Gezeur over pannenkoek moet ophouden
AMSTERDAM - Mensen die de Nederlandse taal gebruiken, moeten ophouden met klagen over de spelling, want daar kunnen zij toch niet over oordelen. De weerstand tegen woorden als kerkenraad en pannenkoek komt vooral voort uit gebrek aan inzicht en kennis.
Met deze stelling in het jongste maandblad van het genootschap Onze Taal stelt de emeritus hoogleraar Nederlandse Taalkunde prof. M. C. van den Toorn zich teweer tegen de zijns inziens veelvuldige misvattingen over taal. Het is onder de Nederlandse bevolking droevig gesteld met het inzicht in de taal en de kennis van taalkunde, meent Van den Toorn: “Juist en vooral onder intellectuelen.”
Hij verwijst in zijn artikel onder anderen naar 'auteurs van naam' als Harry Mulisch, W. F. Hermans, Rudy Kousbroek en Andreas Burnier, die in het verleden net als veel schrijvers van ingezonden brieven 'onzinnige meningen' en 'enormiteiten' hebben gedebiteerd.
Ook maakt hij melding van tegenstanders van de laatste spellingwijziging van 1995: zij hebben volgens Van den Toorn gewoonlijk niet de moeite genomen de Leidraad van het Groene Boekje eens goed door te lezen en blijven steken in protesten tegen de schrijfwijze pannenkoek en kerkenraad.
Het verbaast hem dat 'miljoen taalgebruikers van mening zijn dat zij verstand hebben van spelling en taal omdat zij daar gebruik van maken'. “Maar Nederland telt ook miljoen mensen die dagelijks gebruikmaken van een auto, en slechts een klein deel heeft verstand van een automotor.”
