Gemok van kerken getuigt van creatieve armoede
Religieuze omroepen krijgen geen geld meer. Dat is geen ramp, kerken hebben communicatiemogelijkheden genoeg.
De reacties op het 'ontfinancieren' van kerkelijke zendgemachtigden als Ikon en RKK waren, ook in deze krant, voorspelbaar: een heidense rotstreek om gelovigen achter de voordeur weg te metselen.
Het besluit van het kabinet om te stoppen met het betalen van de zendtijd van de kerken is het sluitstuk van een ontwikkeling die al jaren gaande is. Uitgesproken religieuze programma's kunnen op weinig belangstelling rekenen. Dus leiden levensbeschouwelijke omroepen een marginaal bestaan in de periferie van de zendschema's. Op zaterdagmiddag en zondagmorgen zijn religieuze mediareservaten ingericht die slechts door enkelen worden bezocht.
Kerkgerelateerde omroepen beseffen ook zelf dat zij water bij de wijn moeten doen om een beter tijdslot te krijgen. Dus zien we Paul Rosenmöller namens de Ikon de wereld rondtrekken om onrecht te slechten en verzorgt de RKK met Kruispunt een wekelijkse cursus in rouwverwerking. Prima programma's die aardig scoren, maar de kerkelijke signatuur is met waterverf geschreven. Het is wat overdreven om te doen alsof het verdwijnen van deze programma's inhoudt dat de religieuze pluriformiteit in het omroepbestel verdwijnt.
Als de kerkelijke zendgemachtigden geen geld meer krijgen, zullen de grote confessionele omroepen kleur moeten bekennen. Zij hebben hun eigen identiteit laten verschralen en leunen maar wat graag op de kleine kerkelijke broeders en zusters. Nu moeten ze zelf aan de bak.
Neem de KRO, waar minstens negentig procent van de financiering van de eigen afdeling godsdienst uit het RKK-budget komt. Als die afdeling geliquideerd wordt, weten we meteen wat levensbeschouwelijke profilering de KRO écht waard is. Slagen de KRO en de NCRV wel voor deze lakmoesproef, dan krijgt het omroepbestel eindelijk wat meer kleur.
Ook andere omroepen zouden zingeving serieuzer moeten nemen. Met 'De Meiden van Halal' heeft de NPS laten zien dat een niet-confessionele omroep uitstekend in staat is om religieuze thema's aan de orde te stellen. Dan kan de bezuiniging nog wel eens een vermomde zegen blijken.
Het kerkelijke gemopper dat kerken geen geld hebben om hun programma's zelf te betalen, legt vooral veel creatieve armoede bloot.
De toekenning van deze zendtijd stamt uit een verleden toen toegang tot massamedia schaars en duur was. Daarom trok de overheid de regie naar zich toe om de presentie op radio en televisie onder zo veel mogelijk denominaties te verdelen. Inmiddels zijn er volop mogelijkheden om met bescheiden budgetten brede doelgroepen te bereiken. Door YouTube, sociale media en andere internet-toepassingen kan iedereen zijn eigen televisiekanaal beginnen.
Het wegvallen van gesubsidieerde zendtijd daagt kerken uit om innovatieve en eigentijdse communicatie prioriteit te geven. Niet door flitsende reclamemakers in te huren maar door hun oeropdracht weer serieus te nemen: evangelisatie.
De praktijk wijst de andere kant op. Ook de kerken zelf snijden volop in hun communicatiebudgetten. Tachtig procent van de communicatie richt zich op hoogstens twintig procent van de achterban die toch al voor de Heer gewonnen is, met de kansel als dominant communicatiekanaal, muffige kerkblaadjes en weinig aansprekende websites. De inzet van sociale media blijft beperkt tot een enkeling die vrome overwegingen de ether in stuurt. Bij de megamanifestatie The Passion kwam het meeste geld uit omroepbudgetten en zaten de kerken voor een dubbeltje op de eerste rij. Publieksvriendelijke initiatieven zoals 'De preek van de leek' en de 'Nacht van de theologie' vinden eerder plaats ondanks dan dankzij steun van de gevestigde kerkelijke orde.
Het wegvallen van godsdienstgebonden zendtijd kan niet los worden gezien van de verschralende betekenis van kerk en geloof voor het grootste deel van de Nederlandse bevolking. Het is aan de kerken die handschoen op te pakken en weer aansprekend te zijn.
Door zich mokkend op te sluiten in hun vermeende verdomhoekje, duwen de kerken hun eigen verantwoordelijkheid weg om die relevantiekloof te dichten.
undefined