Gods woord per satelliet
Te lang hebben de kerken de omgang met de media onderschat en verwaarloosd, vindt Albert van den Heuvel. Hij staat nu aan het hoofd van de World Association for Christian Communication, die geen medium schuwt om de christelijke boodschap over te brengen. Een profiel van de organisatie en een gesprek met Van den Heuvel. 'Kerken beschouwen de media als een soort dienstboden.'
Kerken'', verzucht Albert van den Heuvel, ,,zijn een regelrechte ramp op mediagebied. Terwijl overal ter wereld mensen naar satelliet-tv zitten te kijken, elkaar met e-mails bestoken en surfen op het internet communiceert de kerk in de taal en met beelden van eergisteren''.
Ex-dominee Van den Heuvel kan er over meepraten. Als gewezen hoofdvoorlichting van de Wereldraad van kerken en ex-bestuurslid van de Ikon kent hij de problemen. Momenteel staat de oud-voorzitter van de Vara en voormalig vice-voorzitter van het Nos-bestuur aan het hoofd van de World Association for Christian Communication (Wacc), een mondiale oecumenische organisatie die zich bezighoudt met communicatie in de meest brede zin van het woord. (Zie ook inzet)
Zittend in de tuin van zijn modern ingericht grachtenhuis, op een steenworp afstand van het centraal station in Amsterdam, legt Van den Heuvel uit waarom het communicatiebeleid van de institutionele kerken in Nederland, maar ook daarbuiten, zo belabberd is. Hij doet dat aan de hand van wat hem het meest vertrouwd is: de protestantse denominaties. ,,Het begint al bij de opleiding. Daar wordt aan de cruciale vraag 'hoe communiceer ik met gemeenteleden?' amper serieus aandacht besteed. Het is al heel bijzonder als predikanten in spe een dagje of een weekend mogen kennismaken met de wereld van de communicatie. Men huurt dan een media-expert in om de dames en heren een beetje bij te praten. Dodelijk!''
,,Wat er dient te gebeuren is dat communicatie een integrerend deel van de opleiding wordt. Elke theologische deelstudie zou moeten uitmonden in de vraag 'Hoe draag ik het over op de gemeenteleden?' Die vinden theologie meestal pure abracadabra waar ze zich verveeld van afwenden. Zendingspionier Hendrik Kraemer (1888-1965) zei het in zijn tijd al: 'De kerken lopen leeg omdat jullie, theologen, je geloofskennis als jaloerse goochelaars voor je houden''.
Kerken zijn volgens Van den Heuvel slechte communicatoren. ,,Ze brengen hun boodschap doorgaans in verouderde vormen en in een taal die steeds minder mensen begrijpen. En het ergste is dat ze zich van dat manco nauwelijks bewust zijn. Voor dominees en pastoors mogen Heiland, Pinksteren, genade en tollenaar glasheldere begrippen zijn, in het 'veld' hebben jongeren geen idee wat er mee wordt bedoeld. Dat mag je als kerk een treurige zaak vinden, maar als je er geen rekening mee houdt lopen de 'klanten' naar de concurrentie. Moderne mediatechnieken, met hun nadruk op het visuele en het virtuele, vormen een bedreiging voor de woord- en drukwerkcultuur die karakteristiek is voor de kerken.''
Hij wijst er op dat voorgangers te weinig weet hebben van wat er op communicatiegebied allemaal gebeurt. Hierdoor kunnen ze hun achterban onvoldoende helpen bij het verantwoord omgaan met hedendaagse vormen van communicatie.
En dan is er nog de relatie tussen kerk en media. Die blijkt weinig ideaal. Van den Heuvel: ,,Dat heeft te maken met het feit dat kerken in wezen machtsinstrumenten zijn. En net als andere machtscentra zijn ze er op uit om de media voor hun eigen karretje te spannen. Ze beschouwen hen als een soort dienstboden. Dat is dom, want de media zijn vandaag de dag veel invloedrijker dan de kerken. Wij zouden de pers daarom juist ter wille moeten zijn''.
Van den Heuvel constateert ook dat kerken vaak geneigd zijn schandalen in eigen kring 'onder de pet te houden'. ,,Terwijl uitgerekend zij dat niet zouden moeten doen. Je dient als kerk volledig opening van zaken te geven wanneer een priester zich aan een jongetje heeft vergrepen of een predikant vreemd is gegaan met een gemeentelid. Dat zijn de kerken aan zichzelf en hun leden verplicht. Dat is nou communicatie. Helaas gebeurt het nog veel te weinig.''
