Goede arts, maar hij deugt niet
Moet een dokter die in zijn privéleven anderen lichamelijk ernstig schaadt, uit het artsenregister geschrapt worden? Het tuchtrecht gaat die kant op.
Riskeert iemand die ooit een aanslag liet plegen op zijn vrouw het recht om nog als dokter te mogen werken? Jazeker, oordeelde het centraal medisch tuchtcollege vorige week (zie kader). Om vervolgens met de hand over het hart te strijken: in dit geval was de betrokken arts al genoeg gestraft. Maar het punt was gemaakt: wat de dokter thuis doet, kan gevolgen hebben voor zijn vak - tot aan schrappen uit het artsenregister toe.
Als er een beroepsgroep is die rekening moet houden met de lichamelijke integriteit van anderen, dan zijn het medici wel. Maar ook al was dat respect bij deze man ver te zoeken als het om zijn ex ging, dat kan nog steeds betekenen dat hij jaren na dato zijn patiënten wel respectvol behandelt.
Opgerekt
"Eigenlijk is het medisch tuchtrecht beperkt tot datgene wat artsen tijdens hun beroepsuitoefening doen", zegt Aart Hendriks. Hij is hoogleraar gezondheidsrecht in Leiden en jurist bij artsenfederatie KNMG. Bij de behandeling van de huidige wet Big, die het artsenregister regelde, gingen nog stemmen op om ook artsen die het vertrouwen buiten hun vak hadden beschaamd, in aanmerking te laten komen voor tuchtmaatregelen. Dat was voordat die wet in werking trad, ruim twintig jaar geleden, ook al zo. "Maar daar wilde de Tweede Kamer niet aan."
Dat tuchtrecht is in de loop van de jaren al opgerekt. Ook een arts die in het ziekenhuisbestuur plaatsneemt en onder wiens leiding andere medische zorgverleners falen, kan voor de tuchtrechter komen. "Maar dan gaat het nog steeds om handelen dat terug te voeren is individuele patiënten", zegt Hendriks.
De laatste jaren gaan tuchtrechters een stap verder. Wie bijvoorbeeld voor bezit van kinderporno is veroordeeld, riskeert een maatregel - tot een schorsing of doorhaling in het artsenregister aan toe. "Het hangt er wel van af of er risico op herhaling is, en of de arts werkt met kinderen", noteert Hendriks.
In de zaak van de 'moordarts' gaat de tuchtrechter weer een stapje verder, zegt de gezondheidsjurist. "Men oordeelt over de daad van deze arts, zonder te weten wat nou precies het gevolg ervan is voor zijn functioneren als arts. Ik vraag me af of dat nog de bedoeling is van deze wet. Eigenlijk zegt het tuchtcollege: Een dokter moet van onbesproken gedrag zijn. Tja, dat zien we natuurlijk het liefst van iedereen, ook van artsen. Maar in de praktijk zal niet iedereen dat zijn, en wat moet je dan?"
Tweede kans
Is deze man nou ongeschikt voor het vak of niet? Hendriks: "Jammer genoeg weten we dat niet. Want de tuchtrechter kijkt niet naar de persoon van de arts." Mogelijk is dat dus kapitaalvernietiging: waar de samenleving veel investeert in de opleiding van een arts, kan die vanaf nu niet meer werken. "Als een arts zijn leven heeft gebeterd, moet hij een tweede kans kunnen krijgen."
De zorg kent een apart rechtscollege, het College van Medisch Toezicht, dat wel kan beoordelen of iemands persoonlijkheid hem geschikt maakt als arts. Neem bijvoorbeeld de dokter die verslaafd is. "Jammer genoeg maakt de inspectie van dat college weinig gebruik", zegt Hendriks.
"Waarom dat zo is weet ik niet, maar ik heb de indruk dat zeker wanneer er ophef is over een arts in de samenleving, de neiging sterk is om direct naar de tuchtrechter te stappen. Voor een arts kan dat een zware stap zijn, die het functioneren lastig maakt. Zeker als er in regionale media berichten verschijnen dat je 'voor de tuchtrechter wordt gesleept'. Dat die tuchtrechter maanden daarna zegt dat de klacht niet terecht is, vergeet men nogal eens te melden."
Kinderporno en moordaanslag
De verpleeghuisarts die vorige week voor het centraal tuchtcollege stond, gaf twaalf jaar geleden twee junks de opdracht om zijn ex-vrouw met benzine te overgieten en in brand te steken. Naar verluidt was er ruzie over alimentatie en de omgangsregeling met de kinderen. Die kinderen waren aanwezig bij de aanslag, die mislukte maar de vrouw een ernstige verminking opleverde en de kinderen een trauma.
De man zat tien jaar in de cel, waar hij zich omschoolde. Na zijn straf ging hij met medeweten van de reclassering werken als stagiair bij een homeopatisch arts en daarna in het verpleeghuis. Hij vertelde niet over zijn verleden en toen dat uitkwam ontsloeg het verpleeghuis hem. Zorginspectie IGZ vroeg een lager tuchtcollege de man te schrappen uit het artsenvak, maar de tuchtrechters verklaarden de inspectie niet-ontvankelijk omdat het om het privéleven van de arts ging.
Het hoogste tuchtcollege oordeelde vorige week precies andersom: in principe kan zo'n daad je de artsentitel kosten. Omdat deze man al een lange straf had uitgezeten en een resocialisatieprogramma had doorlopen, mag hij in het register blijven staan.
Eerder dit jaar werd bekend dat een psychiater die werkte bij GGZ-instelling De Hoop in het verleden was veroordeeld voor bezit van kinderporno. Hij had dit verteld toen hij bij De Hoop solliciteerde en deze christelijke instelling had besloten hem een tweede kans te geven. Hij mocht enkel met volwassen patiënten werken en niet als het ging om seksuele trauma's. De ophef die ontstond na media-aandacht was toch reden om te stoppen met zijn werk.