Geld verdienen is mannenwerk, maar hier is man noch werk
In Syrische vluchtelingenkampen is de vrouw kostwinner, én opvoeder, én huishoudster. 'In Syrië kon ik alles betalen wat we nodig hadden.'
BHANNINE - Rawa Oem Ahmed legt de huilende Ahmed, net zes weken oud, aan haar borst. Ze heeft het zwaar, sinds ze zeven maanden geleden naar Libanon vluchtte vanuit Hama in Syrië. Haar huis daar is platgebombardeerd, haar man gedood.
Naast kersverse moeder is ze nu ook kostwinner. "Alles komt nu op mij neer. Ik kook, maak schoon, zorg voor de kinderen en ik moet geld verdienen", zegt de dertigjarige Rawa.
Niet alleen het geweld treft Syrische vrouwen, ook moeten ze als vluchteling een nieuwe rol aannemen, aldus twee rapporten die deze week uitkwamen, een van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, de ander van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch. 165.000 gevluchte vrouwen zijn nu kostwinner geworden volgens UNHCR; omdat hun man is overleden of opgepakt, of omdat er simpelweg geen werk voor hen te vinden is.
Rawa's huis bestaat uit een wit zeil dat is opgetrokken over balken van licht, splinterig hout. De tent is versierd met papieren lantaarns en slingers die haar andere vijf kinderen maakten op de Unicef-school in het kleine vluchtelingenkamp waar 330 mensen wonen. In de hoek staat een ouderwetse televisie, volgeplakt met Hello Kitty-stikkers. "Daar heb ik hard voor gespaard," zegt Rawa grimmig.
Rawa werkte in een verpakkingsfabriek, waar ze groente inpakte. De moeder van haar man, die ook vluchtte, paste op de kinderen. Ze verdiende nog geen vijf euro per dag, de helft van wat een man verdient. "Vrouwen krijgen minder salaris. Waarom weet ik niet," zegt ze.
Inmiddels is ze gestopt met werken vanwege de baby, een ander heeft nu haar baan. Net als 94 procent van de vrouwen in het UNHCR-rapport, ziet ze de nieuwe verantwoordelijkheid van vrouwen niet als een positieve ontwikkeling. Het is dat ze weduwe is, maar geld verdienen is wat haar betreft mannenzaak. Wat niet wil zeggen dat het leven gemakkelijk is voor hen die wel een man hebben. "Voor de mannen is er geen werk" zegt Rawa, terwijl haar vrouwelijke familieleden heftig ja knikken. Het zijn vaak de vrouwen die baantjes vinden in restaurants of als plukkers in de velden. De concurrentie is moordend; er zijn in Libanon meer dan een miljoen Syrische vluchtelingen.
Het was hier voor het eerst dat Rawa werkte; in Syrië zorgde ze alleen voor het huishouden. Maar het was noodzaak; de 22 euro per persoon die zij en haar zes kinderen krijgen van de Verenigde Naties zijn niet genoeg. Bovendien is er nog de huur van de tent à 72 euro.
Budgetteren was iets nieuws voor Rawa. "In Syrië kon ik alles betalen dat we nodig hadden. Vis, vlees, kip", somt ze op terwijl haar ogen oplichten. Nu bedelt ze aan het einde van de maand bij de buren om een kopje suiker, een portie rijst. "Vaak eten we maar twee keer per dag," zegt ze.
Het leven met minder heeft haar kookkunsten veranderd; hoofdingrediënten zijn nu rijst, olie en aardappels. Vlees kan ze heel af en toe betalen; groente is er sporadisch.
Met name deze maand is dat pijnlijk; tijdens de Ramadan wordt er normaal extra feestelijk gekookt. Maar dat is er dit jaar niet bij.
undefined