Genoeg kust voor mens én vogel
Broedende strandvogels raken in de knel doordat steeds meer badgasten in hun leefgebied recreëren. Vogelbescherming zet het probleem met een beschermingsplan op de kaart.
Een straffe wind waait over het verlaten strand aan de zuidkant van Texel. Slechts wat spaarzame, witte uitwerpselen in het zand verraden dat er vogels leven. Hans Peeters van Vogelbescherming Nederland tuurt over een rood touw dat een broedgebied op het strand afzet. ‘‘Er zitten hier dwergsterns, toch? Ik zie ze nergens.’’ Dan kijkt hij op van zijn verrekijker. ‘‘Maar kijk daar, achter dat plasje. Een bontbekplevier. Dat compenseert weer een beetje.’’ Het gaat slecht met de duin-en kustvogels in Nederland. Steeds meer soorten worden met uitsterven bedreigd. Andere nemen snel af: in veertig jaar verloor Nederland 85 procent van zijn tapuiten. Strandvogels worden vooral genekt door recreatie, duinvogels leven in een krap leefgebied dat kwalitatief verslechtert.
De bontbekplevier fladdert weg.
‘‘Het is een klein, kwetsbaar vogeltje’‘, zegt Peeters. ‘‘Hij eet insecten en waterdiertjes uit ondiep water en beweegt zo met de vloedlijn mee. Bovendien legt zij haar eieren op het strand. De bontbekplevier schuwt mensen. Op een druk strand zal zij zich nooit wagen, ook al verhongeren haar jongen.’’ Peeters kent verschillende voorbeelden van kolonies standvogels die door toenemende recreatie zijn verdreven. ‘‘Ze vliegen bijvoorbeeld naar afgelegen eilandjes, die onbereikbaar zijn voor recreanten. Maar de beperkte ruimte houdt de kolonies klein.’’ Peeters kent verschillende voorbeelden van kolonies strandvogels. ‘‘Nederland heeft een internationale verantwoordelijkheid. Met Denemarken zijn we het enige land in Noordwest-Europa met veel zandstranden, waar strandvogels afhankelijk van zijn.’’ Duinvogels hebben andere problemen. Zij lijden vooral onder het gebrek aan dynamiek in hun leefgebied. ‘‘Duinen zijn van nature in beweging en herbergen daardoor verschillende leefklimaten’‘, zegt Peeters. ‘‘Maar de Nederlandse duinen liggen ingeklemd tussen zee en beschaving. Dat maakt ze statisch en onbewoonbaar voor veel soorten.’’ Lokaal hielden natuurlijke factoren de dynamiek in stand, zoals konijnen die het landschap regelmatig omspitten en afgrazen. ‘‘Maar de konijnen sterven de laatste jaren bij bosjes door een nieuwe konijnenziekte. Dat werkt direct door op de vogelpopulatie: rond Castricum kelderde de tapuit in twee jaar van dertig naar zeven broedparen.’’ De duinen raken steeds meer in trek, zegt Ruud van Beusekom, ook van de Vogelbescherming. ‘‘In de duinen onder Den Helder sluit een militaire basis. Meteen maken allerlei partijen aanspraak op het terrein. Ondernemers hebben plannen voor maneges, hotels en een golfbaan. Geef ze eens ongelijk: het is een prachtige plek. Maar juist daarom zitten er vogels.’’ De kunst is een balans te vinden tussen mens en natuur, vindt Peeters. ‘‘Ik wil niemand zijn recreatie ontnemen. Maar als we zo doorgaan, verdwijnen veel zeldzame vogels van onze kust.’’ Daarom introduceert Vogelbescherming het beschermingsplan ‘Kust en Vliegwerk.' Onderzoek moet leiden tot concrete adviezen die de vogels ten goede komen. Zo zint Peeters erop om de paar kilometer een stuk strand te reserveren voor vogels.
‘‘Honderd meter per keer kan misschien al volstaan. We gaan geen badgasten pesten. De Nederlandse kust is lang genoeg voor mens en natuur. Maar we moeten bewust met onze ruimte omgaan.’’