Geen ontmoeting met de koning voor Bialowitz
Van een ontmoeting met koning Willem-Alexander is het niet gekomen, vertelt Joe Bialowitz, zoon van de laatste overlevende van de opstand in Sobibor. Aan het hek van paleis Noordeinde in Den Haag sprak zijn vader wel met een van de beveiligers. Ook had hij een ontmoeting met vertegenwoordigers van het Internationaal Strafhof, voordat hij dinsdagavond op de Haagse Hogeschool zijn verhaal vertelde aan zo'n tweehonderd toehoorders. Net zoveel mensen waren vorige week vrijdag afgekomen op zijn lezing in Elburg.
Philip Bialowitz was vijftien toen de nazi's hem deporteerden naar het vernietigingskamp Sobibor in zijn geboorteland Polen. Als 'werkjood' was hij er getuige van hoe anderen, onder wie veel Nederlandse Joden, meteen na aankomst werden vergast. Daarover had hij de koning willen vertellen, zei hij vorige week in Trouw.
Lezers vroegen zich af of dat er van gekomen was. Niet dus.
De Rijksvoorlichtingsdienst laat weten dat er geen verzoek was ingediend en dat de agenda van de koning op korte termijn ook geen ruimte zou bieden voor een ontmoeting.
Maar de ervaringen van de overlevenden van Sobibor hebben in ruime mate de aandacht van de koning, aldus een woordvoerder. Willem-Alexander was op 30 juni aanwezig bij het concert 'Er reed een trein naar Sobibor' in de Westerkerk in Amsterdam. Overlevende Jules Schelvis vertelde daar over het 72-uur durende transport van Westerbork naar Sobibor. Na afloop sprak de koning met Schelvis, oprichter van de Stichting Sobibor die Bialowitz naar Nederland haalde.
Bialowitz nam op 14 oktober 1943 deel aan de opstand in het Sobibor, die hij als een van de weinigen overleefde. Na de opstand maakten de Duitsers het kamp met de grond gelijk. De opstandelingen hadden afgesproken dat wie overleefde de wereld zou vertellen wat er in het afgesloten kamp was gebeurd.
undefined