Gevlucht uit Syrië, aangevallen in Libanon
Tentenkampen van vluchtelingen in brand gestoken. 'Vertrek, of we zullen jullie afslachten.'
Eerst kwam het geluid van geweerschoten, in het holst van de nacht. Mariam greep haar kinderen en rende samen met haar man de tent uit, haar huis sinds ze vijf maanden geleden uit Rakka in Syrië vluchtte. Toen kwamen de jongemannen met benzine. Het tentzeil vatte gemakkelijk vlam, en binnen een paar uur ging hun hele hebben en houden letterlijk in rook op.
Geblakerde ijskasten, een gesmolten watertank, een hol metalen frame is alles wat over is van de tenten waar dertig mensen in woonden. "Onze paspoorten, onze registratiepapieren, alles is verbrand", zegt Mariam (30). Haar vijf dochters dragen nog steeds de pyjama waarin ze vijf dagen geleden hun tent uit vluchtten.
Het incident is geen uitzondering. De afgelopen weken komen aanvallen op Syrische vluchtelingen in Libanon steeds vaker voor. Ook in nabijgelegen dorpen in de Bekaa-vallei werden Syrische tentenkampen in brand gestoken. In het zuiden kregen vluchtelingen 48 uur om te vertrekken. De meeste Syrische vluchtelingen huren appartementen, maar ook zij werden in elkaar geslagen, bedreigd en zelfs als menselijke wegblokkade gebruikt door boze Libanezen. "Vertrek of we zullen jullie afslachten", werd er op muren in de hoofdstad Beiroet gekalkt. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch noemt het fenomeen 'landelijk'.
Na meer dan drie jaar steeds meer vluchtelingen binnen te hebben gelaten, nog steeds meer dan duizend per dag, is de maat voor de Libanezen vol. Het aantal vluchtelingen zal eind dit jaar zijn opgelopen tot 1,5 miljoen, bovenop een bevolking van 4 miljoen.
De ontvoering van dertig Libanese soldaten na de aanval van Syrische rebellen op het grensdorp Arsal heeft de situatie ernstig verslechterd. Vorige week werd de tweede soldaat onthoofd door ontvoerders van de Islamitische Staat.
In het nabijgelegen Kaa schiet een burgerwacht op onbekende Syriërs die het dorp inkomen. Die moeten bij IS horen, zo is de redenering. Verhalen over vluchtelingenkampen die in brand gestoken zijn, wuiven de bewoners weg. "Dat doen de Syriërs zelf, om nog meer hulp van de VN te incasseren", aldus gemeenteraadslid Khalil al-Bachrawi.
Duizenden vluchtelingen wonen in mini-tentenkampjes verspreid over het hele land. Zulke nederzettingen zijn moeilijk te beveiligen. "Niemand durft meer in de kampen te slapen", zegt Mariam.
Ze durft zelfs de hulp waar ze recht op heeft niet meer op te halen in het volgende dorp; iemand probeerde haar aan te rijden, terwijl ze langs de weg liep. "Tot twee weken geleden gebeurde dat nooit, Libanezen en Syriërs leefden samen als een familie", zegt ze ontsteld.
Er komen nu speciale, beveiligde kampen voor Syrische vluchtelingen (zie kader).
Of de vluchtelingen zich daar veilig zullen voelen, blijft de vraag. "Iedereen wordt gezien als IS", zegt Aboe Mohammed al-Soeri, wiens tent ook aan de vlammen ten prooi viel. "We vluchten naar Libanon juist uit angst voor IS," zegt Mariam somber. "Maar nu voel ik me zelfs hier niet veilig."
undefined
Opvang bij de grens
Mede om de veiligheidssituatie te verbeteren, heeft de Libanese regering aangekondigd haar eerste officiële vluchtelingenkampen te openen. Libanezen zijn huiverig voor kampen vanwege de laatste groep vluchtelingen, de Palestijnen. Meer dan zestig jaar later zijn die kampen uitgegroeid tot mini-steden, met een achtergestelde bevolking van meer dan een half miljoen Palestijnen. Veel Libanezen zien de komst van de Palestijnen als de aanleiding voor de Libanese burgeroorlog, die tussen 1975 en 1990 woedde. Toch liggen er nu plannen om twee kampen voor elk 10.000 vluchtelingen te openen. Een in de noordelijke Akkar-regio en een in de oostelijke Bekaa-vallei. Allebei op plekken dichtbij de grens en met huisvesting die makkelijk is mee te nemen. "Zodat ze kunnen worden afgebroken en meegenomen worden wanneer ze terugkeren naar Syrië", aldus de regering.
undefined