Geïsoleerd, maar niet alleen
De isoleercel is een noodzakelijk kwaad, was het idee in de geestelijke gezondheidszorg. Maar er blijkt ook een heel andere aanpak mogelijk.
Vreemde handen duwden haar een donker kamertje binnen; daglicht kwam slechts door één hoog raampje. In een hoek stond een bed dat met roestige klinknagels aan de vloer was bevestigd. Verder was het leeg. Buiten hoorde ze het gekletter van sleutels, toen viel de deur dicht. Ze had geen idee wanneer die weer open zou gaan. Óf die ooit nog open zou gaan.
Kunstenares Mieke Mostermans (56) was psychotisch, angstig en achterdochtig toen ze 32 jaar geleden in een isoleercel werd opgesloten. Daar knapte ze niet bepaald van op. "Ik was bang, ik zocht troost maar ik kreeg het tegenovergestelde: afstand en kilte. Het was een nachtmerrieachtige ervaring." Ze herinnert zich nog de kartonnen hoeden die er lagen. "Die zette ik eerst op mijn hoofd, ik denk dat iedereen dat doet. Je snapt gewoon niet dat je daar je behoefte in moet doen." Een isoleercel heeft geen wc, ontdekte ze.
Dat separatie - gedwongen afzondering achter gesloten deuren - heel traumatisch kan zijn, is bekend in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Nog niet zo lang geleden dachten psychiaters dat een agressieve of suïcidale patiënt maar het best tot rust kon komen in een prikkelarme ruimte. Mede dankzij ervaringsdeskundigen als Mostermans, die zich jarenlang inzette voor afschaffing van de isoleercel, veranderde dat denkbeeld. Opsluiting leidt tot gevoelens van machteloosheid, stress en schaamte. Tot woede, niet tot rust.
Sinds begin deze eeuw proberen overheid en ggz-instellingen daarom de eenzame opsluiting terug te dringen. Met redelijk succes: in 2008 werd 11,8 procent van het totaal aantal psychiatrische patiënten opgesloten in een isoleercel, vier jaar later 6,5 procent. Maar dat percentage moet, vindt iedereen, nog veel verder omlaag.
"Er was een toenemend besef dat patiënten niet beter werden van separatie", zo vat psychiater Tom van Mierlo, directeur behandeling bij GGz Breburg, de ontwikkeling samen. "Alleen: er was in psychiatrische ziekenhuizen niet veel anders mogelijk." De nadruk lag op de veiligheid van patiënt en zorgverleners, op het beheersen van risico's. Als opsluiten niet kon, wat moest een verpleegkundige dán met een psychotische, agressieve man die volledig uit zijn dak ging?
undefined
High & Intensive
Het antwoord ligt mogelijk besloten in een nieuwe vorm van crisisopname die nu door GGz Breburg en 23 andere zorginstellingen wordt ingevoerd: de High & Intensive Care (HIC). Deze aanpak is gericht op het voorkómen van eenzame opsluiting en volgens een eerste onderzoek lukt dat: in een aantal deelnemende klinieken wordt al veel minder gesepareerd.
Bij voorloper GGz Breburg in Tilburg staat de teller op één separatie sinds de opening van de HIC-afdeling in februari dit jaar. Die ene keer liep de spanning toch nog ouderwets hoog op tussen een cliënt en zijn behandelaars. "Tot onze spijt", zegt psychiater Sandra Vos.
Vos geeft een rondleiding over de nieuwe, dempende tapijten van het HIC-gebouw, langs muren in zachte, blauwgroene tinten - héél rustgevend. Hoeken zijn afgerond, deuren weggehaald: gangen en kamers ogen ruim en licht, er zijn terrassen en tuinen. Samen moeten ze een healing environment vormen, een omgeving die bijdraagt aan het herstel van mensen die vanwege een psychose of zware depressie in crisis zijn.