Op de vraag of hij vindt dat er christelijke media moeten bestaan antwoordt Van den Heuvel bevestigend. ,,Er zijn thema's die slecht liggen bij het publiek - kerken noemen dat profetische onderwerpen - en dan is er iemand nodig die, soms brakend van angst en ellende, ze toch aan de orde durft te stellen. Zo'n man of vrouw moet publiekelijk op het schild worden geheven door media die hun beleid niet alleen laten bepalen door de kijk-, luister- en leescijfers maar die desnoods bereid zijn zich omwille van de harde waarheid aan het kruis te laten nagelen.''
,,Dit soort media'', zegt secretaris-generaal Carlos Valle, ,,wordt door de Wacc nadrukkelijk gesteund''. Als methodistenpredikant gaf hij in zijn vaderland Argentinië leiding aan de afdeling communicatie van het oecumenisch seminarie in Buenos Aires, alvorens hij hoofd werd van het Wacc-secretariaat in Londen. Over twee jaar treedt hij af.
Zittend in zijn bescheiden werkkamer stelt de Wacc-secretaris dat de christelijke pers niet louter voor eigen parochie dient te preken, maar zich gevoelig moet tonen voor de noden van alle mensen. ,,Jezus begon ook niet met prediken, maar met het genezen van gehandicapten en zieken. Dat beschouwde hij als zijn allereerste zorg: praktische hulp bieden.'' Hetgeen volgens Valle ook het uitgangspunt van christelijke communicatie dient te zijn. Zo gaat het komend algemeen congres van Wacc - juli 2001 in Nederland - niet over een abstract thema, maar heel concreet over 'Communicatie: van confrontatie tot verzoening'.
Waarom juist dit onderwerp? Valle: ,,Toen we met de regio's discussieerden over een thema voor het komend congres bleek dat in de meeste gebieden rassen- en geloofstegenstellingen, conflicten tussen staten, burgeroorlogen, ruzies over grondgebied of uitbarstingen van geweld in de steden, kortom: confrontatie, harde realiteiten zijn. Daarom willen we boven water zien te halen hoe communicatie, mits verantwoord toegepast, van nut kan zijn bij het voorkomen van confrontatie, of - zoals in Zuid-Afrika - bij het bereiken van verzoening achteraf''.
Ook Valle heeft kritiek op de kerken. Die gaan er, aldus de Wacc-secretaris, nog te veel van uit dat de massamedia en de religieuze boodschap twee onverenigbare grootheden zijn. ,,Veel kerken zijn blind voor de mogelijkheden die de massamedia hun bieden. Daardoor dreigen ze de aansluiting met de nieuwe tijd te missen. De Wacc is die fase van het zich afzetten tegen de massamedia allang voorbij, in het besef dat het een strijd is die we nooit kunnen winnen.''
,,Van Harare tot en met Amsterdam en van Madang tot en met Karachi krijgen nu eenmaal steeds meer mensen hun normen en waarden vooral via de tv aangereikt. Als kerken je tegen deze ontwikkeling verzetten is vechten tegen de bierkaai.''
Valle: ,,Onze discussies gaan daarom niet langer over de verderfelijke invloed van de massamedia, maar veel meer over de vraag hoe wij ze ten goede kunnen gebruiken en er voor kunnen zorgen dat er temidden van alle platte massaliteit ruimte blijft voor alternatieve geluiden.''
Zo proberen we als Wacc regeringen zover te krijgen dat die diversificerende maatregelen nemen, opdat het begrip vrijheid van meningsuiting geen loze slogan wordt. Ook steunen we (in de Derde Wereld) basisgroepen en andere de gemeenschap dienende organisaties die met een eigen media-aanbod komen. Dat is bepaald niet gemakkelijk. Tv-mensen in de Pacific zeiden me onlangs dat zelfs het realiseren van eenvoudige programma's voor autochtonen duurder is dan het aankopen van een populaire serie als New York Police.''
Toch blijft Valle optimistisch. ,,Ik geloof niet dat we toegroeien naar een algehele homogenisering van de cultuur. Lokale gewoontes zijn taaier dan de deskundigen beweren. Niet voor niets is het nationalisme weer aan het opkomen, als een extreem verzet tegen al die mondiale tendenzen.''
Overigens, heeft ook de Wacc-secretaris gemerkt, zijn er tal van gebieden waar de communicatierevolutie nog niet is begnnen. Valle: ,,Bij een bezoek aan een Derde Wereldland zei ik achteloos tegen de gastheer: 'Stuur een fax'. Waarop hij vroeg: 'Wat is dat?' Net als bij andere economische rijkdommen is de toegang tot de elektronische media oneerlijk verdeeld. Zo gaapt er een enorme informatiekloof tussen een Amsterdamse makelaar en een bergbewoner van Peru. Dat is onacceptabel. Niet dat ik die Peruaan een aansluiting op internet wil opdringen. Die heeft voorlopig meer baat bij lokale radio. Maar daar mag het niet bij blijven. God heeft ook voor hem het web 'gecreëerd''.