Interview
'Gesprek met patiënt moet beter'
Tip van een neuroloog: laat de patiënt bij de dokter de afgesproken behandeling samenvatten. Dan weet de arts dat zijn verhaal begrepen is.
De patiënt zou veel vaker de woorden van de arts moeten samenvatten. Dat is een van de adviezen van neuroloog Leo Visser. Ruim twintig jaar praktijk in het huidige Tilburgse Elisabeth-TweeStedenziekenhuis én de ziektegeschiedenis van zijn tweelingbroer deden Visser (57) een boek schrijven over beter communicatie in de zorg.
"Het is nu vaak de arts die het verhaal aan het einde van het gesprek samenvat", zegt Visser. "Maar dan is het helemaal niet zeker dat de patiënt het ook begrepen heeft. Aan bekende adviezen als 'bedenk voor het gesprek met de dokter wat je wilt weten' en 'neem iemand mee' voegt hij de tip toe om zelf de afsluitende samenvatting uit te spreken.
Er mag dan veel meer aandacht zijn voor communicatie met patiënten, artsen worden volgens Visser nog steeds overwegend opgeleid in het biomedische model: wat is de beste behandeling of het gunstigste medicijn bij een bepaalde lichamelijke klacht. "Voor mijzelf was het een enorme verbetering om te werken met een model dat 'leven met de ziekte' wordt genoemd. Dat betekent een veel bredere visie."
Effectiever
Neem de diagnose multiple sclerose. Als Visser die heeft vastgesteld, lijkt hij te kunnen volstaan met het voorschrijven van effectieve medicijnen. "Maar als ik weet dat iemand last heeft van depressie - en die kans is best groot na de diagnose - dan weet ik ook dat hij of zij daardoor vaker zijn medicatie niet inneemt. Dan kan ik de medisch psycholoog erbij betrekken en na diens behandeling is de kans op betere therapietrouw een stuk groter. Zo ben ik zelf effectiever geworden als arts. Dat krijg ik ook te horen van patiënten."
Drie jaar geleden kreeg Marco Visser, de tweelingbroer van de neuroloog, een ernstige vorm van maagkanker, waaraan hij uiteindelijk zou overlijden. Leo Visser schaamde zich in die periode geregeld dat hij zelf arts was. "De medische beslissingen die werden genomen, daar was misschien iets op af te dingen, maar je kon ze nog begrijpelijk noemen. Maar de communicatie en de getoonde empathie, dat ging een paar keer mis. Zo moest mijn broer na de eerste diagnose maar liefst vier weken wachten op een vervolgstap. Dat hoort niet, je moet mensen daarover informeren."
Toen de klachten verergerden, werd neuroloog Leo in paniek opgebeld. "In het ziekenhuis kreeg mijn broer te horen dat hij hyperventileerde. Iemand zei tegen hem: 'als ik zo zou liggen, zou ik het ook benauwd krijgen'. Terwijl hij door zijn klachten niet overeind kon zitten. Zo'n bejegening, dat hoort niet bij een zorgverlener. "
Betere begeleiding
Volgens Visser werkt '99 procent' van de artsen met de beste bedoelingen. "Je wordt toch dokter omdat je wilt helpen." Maar je zult maar net een ongemotiveerde arts treffen, of een dokter die het niet meer zo scherp ziet omdat hij zelf in de sores zit. Visser beschrijft hoe hij jaren terug een patiënte binnenkrijgt die van een vorige arts de diagnose MS kreeg, terwijl de klachten totaal niet kloppen met die diagnose. Ook bij heronderzoek zijn er geen neurologische afwijkingen te vinden en het zal de insider al niet meer verbazen dat deze patiënte haar diagnose heeft gekregen in Enschede. Visser noemt de naam niet, maar daar werkte toentertijd Ernst Jansen Steur, die door de tuchtrechter is veroordeeld omdat hij foutieve diagnoses vaststelde.
Dat is lang geleden en de huidige dokters letten beter op elkaar, zegt Visser. Toch vraagt het doktersvak veel en onderzoek laat zien dat een burnout voor sommigen niet ver weg is. Begeleid de dokter ook beter, zegt de Tilburgse neuroloog. Hij pleit ervoor de eed van Hippocrates niet alleen te behandelen als artsen beginnen, maar ook bij hun herregistratie, elke vijf jaar.
Leo Visser: Menselijkheid in de zorg. De arts-patiëntrelatie. SWP Uitgevers, Amsterdam.