De afdeling telt nog één Extra Beveiligde Kamer, de isoleercel nieuwe stijl waarin dit jaar dus die ene patiënt 'in afzondering werd verpleegd'. Vos laat zien hoe de ruimte verschilt van het donkere kamertje waarin Mostermans 32 jaar geleden belandde. Hier is wél een wc, zonder bril, ingebouwd in de muur. Ook bevat de kamer, die dankzij een dakraam wel licht is, een waterpunt dat de patiënt kan bedienen met een sensor (een kraan zou hij er in woede af kunnen rukken). Zelf bepalen wanneer je iets drinkt, is al veel prettiger dan via de intercom om een bekertje vragen, zoals dat in de ouderwetse isoleercel moest.
undefined
Ingeleefd
Het is een van de vele details waaruit blijkt dat de bedenkers van het HIC-model - onder wie Van Mierlo - zich hebben ingeleefd in de psychiatrische patiënt. Als die onverhoopt toch in de Extra Beveiligde Kamer terechtkomt, wat maakt dan dat hij daar met zo min mogelijk schade weer uit komt? Hoe kan hij zijn zelfregie zo gauw mogelijk terugkrijgen? Sowieso zit er voortdurend een hulpverlener op een krukje voor de deur, dichtbij, om gevoelens van eenzaamheid te verminderen.
Maar het liefst proberen de hulpverleners te voorkomen dat de vlam in de pan slaat. "Het gaat nooit inééns mis met een cliënt; als je terugkijkt, zie je altijd signalen", zegt Vos. "We vragen nu aan cliënten: Hoe kunnen we aan jou zien dat je de controle over jezelf dreigt te verliezen? Dan zegt de een: Ik ga ijsberen. Anderen gaan rode kleren dragen, trekken zich terug op hun kamer of gaan ineens heel veel praten. Vervolgens vragen we: En wat helpt jou in zo'n situatie?"
Veel meer dan vroeger maken hulpverleners contact met de patiënt; ze betrekken hem bij zijn behandeling. Is dat nou het ei van Columbus, dé manier om patiënten uit de isoleercel te houden?
Het klinkt inderdaad heel logisch, zegt Vos. Maar kijken naar iemand die boos wordt, niet weglopen om versterking te halen maar zeggen: 'Ik word bang van u, ik ben verpleegkundige en ik sta te trillen op mijn benen, kunt u me soms helpen?' - die kwetsbaarheid tonen vergt moed.
Wordt een cliënt toch heel agressief of angstig, dan zijn er de Intensive Care Units: grote, lichte kamers die ruimte bieden aan één cliënt én zijn hulpverlener. Hier kunnen zij zich terugtrekken voor een één-op-één-behandeling. Hulpmiddel daarbij is de speciale vloer: op de ene helft ligt zeil, op de andere laminaat. "Zo kun je zeggen: Dat is jouw ruimte, dit is die van mij", zegt Vos.
Niet alleen de inrichting van de ruimtes, ook de bejegening van psychiatrische patiënten is zachter, minder hoekig. Dat moet al blijken in de eerste vijf minuten, legt Vos uit. "Vroeger werden mensen hier met de ambulance binnen gebracht, op een brancard, geboeid en op hun buik. Daar werd dan bij gezegd: Deze meneer moet in de separeer. Geen wonder dat die meneer dan heel erg kwaad was."
Nu pakt het personeel van de High & Intensive Care het anders aan, vertelt psychiatrisch verpleegkundige Manuela Konings: zij onthaalt de nieuwe cliënt gastvrij in een prettige ruimte, serveert koffie aan een ronde tafel. "Je kunt vaak opnieuw met elkaar beginnen, een nieuwe start maken. De patiënt is boos op de mensen die hem hebben binnengebracht, maar niet op jou. Ik vroeg laatst aan een man: Wat denk je nou dat jou helpt? Hij zei : Roken. Toen zijn we samen buiten gaan roken."
Een Intensive Care Unit. De vloer is deels laminaat, deels zeil. 'Zo kun je zeggen: Dat is jouw ruimte, dit is die van mij.'
undefined