Gesprek bepaalt toelating student: het lijkt wel loten

Evenals psycholoog Hofstee, gisteren op de Podiumpagina, wil M.J. Cohen, rector-magnificus van de Rijksuniversiteit Limburg, niets weten van een systeem waarbij aspirant-studenten door middel van gesprekken worden getoetst op hun geschiktheid voor de studie: “in hoge mate onbetrouwbaar en dus willekeurig”. In dit artikel legt Cohen, tevens lid van de Eerste Kamer voor de PvdA en van juli 1993 tot augustus 1994 staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, uit waarom hij voor de huidige gewogen loting is.

JOB COHEN

Laten we eerst vaststellen wat de kern van het probleem is. Dat is dat wij bij sommige studierichtingen een beperkte toelating kennen. Iedereen is het erover eens dat dat niet anders kan - op straffe van grote maatschappelijke verspilling. Gelukkig gaat het maar om een paar studierichtingen; bij verreweg de meeste studies kun je zonder meer terecht. Maar voor de studies met een numerus fixus gaat het om een onoplosbaar probleem, want het betekent dat er altijd potentiële studenten zijn die teleurgesteld worden in iets wat zij dolgraag willen. Of we nu loten of op andere manier selecteren, dat probleem is er altijd.

Eerlijk

Wat is de kern van de bezwaren tegen loting? Ik denk dat het een psychologisch bezwaar is: dat je je lot niet in eigen handen kunt nemen. Je kan nog zo hard je best hebben gedaan, maar uiteindelijk is dat niet doorslaggevend, en dat is geweldig frustrerend. Maar de vraag is of dat psychologische gevoel voldoende is om van het stelsel van gewogen loting af te stappen. Ik vind van niet, omdat het stelsel van gewogen loting eerlijker en doelmatiger is dan welk ander stelsel ook. Waarom?

Laten wij eerst bezien welke kwaliteiten iemand nodig heeft voor de studie geneeskunde en voor de daarmee samenhangende latere beroepsuitoefening. Voorop staat natuurlijk dat je de kwaliteiten moet hebben om wetenschappelijk onderwijs te volgen: de praktijk wijst uit dat wie slaagt voor zijn eindexamen vwo in beginsel over voldoende intellectuele kwaliteiten beschikt. Sterker nog, veelvuldig onderzoek binnen medische faculteiten heeft uitgewezen dat er geen verband is tussen de hoogte van eindexamencijfers en studieresultaten. Dat verbaast ook niet zo, want waarom zou er een verband bestaan tussen theoretische kennis en de vereisten voor de beroepspraktijk? Intellectueel talent is wel nodig, maar niet voldoende om een goede dokter te worden. Bij andere studierichtingen, zoals natuurkunde en wiskunde, bestaat zo'n verband trouwens wel.

Allochtonen

Intellectuele kwaliteiten zijn dus niet voldoende voor de opleiding tot arts die ook een flinke praktijkcomponent heeft. Het is trouwens juist die component die de opleiding zo duur maakt dat een numerus fixus op zijn plaats is. Je moet ook beschikken over sociale vaardigheden. Verder is, juist bij deze studie, van steeds groter belang dat er mensen uit allerlei verschillende lagen van de maatschappij tot dokter worden opgeleid. Zo lijkt mij wezenlijk dat wij in de toekomst over artsen beschikken die voortkomen uit allochtone bevolkingsgroepen.

Als we het hierover eens zijn, dan blijkt zonneklaar dat het onzin is om te spreken over verspilling van talent, wanneer diegenen met de allerhoogste eindexamencijfers niet zouden worden toegelaten tot de medische studie. Want uit die cijfers blijkt niets over die andere kwaliteiten. Zouden de hooggetalenteerden, die op grond van intellectuele kwaliteiten eerder voor een wetenschappelijke carrière in aanmerking komen dan voor de meer praktisch medische, niet beter een studie kunnen volgen die niet tot arts opleidt, maar wel tot wetenschappelijk onderzoeker in een van de medische disciplines? Op die manier komen hun talenten uitstekend tot hun recht, terwijl zij geen last hebben van de numerus fixus!

Maar, zeggen de tegenstanders van loting, waarom toets je niet de verschillende kwaliteiten die voor deze studie nodig zijn? Mijn antwoord is: hoe zouden wij dat moeten doen? Door toekomstige studenten te onderzoeken op hun geschiktheid voor de studie, door hen te ondervragen over motivatie, sociale vaardigheden en door al die andere factoren in de beschouwingen te betrekken. Ik denk dat hier het grootste bezwaar tegen een dergelijk selectiesysteem is: het leidt tot een volstrekt subjectief systeem, waarin de menselijke beoordelingsfactor een overheersende rol gaat spelen, zonder enige garantie dat wij aldus de meest geschikte studenten wel, en de minder geschikte studenten niet selecteren.

Het is zo'n twintig jaar geleden juist de psychometrische literatuur geweest die hier doorslaggevend was: wij zijn niet in staat om op basis van dit soort gegevens betrouwbare beslissingen te nemen. Zo'n systeem mag misschien tot enige bevrediging leiden van de aldus afgewezenen, omdat ze een 'kans' hebben gehad, er staat tegenover dat de beslissing in hoge mate onbetrouwbaar en dus willekeurig is: het lijkt een rationele beslissing, maar het is het niet. Het lijkt wel ... loten, alleen we noemen het niet zo.

Ons huidige systeem van gewogen loting erkent dat wij niet beter kúnnen dan loten, en wij doen dat in een afgewogen stelsel, dat prima functioneert, tegen zeer beperkte kosten. Is dat systeem dan niet rampzalig voor al diegenen die zo dolgraag medicijnen zouden studeren, maar tot drie, vier keer toe hun neus stoten? Ja, dat is hard, zoals het voor iedereen hard is die niet in staat is om iets te gaan doen wat hij of zij graag wil, maar zoals ik al eerder zei, de kern van dit probleem zit hem in de numerus fixus zelf. Zouden wij dan niet een uitzondering moeten maken voor dienen die tot drie, vier keer zijn uitgeloot? Ik vraag me dat af: het creeert een stuwmeer, dat onherroepelijk ten koste gaat van andere, eveneens gemotiveerde studenten.

Verwerpelijk

Tenslotte: ik heb mij verbaasd over het college van bestuur van de Erasmusuniversiteit, dat zoals een ieder gehouden is om de wet na te leven. Wij hebben de afgelopen maanden een maatschappelijk debat gehad over de problemen die een 'gedoogbeleid' met zich meebrengt. Ik vind ook in het licht van deze discussie het besluit van het college van bestuur verwerpelijk en bovendien onverantwoordelijk. Ik zie niet hoe het college andere studenten die in een vergelijkbare positie verkeren, kan weigeren. Toch zal dat onvermijdelijk zijn, want dat is nu precies het onoplosbare deel van het probleem.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden