God zonder eigenschappen
En God sprak: 'Ik besta niet', vertelt de Ierse theoloog Peter Rollins. Zelf bestaat hij overigens wel, ik heb hem op YouTube gezien. Ik werd kriebelig van de lok haar die hij voortdurend voor zijn ogen wegschuift. Man, ga naar de kapper, dacht ik. Want zo'n lok haar, daar kun je wat aan doen.
Van nature zijn wij praktisch ingesteld. We reduceren de wereld tot wat we kunnen behappen en manipuleren: 'Wat kan ik ermee?' Religie wil ons van die armzalige gebruikshouding verlossen, maar is zelf in haar greep gekomen. Frits de Lange vat het in zijn recente stuk in Letter & Geest nog eens samen. God zou de alwetende oppercommandant van het heelal zijn die orde en structuur aan het leven geeft en onze 'fundamentele behoefte aan veiligheid' bevredigt. God is als een back-up die zorgt dat alles, ook het meest beschadigde bestand, bewaard blijft.
De Lange neemt afscheid van zulke religieuze opvattingen en ik kan hem daarin best volgen. Tegelijk vind ik dat hij, evenals zijn collega Harry Kuitert, wel erg gereformeerd aan het slopen is. Want religie is niet het probleem. In de kerkdienst belijd ik probleemloos 'God de almachtige Vader' en Jezus Christus, 'God uit God, licht uit licht', die 'geboren is, niet geschapen' om daarna bezield naar huis te gaan. Voor mij hebben die uitspraken iets soevereins, iets waar ik niets mee kan, wat mij opent voor de ongrijpbare werkelijkheid van God.
Het eigenlijke probleem is dat we misvormd zijn door een eenzijdige, praktische manier van denken. Zoals de wetenschap ons handige stofzuigers, smartphones (en halfautomatische geweren) heeft opgeleverd, maken we ook van God een instrument. Je kunt hem smeken om bijvoorbeeld een ziekte, als een hinderlijke haarlok, weg te halen. Velen bidden dat er niet/wel een Brexit komt (dat moet kortsluiting geven, hebben we daarom zoveel onweer?) Sommigen vragen zelfs om hulp om ongelovigen neer te schieten.
Geloof is echter geen middel om iets te bereiken, maar wil ons openen zodat God ons bereikt. Dogma's hebben geen ander doel dan om te zingen, om van te rillen, op iemands mond te zoenen, om op te dansen. Niet religie is het probleem, maar onze omgang ermee. Ik denk dat Rollins dit bedoelt als hij zegt: En God sprak: 'Ik besta niet'. Let op: het is God die dat zegt. Het herinnert mij aan iemand die op mijn mening over haar een stapje terugdeed en zei: 'Dat ben ik niet'. Ze wilde duidelijk maken dat ze op een andere manier bestaat dan ik dacht. Zo hielp ze mij om te veranderen, mijn mening over haar bij te stellen en beter te leren kennen.
Vandaag ervaren velen God als afwezig. Misschien is dat zijn manier om een stap terug te doen en te zeggen: 'Ik ben niet allereerst machtig, beschermend en al die andere dingen die jullie zo handig vinden. Dat ben ik niet. Ga wat minder in jullie religie geloven en meer in mij. Ik ben die ik ben, een God zonder eigenschappen. Inderdaad, daar kun je niets mee en precies dat ontsluit de weg naar mijn nieuwe leven.'
Vandaag, de langste dag van het jaar, viert de kerk de geboorte van Johannes de Doper die dat nieuwe leven aankondigde. Kunnen we wetenschappelijk vaststellen dat hij vandaag geboren is? Nee. Heeft het feest een diepere zin die ons redden kan? Zeker weten.
undefined