Geen ivf voor rookster is willekeur
Toen de Utrechtse hoogleraar onvruchtbaarheid Nick Macklon deze week voorstelde om rooksters geen ivf meer te geven, kreeg hij van collega’s de wind van voren. Zij beschikken over stevige argumenten.
Als buitenstaander zou je verwachten dat ongewenst kinderloze vrouwen die voor een ivf-behandeling aankloppen, in elk geval de sigaret de deur uit hebben gedaan. Van roken is immers uitvoerig aangetoond dat het de vruchtbaarheid – én de vrucht – aantast.
Wie een kind wil, stopt dus met roken. Maar zo rationeel zit niet iedereen in elkaar. Van de vrouwen die ivf ondergaan, rookt 43 procent. Dat is gebleken uit een inventarisatie in Nederlandse ivf-klinieken tussen 1983 en 1995. Recente cijfers ontbreken, maar waarschijnlijk roken er nu – tien jaar en vele anti-rookcampagnes later – minder vrouwen, ook al omdat artsen voorafgaand aan de ivf-behandeling zijn gaan waarschuwen voor de risico’s.
Patiëntes die toch onverstoorbaar doorpaffen, hebben vier tot zes ivf-cycli nodig om een kind te krijgen; niet-rooksters twee à drie. Pure geldverspilling, vindt Macklon. Daarom adviseert hij: eerst de tabak in de ban, dan pas behandelen.
Helaas is die redenering niet consequent. Ook overgewicht, stress en een hoge leeftijd verlagen de kans op een geslaagde ivf-behandeling, maar daar wil Macklon geen voorwaarden aan verbinden. In Groot-Brittannië is het precies andersom. Daar hebben artsen voorgesteld om dikke vrouwen niet meer te behandelen; tabaksverslaving geldt er niet als belemmering. Zo wordt het beleid erg willekeurig.
In feite betreft het hier een oud dilemma: de eigen-schuld-dikke-bult-houding versus het besef dat je mensen niet aan hun lot kunt overlaten. Zo vragen veel cardiologen zich af of ze een roker met hart- en vaatziekten moeten behandelen. Maar ondanks het risicogedrag van die patiënt, die dat kennelijk slecht in de hand heeft, krijgt hij in de praktijk dezelfde therapie als ieder ander. Waarom dan een uitzondering maken voor rooksters en ivf?
Macklon suggereert bovendien dat een 33-jarige rookster net zo’n slechte kans heeft om zwanger te worden als een 43-jarige niet-rookster. Maar volgens zijn collega’s is dat overdreven. Als de hoogleraar echt iets wil veranderen, moet hij op zijn minst een eerlijke voorstelling van zaken geven.
Verder stelt Macklon voor om vrouwen tijden de ivf-procedure intensiever te begeleiden, zodat er meer aandacht kan worden besteed aan de verslaving. Op dat punt hebben zijn collega’s geen kritiek geuit.