Geen Chevrolet, wel Iraanse Goudse kaas
De Iraanse autowegen onveilig maken in een Chevrolet - voor sommige Iraniërs bestaat er niets mooiers dan dat. En nu de internationale sancties tegen hun land zijn opgeheven, zagen ze deze wensdroom al bijna in vervulling gaan.
Er waren al tweehonderd Chevrolets door Iran besteld, met een gezamenlijke waarde van 7 miljoen dollar. Maar toen deze net ingeladen waren voor verscheping naar de islamitische republiek, ontving de importeur een telefoontje van het Iraanse ministerie van industrie, mijnbouw en handel. Of ze de Chevrolets maar weer uit konden laden want de koop kon niet doorgaan. Met onmiddellijke ingang gold er een verbod op de import van Amerikaanse auto's.
Het ministerie had hiertoe besloten na een toespraak van geestelijk leider Khamenei. Die had zich uiterst kritisch uitgelaten over de import van buitenlandse goederen en in het bijzonder over die van Amerikaanse auto's. "Zelfs de Amerikanen zijn er niet in geïnteresseerd om dergelijke auto's te kopen", liet Khamenei weten. "Vanwege het gewicht van de auto's en hun enorme brandstofverbruik. Waarom zouden wij die dan moeten importeren? Dat is heel raar!"
Ayatollah Khamenei ziet duidelijk niet in wat Iraniërs te zoeken hebben in Chevrolets. De rijke jeugd die in buitenlandse auto's rijdt, lijdt volgens hem zonder twijfel aan een identiteitscrisis en heeft geen fatsoenlijke opvoeding genoten. Een fascinatie met buitenlandse goederen is een slechte zaak, aldus de ayatollah. Mensen zouden juist gestimuleerd moeten worden om Iraanse producten te kopen en zo de binnenlandse economie te steunen.
Alles goed en wel, maar deze visie van Irans machtigste man sluit niet echt lekker aan bij de onlangs opgeheven sancties. Er zullen vanaf nu immers steeds meer buitenlandse bedrijven naar Iran komen die de markt zullen overspoelen met hun producten. Een van de grote voordelen die Iraanse burgers zien in de opheffing van de sancties is nu juist een grotere beschikbaarheid van buitenlandse producten op de Iraanse markt.
Toch zal het niet echt makkelijk worden voor buitenlandse producenten om de Iraanse markt te veroveren. In de elektronica-branche waarschijnlijk wel. Daar zie je dat Sony, LG en Samsung de markt al jaren domineren. Maar in bijvoorbeeld de voedingsbranche ligt dat toch anders. De buitenlandse bedrijven zullen er al gauw achterkomen dat een groot deel van de 80 miljoen zielen tellende voedingsmiddelenmarkt al veroverd is door binnenlandse producenten.
Gepokt en gemazeld door de oorlog tegen Irak en jaren van internationaal isolement, heeft Iran zich er immers al langer op toegelegd om zelfvoorzienend te zijn en anderen niet al te zeer nodig te hebben. Een 'verzetseconomie', noemt de geestelijk leider dat niet zonder trots.
Wat Iran hierdoor onderscheidt van veel buurlanden is het feit dat de islamitische republiek voor bijna ieder denkbaar product zelf een fabriek heeft. Of het nu gaat om cola, tomatenketchup of pindakaas: Iran maakt het. En de lokale variant is dan vaak wel iets minder smakelijk, maar ook vier keer goedkoper dan een gelijksoortig product uit het buitenland. Tel uit je winst!
Een populaire Iraanse zuivelproducent is Kalleh. Je kunt van dit merk zelfs echte Iraanse Goudse kaas kopen. En ja, die smaakt dan wel niet helemaal hetzelfde als in Nederland. Maar dat weten Iraniërs dan weer niet.
undefined