en de koningin afleggen, zij moeten als ondubbelzinnig bewijs van hun loyaliteit aan Nederland elke formele band met hun land van herkomst doorsnijden.

Wilders legde donderdag in het Kamerdebat over de nevenfunctie die het PvdA-kamerlid Arib vervult ten behoeve van de mensenrechten in haar geboorteland Marokko, een ongewoon zwaar accent op deze eis. De uitspraak van Arib ‘Ik ben niet loyaal aan Nederland, ik ben niet loyaal aan Marokko, maar ik ben loyaal aan mijn principes’, noemde hij ‘een schande’ en een bewijs dat zij geen goede Nederlander is. Zij wekt niet eens de schijn van deloyaliteit, zoals de staatssecretarissen Albayrak en Aboutaleb met hun dubbele nationaliteit, zij ís met haar nevenactiviteiten deloyaal.

In de debatten van de afgelopen weken is de meeste aandacht uitgegaan naar de politieke strijdwijze van Wilders. Daarover valt, ook in fundamentele zin, veel te zeggen, maar minstens zo relevant is of de hoofdstroom in de politiek met Wilders meebuigt, een grens trekt of tegen hem in gaat. Meebuigen betekent een zwaarder accent op aanpassing van immigranten aan de dominante cultuur. Het betekent ook, door de eis van een uitdrukkelijke loyaliteitsverklaring aan de Nederlandse zaak, een zwaarder accent op de nationale gemeenschap. Dit is, zoals de geschiedenis laat zien, een riskante weg, omdat formalistische rigiditeit en radicaliteit om de hoek liggen. Wilders maakte in het debat over Arib zelf dit risico zichtbaar door eerst haar integriteit in twijfel te trekken en vervolgens de bewijslast omtrent haar loyaliteit aan de Nederlandse zaak bij haar te leggen.

Deze methode is identiek aan de wijze waarop in de jaren vijftig de Amerikaanse senator McCarthy jacht op communisten maakte. Niet de feiten, maar de beschuldigingen van de senator waren voldoende om burgers tot staatsvijand te verklaren en hun maatschappelijke carrière te breken. De angst voor het communisme was in die jaren zo groot dat de bevolking gedurende vier jaar toestond dat McCarthy de regels van de rechtsstaat met voeten trad.

Een ander risico van meebuigen met Wilders is dat het nationale conformisme zoveel nadruk krijgt dat de verscheidenheid in het gedrang komt. De gereformeerde premier Colijn zei midden jaren dertig in een Kamerdebat over de denkbeelden van de nationalistische NSB, dat een volk ‘in zijn diepste waarden wordt aangetast, wanneer men het van boven af, en dus geforceerd, wil kneden tot eenheid van denken en voelen’. De NSB aanvaardde het leidersprincipe en verwierp uitdrukkelijk het democratisch beginsel, de Partij voor de Vrijheid van Wilders doet dat niet, althans niet in geschrifte.

Wilders onttrekt zich door zijn wijze van optreden wel aan de spelregels van de parlementaire democratie. De nestor van de Kamer, SGP-voorman Van der Vlies, hield hem voor dat hij niet eenzijdig, zonder discussie, de regels kan veranderen, waaraan de Kamerleden zich in vrijheid hebben gebonden. De maat waaraan burgers, volksvertegenwoordigers en bestuurders gemeten worden ligt in de wet, het recht en de omgangsregels, niet in wat Wilders voor wenselijk houdt. Van der Vlies omschreef in feite de loyaliteit zonder welke een democratie niet kan functioneren: het onderlinge vertrouwen dat iedereen zich aan deze grondregels houdt. Wilders plaatst zich met een beroep op ‘miljoenen burgers buiten dit huis’ welbewust buiten deze loyaliteit.

De inhoudelijke punten die hij op de politieke agenda brengt, kunnen daarom moeilijk los worden gezien van zijn wijze van opereren. De meeste kamerleden maken tegen die strategie terecht ernstige bezwaren, maar inhoudelijk is in de hoofdstroom een neiging zichtbaar om mee te buigen. Dat kan plat worden uitgelegd als angst voor stemmenverlies, maar dat onttrekt het dilemma aan het zicht. Er is ook de reële beduchtheid, zeker bij de volkspartijen CDA, PvdA en VVD, delen van de bevolking van zich te vervreemden. Dat voorkomen is een eerzaam politiek doel, maar dat kan op twee manieren worden bereikt.

De eerste is stilaan de agenda van Wilders over te nemen. De politiek heeft dat gedaan na de Fortuyn-revolte in 2002. Vanaf dat jaar is in de integratiepolitiek het accent verschoven naar, nogal geforceerde, aanpassing. Het risico van deze weg is dat zoveel van immigranten wordt geëist dat Nederland voor hen een onherbergzame samenleving wordt, die zich in zichzelf opsluit, de interne spanningen vergroot en de aansluiting met de buitenwereld kwijtraakt. De tweede manier is het schetsen van een ander, evenwichtiger perspectief, dat niet zo ver hoeft te gaan als de WRR destijds deed. Deze weg vergt, behalve een aanpak van reële problemen, een sterk moreel leiderschap, wat iets anders is dan vertoon van verontwaardiging.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden