Goslinga / In de oppositie veel geleerd, aan de macht weer veel vergeten

In een Haags dranklokaal, waar nog wel eens een politicus zijn wijsheid in de kan laat vloeien, hangt de vermaarde tekening van Joh. Braakensiek uit 1904, die toont hoe een werkman op de stoep van een café door zijn dochtertje wordt weerhouden naar binnen te gaan. ’Ach vader, niet meer’, smeekt het kind. Een grapjurk veranderde dat ooit in ’Acht vader, niet meer’, waardoor de tekening nu onbedoeld een grondregel van het Amerikaanse staatsbestel uitdraagt, de regel die de president hooguit twee ambtstermijnen van vier jaar toestaat.

Door Hans Goslinga

Hoe capabel en wijs ook, langer dan acht jaar mag hij het hoge ambt niet bekleden. Het is een regel die voortkomt uit een diep inzicht in de werking van de macht. Van dit inzicht getuigt ook de oproep van de Nationale Conventie voor de 21ste eeuw aan de Tweede Kamer om zich tegenover de regering veel sterker als een tegenmacht te gedragen.

Volgens de conventie, een gezelschap van hoofdzakelijk staatsrechtkenners, is de blik van de Kamer te veel op het bestuur gericht. Dat gaat ten koste van haar functies als vertegenwoordiger van de burgers en controleur van de macht. Door de vervlechting met de regering, en daarachter het ambtelijk apparaat, heeft het parlement naar het oordeel van de conventie als zelfstandig instituut aan waarde verloren. Net als bij de Amerikaanse regel is de achterliggende notie dat de macht in een democratie tegenmacht behoeft, wil het systeem floreren.

De revolte van Fortuyn in 2002 heeft laten zien wat er gebeurt als aan deze notie onvoldoende inhoud wordt gegeven. Maar kennelijk zijn uit deze gebeurtenis nog altijd niet de juiste lessen getrokken. De vraag is hoe dat kan. Zijn onze kamerleden onmachtig om aan een zelfstandige en onafhankelijke positie vorm te geven of zijn de mechanismen van de macht zo sterk dat democratische condities al gauw het onderspit delven?

Vermoedelijk zijn beide veronderstellingen juist en versterken zij elkaar. Het zegt al veel dat de weg naar het kamerlidmaatschap, zeker in de grote partijen, begint met een sollicitatie. Veel kamerleden gedragen zich als werknemers, niet als zelfstandige volksvertegenwoordigers die opereren zonder last of ruggespraak. Toen een verslaggever van deze krant enige jaren terug aan een voorbijsnellend kamerlid vroeg of ze het druk had, antwoordde ze: ’Ja, ik moet een notitie voor mijn baas maken’. Die baas was de fractievoorzitter.

Hans Hillen, CDA-kamerlid in de jaren negentig, maakte de kamerleden van de paarse coalitiepartijen destijds uit voor ’lakeien en palfreniers’. Dat toonde vooral de juistheid aan van de Britse politieke wijsheid ’Where you stand depends on where you sit’. Wat politici in de oppositie nog scherp waarnemen, zijn ze eenmaal tot regeermacht geroepen weer snel vergeten.

’Ik heb veel geleerd in de opppositie’, zei CDA-aanvoerder Balkenende begin 2002, toen hij pleitte voor herstel van het dualisme tussen regering en Kamer. Om te beginnen moesten in een kabinetsformatie niet de fracties het regeerakkoord opstellen, maar de kandidaat-ministers. Zo zouden de kamerleden veel meer politieke vrijheid krijgen en zou de verhouding parlement-kabinet aan volwassenheid winnen. Drie maanden later, toen hij in de formatie als leider van de grootste partij het initiatief kreeg, was hij zijn eigen voorstel totaal vergeten.

Met de sociaal-democraat Wim Kok ging het niet anders. Bij zijn aantreden als premier in 1994 beloofde hij dualisme, maar al na enkele maanden herstelde hij het, onder zijn voorganger Lubbers zo verfoeide, Torentjes-overleg om met de fractieleiders van de coalitie zaken voor te koken en af te stemmen. Met de macht komt, eerder vroeger dan later, de angst om de macht weer te verliezen, hetgeen leidt tot een politiek van machtsbehoud, die tegenspraak en kritiek ontmoedigt of zelfs smoort, hondentrouw van de eigen mensen eist, lastige kwestie vermijdt en de oppositie transformeert van een loyale tegenmacht tot de vijand.

Het is eigenlijk verbazingwekkend dat in alle rapporten en adviezen over ons bestel deze mechanismen van de macht nimmer worden besproken. Ze gaan altijd over hoe het bestel zou behoren te functioneren, nooit tot in de meest pijnlijke details over hoe het functioneert. In de dagelijkse praktijk is de overheersende tegenstelling in Den Haag niet regering tegenover parlement, maar coalitie versus oppositie. Daarbij is de oppositie gedoemd gedurende vier jaar voor spek en bonen mee te doen, wat zoveel kwaad bloed zet dat zij zich, eenmaal weer zelf in de regering, precies hetzelfde gedraagt.

Deze politiek van machtsbehoud verklaart voor een groot deel de kille, zo niet vijandige houding tussen de twee grootste partijen, het CDA en de PvdA. Dat is uiteraard slecht, omdat in zo’n sfeer de basis van vertrouwen wordt aangetast zonder welke de democratie niet kan functioneren. Het gevolg is holle polarisatie, niet gericht op een vruchtbaar resultaat van de choc des opinions, en een diep wantrouwen, zoals we in Rotterdam hebben gezien. Na de raadsverkiezingen weigerden de Leefbaren weigerden zelfs maar met de PvdA over samenwerking te praten.

Het is niet nodig en zelfs niet wenselijk in de politiek zachtzinnig met elkaar om te gaan, maar een harde strijd kan alleen maar worden gevoerd als macht en tegenmacht elkaar als onverbrekelijk aan elkaar verbonden beschouwen. Deze paradox biedt ruimte aan de Tweede Kamer zich als een volwaardige en herkenbare volksvertegenwoordiging te gedragen. Als de coalitiepartijen zich opsluiten in de macht, wat al begint met het afstaan van hun aanvoerders aan het kabinet, zal de vrijwel statische en daardoor verlammende tegenstelling coalitie-oppositie dominant blijven en versteent de democratie.

Net als oppositieleider Balkenende in 2002 bepleit de Nationale Conventie om in de komende formatie al de lijnen te trekken van een dualistischer relatie kabinet-Kamer. De ervaring leert dat daar opnieuw niks van terecht zal komen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden