Geen tijd voor feesten

Macedonië is binnenkort jarig. Op 8 september wordt de Balkanstaat tien jaar. Te vieren valt er weinig. Want door de voortdurende onenigheid tussen Macedoniërs en Albanezen zijn de voor uitzichten somber voor de republiek die onder de titel Former Yugoslav Republic of Macedonia (FYROM) formeel nog altijd voorzien is van een tijdelijke naam.

Nicole Lucas

Wanneer Macedonië zijn onafhankelijkheidsdag viert? Bij persbureau MIA leidt de vraag tot grote verwarring. Pas na vijf keer doorschakelen weet iemand het zeker: op 8 september wordt herdacht dat de meerderheid van de bevolking zich in 1991 in een referendum uitsprak voor het losweken van Macedonië uit de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië.

Het mag tekenend heten dat die dag ver in het geheugen is weggezakt. Want Macedonië werd destijds een staat tegen heug en meug. Natuurlijk waren (en zijn) er in de kleine Balkanrepubliek verstokte nationalisten voor wie onafhankelijkheid de verwezenlijking was van een lang gekoesterde droom. Maar anders dan voor nogal wat Slovenen en Kroaten, was voor veel inwoners van Macedonië het oude Joegoslavië geen 'kerker,' maar voelden ze zich er best thuis. Het bevrijdde hen immers van de dreiging van Grieken, Bulgaren en Serviërs die, ieder om hun eigen redenen, de regio en zijn inwoners claimden.

Met het uiteenvallen van de veelvolkerenstaat bleef er voor Skopje echter weinig keus. Een eigen staat leek uiteindelijk meer perspectief te bieden dan achterblijven in een door Servië gedomineerd en gehalveerd Joegoslavië. Dat vond althans bijna 95 procent van de mensen die in september 1991 de moeite namen naar de stembus te gaan om te beslissen over de toekomst van Macedonië. De Albanezen in het land hoorden daar niet bij. Die voelden - net als de piepkleine Servische minderheid in het land - niets voor onafhankelijkheid en boycotten de stembusgang. Zij vreesden in een ondergeschikte positie te belanden in de nieuwe staat.

De EU zag het anders. Op 17 januari 1992 erkende de Europese lidstaten Macedonië als onafhankelijke staat. Het land had het examen als 'nette staat' - criterium ondermeer: de behandeling van minderheden - ruimschoots gehaald. Alleen de naam, dat bleef - door voortdurend verzet van de Grieken - een struikelblok. Tot op de dag van vandaag is de republiek daarom nog altijd voorzien van een tijdelijk etiket: Former Yugoslav Republic of Macedonia (Fyrom). Maar de buren zijn allemaal bijgedraaid. Athene voorop, dat inmiddels als de grootste buitenlandse investeerder in 'Skopje' geldt.

Het voortbestaan van Macedonië wordt niet langer van buitenaf bedreigd. De staat wordt van binnenuit uitgehold. In februari begon een handvol Albanezen met een gewapende strijd die officieel tot doel heeft de rechten van hun volksgenoten te verbeteren. Het bestaan van Macedonië, benadrukken zij nu voortdurend, hebben zij inmiddels volledig aanvaard. Ze strijden slechts voor meer rechten, zodat de Albanezen volwaardig kunnen participeren in de Macedonische staat.

Is het echt zo slecht gesteld met de positie van de Albanezen? ,,Het is een vast gegeven, niet alleen op de Balkan, maar onder de meeste Europese minderheden, dat elke nationale groep meent dat ze krachtiger wordt onderdrukt dan welke ook'', schrijft Misha Glenny in zijn The Fall of Yugoslavia, naar aanleiding van een bezoek in de zomer van 1991 aan Tetovo. Hij constateert dat sinds de eerste 'vrije' verkiezingen in 1990 in Macedonië de onderdrukking van de Albanezen snel is afgenomen. ,,En toch lijken de Albanezen hier het verleden bijna met tegenzin van zich af te schudden''.

Tien jaar later constateert de mensenrechtenorganisatie Helsinki Rights Watch dat er in Macedonië weliswaar nog het een en ander te wensen overblijft als het om mensenrechten gaat - de vertegenwoordiging van Albanezen in het overheidsapparaat bijvoorbeeld kan stukken beter -, maar alarmerend vindt de organisatie de situatie niet: over buurland Griekenland spreekt Helsinki Rights Watch in ieder geval heel wat hardere woorden.

Het 'Akkoord van Ohrid', vorige week gesloten onder toezicht van de internationale gemeenschap, moet in de leemtes voorzien. Meer Albanezen bij de overheid, de politie voorop, Albanees als officiële taal in regio's waar Albanezen minstens twintig procent van de bevolking uitmaken, geld voor Albanees universitair onderwijs, een vetorecht voor minderheden in bepaalde kwesties in het parlement.

De komende weken zal moeten blijken of dit inderdaad is waarvoor de Albanezen zeggen te strijden. Of dat er toch de verborgen agenda was, die een meerderheid van de Macedoniërs allang vermoedt. Zij vinden dat het westen zich volstrekt in de luren laat leggen door het 'mensenrechtenbetoog' van de Albanese politieke partijen.

De Britse journalist Tim Judah laat in zijn boek Kosovo, war and revenge zien hoe gevoelig het westen inderdaad is voor juist dit argument. Terwijl, zo schrijft hij, óók de oorlog in Kosovo, ,,een fundamenteel gevecht was tussen twee volken voor het beheer van hetzelfde stuk grond. In onze tijd echter zijn mensenrechten een invloedrijke factor geworden in de internationale politiek. Dat wil niet zeggen dat de Kosovaren niet te lijden hadden onder zware schending van mensenrechten door de Servische autoriteiten. Dat deden ze wel. Maar het wil wel zeggen dat de kwestie van de mensenrechten een ander wapen werd in het arsenaal van de Kosovaren.''

De ontwikkelingen in het zuiden van Servië ondersteunen de analyse van Judah. De guerrillagroepering, die daar onder de naam UCPMB kort na het einde van de Kosovo-oorlog, opdook in de zogeheten Presevo-vallei, had het ook over achterstelling en onderdrukking, maar eiste in één moeite door aansluiting van de regio bij Kosovo. En kreeg daar dan ook nauwelijks bijval van de internationale gemeenschap voor, zeker niet toen Joegoslavisch president Slobodan Milosevic eenmaal van het toneel was verdwenen.

Dat wil overigens niet zeggen dat, toen eerder dit jaar een enquête onder inwoners van Macedoniërs uitwees dat een meerderheid van Albanezen zijn toekomst in Macedonië zag, en niet in een 'Albanees Macedonië', een Groot-Kosovo of een Groot-Albanië, zij en masse hebben gelogen. Conflicten hebben immers hun eigen dynamiek.

De gevechten, de doden, de verwoestingen hebben zowel aan Albanese als Macedonische kant geleid tot extremisme, onverzoenlijkheid en vooral een groot, groot wantrouwen. Contacten tussen beide groepen waren er in het verleden sowieso al maar in beperkte mate: anders dan bijvoorbeeld in Bosnië werd er in Macedonië nauwelijks 'interetnisch' getrouwd. Nu lijkt het erop dat alleen nog wat idealistische buitenlanders als trait d'union proberen te fungeren.

Dat betekent dat, zelfs ls beide partijen van goede wil zijn, de kansen klein zijn dat het conflict in Macedonië met een sisser afloopt. De Albanezen gaan er bij voorbaat vanuit dat de Macedoniërs het akkoord proberen te traineren, de Macedoniërs hoeven niet te discussiëren over de vraag of de Albanese rebellen hun wapens inleveren: nee dus.

Meer onrust lijkt daarom eerder voor de hand te liggen dan een, al dan niet gespannen, vrede. En volgens de 'internetdenktank' Stratfor zijn de Albanese rebellen (deels afkomstig uit Macedonië, deels uit Kosovo) bij aanhoudende strijd zwaar in het voordeel. ,,Wat de Navo en de Macedonische troepen tegenover zich weten zijn in principe de beste strijders van de Balkan. De groep bestaat uit veteranen met ervaring in Servië en Kosovo''.

Ze zijn goed bewapend, goed bekend met het terrein, dat bovendien in het voordeel is van een guerrillamacht. Daar staat een Macedonisch leger tegenover dat weliswaar - op papier in ieder geval - over meer mankracht kan beschikken, maar slecht bewapend is (anders dan in Bosnië nam het Joegoslavische Volksleger in 1992 alles wat los en vastzat mee uit Macedonië) en niet opgewassen is tegen de tactiek van de 'vijand'.

Een volstrekt nieuwe Albanese rebellengroepering maakt de vooruitzichten er niet beter op. Het mysterieuze Albanese Nationale Leger (AKSh) heeft laten weten geen enkele boodschap te hebben aan welke afspraak met welke 'Slaaf' dan ook. Het heeft ook geen boodschap aan westerse gevoeligheden en roept onverbloemd op tot een strijd voor een Groot-Albanië. Dat, volgens het AKSh, naast delen van Servië en Macedonië en geheel Kosovo, óók een deel van Montenegro omvat.

In dit klimaat zendt de Navo troepen naar Macedonië. In het slechtste scenario gaan, ondanks het akkoord, de gevechten de komende weken gewoon door, in een iets minder slecht scenario zal de strijd de komende tijd wat luwen. Dat over dertig dagen de wapens zijn ingeleverd en de vrede is ingetreden, gelooft echter bijna niemand.

Het lijkt daarom bijna onvermijdelijk dat de Navo een nieuwe langdurige missie op de Balkan wacht, hoe graag de lidstaten dat ook zouden willen vermijden. Dat de Navo daarbij de Albanese rebellen in Macedonië hard zal aanpakken, lijkt onwaarschijnlijk. Het bondgenootschap heeft immers ook rekening te houden met de veiligheid van de 40 000 manschappen die in naburig Kosovo verkeren en die het door de Albanezen daar knap lastig kan worden gemaakt. Ingrijpen lijkt daarom onvermijdelijk uit te lopen op een 'scheiding van de partijen', zoals in Bosnië - en eerder in Kroatië - is gebeurd.

En daarmee wordt dan een nieuwe stap gezet in de vorming van natie-staten op de Balkan. In de woorden van historicus Timothy Garton Ash in History of the Present: ,,Het begint erop te lijken alsof het hele verhaal van Europa in de 20ste eeuw met post-imperialistische federaties en communistische multinationale staten slechts een onderbreking was van een langer, onderliggend proces van het scheiden en kneden van mensen in natiestaten. In West-Europa deden we het eerder, grootschalig, door veroveringen en gedwongen assimilatie. In Midden-Europa werd het karwei geklaard in de eerste helft van de 20ste eeuw, door oorlog, het opnieuw tekenen van grenzen en etnische 'zuivering' op grote schaal. Nu volgt Zuidoost-Europa, zich daarmee, zou je haast zeggen, bij modern Europa voegend''.

Macedonië zal zijn tiende verjaardag wel vieren. Hoeveel ouder het, in deze hoedanigheid, wordt, valt nog te bezien.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden