'Geplaagde' rookbranche ziet geld nog altijd binnenrollen
Philip Morris heeft heel hoge winstmarge, vooral dankzij Europa
Tabaksfabrikanten klagen steen en been. Hoge accijnzen en anti-rookmaatregelen bemoeilijken de verkoop van tabakswaren. Tel daar de toegenomen handel in illegale sigaretten bij op en het beeld is dat de grote sigarettenproducenten zware tijden beleven. De aangekondigde sluiting van drie fabrieken in West-Europa, waaronder die van Philip Morris International in Bergen op Zoom, past in dat sombere beeld.
En inderdaad, het is even geen jubeltijd voor de grote tabaksfirma's. Neem de jongste resultaten van Philip Morris, het grootste westerse tabaksconcern, dat in 180 landen sigaretten verkoopt en onder meer de merken Marlboro, L&M, Chesterfield en Philip Morris voert. In de eerste drie maanden van 2014 was de sigarettenproductie 4,4 procent lager dan in het eerste kwart van 2013 (196 tegen 205 miljard stuks). De omzet daalde met bijna 9 procent en de nettowinst met bijna 12 procent.
Valutaschommelingen speelden een grote rol bij die winstdaling. Maar ook als de munten van Brazilië en enkele Aziatische landen niet in waarde waren gedaald ten opzichte van de dollar, was de nettowinst lager uitgevallen dan een jaar geleden.
Zelfs in Azië verliepen de zaken niet voorspoedig. Azië is het beloofde werelddeel voor tabaksfabrikanten. De bevolking groeit er, de welvaart ook en roken is er minder omstreden dan in het westen. De accijnzen op sigaretten zijn er beduidend lager. Desondanks verkocht Philip Morris ook in Azië minder sigaretten en daalden de omzet en de winst.
Geen jubelkwartaal. Maar zware tijden? Ondanks al die minnen blijft de productie van sigaretten een lucratieve business. Op een omzet van 6,7 miljard dollar boekte Philip Morris een kwartaalwinst van 1,9 miljard. Zonder afschrijvingen was dat ruim 2,1 miljard. Er zijn maar weinig branches waar, afgezet tegen de omzet, zo veel geld binnen komt rollen. De meeste winst haalde Philip Morris overigens niet in Azië, maar in de EU met zijn hoge accijnzen.
Die winst gaat voor een groot deel naar de aandeelhouders. Philip Morris heeft het dividend de laatste jaren fors verhoogd en betaalt inmiddels bijna 70 procent van zijn nettowinst uit aan zijn aandeelhouders, een zeer hoog percentage.
Daarnaast koopt het concern op grote schaal eigen aandelen in. Daardoor daalt het aantal uitstaande aandelen, zodat de winst per resterend aandeel stijgt. Vanaf 2008 heeft het bedrijf al bijna 600 miljoen eigen aandelen opgekocht en daar circa 38 miljard dollar aan besteed. De komende jaren gaan de aankopen door.
Zoiets past bij bedrijven die veel winst maken en relatief weinig (hoeven te) investeren. Voor aandeelhouders is dat een feest, maar voor de werknemers van Philip Morris in Bergen op Zoom is dat wat wrang.
undefined