'Gezond gedrag is aan te leren'
Van een onzer verslaggevers AMERSFOORT - “Iedereen kent zijn eigen schadelijke gewoonten, de meesten weten ook wel dat het verkeerd is, maar weinigen doen er wat aan. Toch is gezond gedrag aan te leren. Als je bijvoorbeeld leert omgaan met stress, kun je eerder afzien van een sigaret of een glaasje te veel.”
Dat zegt de Groningse medisch socioloog prof. dr. W. J. A. van den Heuvel, die voorzitter was van het project Determinanten van Gezondheid, dat onlangs na zes jaar is afgesloten.
De commissie-Van den Heuvel nam in de zes jaar van haar bestaan het initiatief tot een handvol uitvoerige projecten her en der in het land, waarbij eerst gekeken werd naar de brede gezondheidssituatie van een doelgroep. Daarna werd een programma opgezet om daarin verbetering te brengen en tenslotte werd gemeten wat het allemaal had uitgehaald. Op die manier kon bewezen worden, dat mensen hun gezondheid deels in eigen hand hebben. De projecten waren geen onverdeeld succes.
Een van de projecten was gericht op inwoners van zuidoost-Drenthe waar meer dan elders mensen aan hart- en vaatziekten sterven. “We hebben met de negen gemeenten in die omgeving contact gezocht, om te zien of de GGD'en een project over betere voedingsgewoonten en meer bewegen konden beginnen. Emmen en vier andere haakten af. Ze hadden 'andere prioriteiten'. We zijn doorgegaan met vier kleinere dorpen.”
Wij kozen voor een brede aanpak. Mannen kregen in bedrijven informatie over gezond eten en meer bewegen. Vrouwen kregen die in de wijk en via de kruidenier en de jaarmarkt aangeboden. Albert Heijn deed mee met gezonde produkten in de aanbieding, sportclubs boden gelegenheid voor meer bewegen.''
Het project in zuidoost-Drenthe is tenslotte goed gaan lopen. Van den Heuvel, zijn commissie en de GGD'en waren dus benieuwd wat het had teweeggebracht. Als controle-groep diende Meppel en omgeving. Nu het project-Zuidoost-Drenthe voorbij is, blijkt dat men er meer is gaan bewegen, naar eigen zeggen beter is gaan eten, er meer kennis is over gezond gedrag en het roken is afgenomen. “Maar wij vragen ons af of men het gezonder gedrag volhoudt. Of er minder ziekte in zuidoost-Drenthe is, valt nog niet te zeggen.”
In Twente pakte de regionale Riagg het pesten op school aan. “Het kan mensen voor hun leven ongelukkig maken, maar zeggen dat plagen niet mag, helpt niet”, vindt Van den Heuvel. “Je moet de slachtoffers leren zich weerbaar op te stellen en de daders de gevolgen laten zien.” De Riagg maakte een aansprekelijke video. “Wij waren enthousiast, maar de leraren voelden er niet zoveel voor. Ook de ouders waren niet te overtuigen. Uiteindelijk kwam het project toch op gang, maar of het heeft geholpen, weten we niet.”
In Rotterdam bleek veel vereenzaming onder ouderen te bestaan. Dat leidde tot minder beweging en minder goed eten. Van den Heuvel: “De GGD in Rotterdam besloot ouderen zelf te trainen om cursussen aan leeftijdsgenoten te geven. Dat vond iedereen een goed idee, want dan kon je ook het probleem van het overwicht van de deskundigen tegengaan. Maar na korte tijd zeiden de ouderen dat zij ook zelf de training wel konden verzorgen. De GGD voelde daar eerst niet veel voor, maar men vond een compromis: een groep ouderen zou in drie maanden opgeleid worden tot trainer. Daarna zou worden gekeken of ze genoeg wisten. Helaas: hun kennis bleek na drie maanden toch nog onvoldoende.”
De leden van Determinanten van Gezondheid waren niet allemaal voorstander van opheffing van de commissie. Prof. Van den Heuvel wel. “We weten heel wat meer dan daarvoor. Nu ligt alles vast in vier boeken, die anderen, die bezig zijn met preventie, een stuk op weg kunnen helpen.”