Geen excuus, wel diepe spijt en berouw

Asscher: Waarom toch maakte Nederland pas zo laat een eind aan die mensonterende praktijken?

MEINDERT VAN DER KAAIJ

Er was op meer gehoopt, maar uiteindelijk werd het 'diepe spijt en berouw'. Het woord 'excuses' kwam gisteren niet over de lippen van vicepremier Lodewijk Asscher in zijn toespraak in het Amsterdamse Oosterpark bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij.

Het was op 1 juli precies 150 jaar geleden dat de Tweede Kamer een einde maakte aan de slavernij. Op die dag klonken om zes uur in de ochtend in Suriname en op de Antillen 21 saluutschoten om de herkregen vrijheid te vieren. Met datzelfde aantal saluutschoten begon gisteren de grote herdenking en viering bij het Slavernijmonument.

Asscher zei met gemengde gevoelens bij dat monument te staan. Het was feest vanwege die afschaffing, maar tegelijk zei hij gebukt te gaan onder de 'schandvlek' in de Nederlandse geschiedenis. Hij sprak zijn verbijstering uit over de 'mensonterende praktijken' en worstelde met lastige vragen. Hoe konden mensen andere mensen als koopwaar behandelen en waarom maakte Nederland aan die situatie zo laat een einde? Tevens constateerde hij dat 'u en ik niet verantwoordelijk (zijn) voor wat onze ouders of voorouders deden'. Maar hun verleden dragen we volgens Asscher wel met ons mee.

Zijn betuiging van 'diepe spijt en berouw over hoe Nederland is omgegaan met de menselijke waardigheid' doen denken aan de woorden die oud-minister Van Boxtel in 2001 namens de regering uitsprak op de anti-racismeconferentie in Durban: 'diepe spijt, neigend naar berouw'. Het neigen is er nu vanaf.

Er zijn nog meer verschillen. De spijtbetuiging kwam gisteren op een plek en gelegenheid die betekenisvoller zijn dan toen Roger van Boxtel, gisteren ook bij de plechtigheid aanwezig, zijn uitspraak deed. Van die toespraak zijn, voor zover bekend, niet eens bewegende beelden beschikbaar. Asscher sprak zijn diepe spijt uit op een memorabel moment in aanwezigheid van de Antilliaanse en Surinaamse gemeenschap. Hij sprak niet alleen voor hoogwaardigheidsbekleders, maar ook voor duizenden anderen die ide herdenking op schermen konden volgen. Op de eerste rij hoorden het staatshoofd koning Willem-Alexander en zijn vrouw Máxima de spijtbetuiging aan.

Voorzitter Eddy Campbell van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis, toonde zich lichtelijk teleurgesteld over het uitblijven van het excuus. Hij roemde het recente royale gebaar van de Raad van Kerken die sprak van het 'onnoemelijke leed'. Hij constateerde dat de emancipatie van Surinamers en Antilianen nog lang niet is voltooid. Zij ontbreken in de rechtelijke macht, in de wetenschap en niet in de laatste plaats in de politiek. Hij wees erop dat het kabinet volledig autochtoon is, terwijl regeringen van veel andere landen, tot Italië aan toe, gekleurde ministers hebben.

Het was gisteren niet eenvoudig om te peilen wat het publiek van de spijtbetuiging vond. Tot twee keer toe herhaalde presentator Humberto Tan de woorden van Asscher zonder dat dit veel bijval kreeg. Mensen waren wellicht meer in een feest- dan een herdenkingstemming.

Na de herdenking begon het Keti Koti Festival in het Oosterpark. De roep om van 1 juli voortaan een nationale feestdag te maken waarop iedereen vrij heeft, viel daar beduidend vaker te horen dan de eis om excuses.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden