ReportageZelfquarantaine
Geen bezoek, nauwelijks naar buiten en schoonmaken, zelfs in het studentenhuis
In het Leidse studentenhuis Hôpital Wallon nemen ze de voorschriften van het RIVM serieus: geen bezoek, zo min mogelijk naar buiten, en handen wassen, is het devies.
De deur van het statige pand aan het Leidse Rapenburg zwaait open. Twee studenten met verfrommelde Albert Heijntassen op het hoofd lopen naar buiten. Het is hun dagelijkse ommetje naar de supermarkt. Als de twee mannen de verslaggever zien barsten ze in lachen uit, en halen snel de zakken van het hoofd.
Het is menens in studentenhuis Hôpital Wallon. Het coronavirus betekent geen bezoek, vaker handen wassen, alleen naar buiten als het niet anders kan, en zo goed en zo kwaad als het gaat het huis schoonhouden. Geen eenvoudige opgave in een pand waar meer dan dertig mannen wonen. Slechts enkelen bivakkeren bij momenteel bij ouders of vrienden of vriendinnen.
Ooit een ziekenhuis
Het studentenhuis wordt al sinds 1945 bewoond door de mannen van studentenvereniging Minerva, de sociëteit is gelegen op een steenworp afstand. Het enorme pand was oorspronkelijk een protestants ziekenhuis, opgericht door de Walen die zich eind zestiende eeuw vestigden in Leiden. Nu houden zware donkere gordijnen het zonlicht buiten, op één van de bedden ligt een verfrommeld wit dekbed, en aan de wand staat een rek met overhemden.
Studentenhuizen worstelen met de gevolgen van het coronavirus, zegt Alex Tess Rutten van de Landelijke Studentenvakbond. Hoe houd je afstand van elkaar als je met dertien mensen in een huis woont? Moet je dan in zelfquarantaine gaan? Studenten weten het niet goed. Wel heeft Rutten de indruk dat ze zich redelijk aan de voorschriften houden.
Dat ziet ook Frans-Pieter de Jong van Duwo, de organisatie die studentenwoningen in zijn beheer heeft. “De studenten nemen hun verantwoordelijkheid, zeker de laatste dagen.” Waar de organisatie een paar dagen geleden nog wel eens een melding kreeg van een huisfeest dat eraan zat te komen, is het inmiddels rustig op dat vlak. De Jong krijgt de indruk dat studenten doordrongen zijn van de ernst van de situatie, en zich zo goed en zo kwaad aan alle voorschriften, inclusief hygiëneregels, houden.
De mannelijke studenten onderhouden intensief contact met de buren - allemaal bewoners van oude, statige panden met uitzicht op de gracht. Neem nou de buurvrouw op nummer achttien. De band is altijd goed geweest. Als de vrouw op leeftijd potgrond gaat kopen, helpen de mannen met sjouwen. Of als ze hulp nodig heeft bij het schrijven van een e-mail, komen de studenten langs. Die hulp wordt dan beloond met gebakjes die de buurvrouw regelmatig langs brengt.
Dat vanzelfsprekende contact is vanwege de coronacrisis op een laag pitje gezet. Toch proberen de bewoners van Hôpital Wallon iedere dag even hallo te zeggen tegen de buurvrouw, vanzelfsprekend op gepaste afstand. Ook bieden ze aan de boodschappen te doen, of andere klusjes die moeten gebeuren.
Met de buurvrouw in het achterhoofd zochten de Minerva-studenten naar manieren om een handje te helpen tijdens deze crisis. Immers: de bijbaantjes in de horeca zijn stop gezet. De colleges en tentamens gaan weliswaar door, maar sociale activiteiten zijn er niet of nauwelijks. De sociëteit sloot op 12 maart, de dag dat premier Rutte de eerste maatregelen aankondigde.
‘We dringen ons niet op’
Het studentenhuis pakte de lijst met oud-huisgenoten erbij en bood hulp aan. “In alle vormen: van boodschappen doen tot honden uitlaten”, zegt huisbewaarder en rechtenstudent Sebastiaan Wuyts die het woord voert. Maar er kwam weinig respons, terwijl sommige oud-huisgenoten toch echt op leeftijd zijn. “Veel mensen willen het liever toch allemaal zelf blijven doen. En wij gaan ons niet opdringen.” Ook de twee geneeskundestudenten die in het bezit zijn van hun bachelor en hulp aanboden bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werden in eerste instantie weggestuurd.
“Namens de studentenvereniging belden we met het Rode Kruis en de burgemeester, maar het bleek moeilijk om iets passends te vinden”, vult huisgenoot en president van Minerva Pepijn Heemskerk aan. “Ook stelden wij onze sociëteit ter beschikking.” Het leverde allemaal niet verschrikkelijk veel op, terwijl Minerva tweeduizend leden heeft die zich in meer of mindere mate in willen zetten. Sinds maandag heeft de studentenvereniging zich daarom aangesloten bij gewoonmensendiewillenhelpen.nl, een online platform van studenten die hulp aanbieden. Studenten worden gekoppeld aan organisaties – denk aan verpleeghuizen – of aan individuen – mensen die bijvoorbeeld niet de deur uit kunnen om boodschappen te doen. “Het helpt dat het nu landelijk gecoördineerd wordt”, zegt Heemskerk.
Mooie initiatieven, maar houden de studenten zich zelf aan de regels of gaan ze buiten met z’n allen voetballen? Volgens Heemskerk mag dat absoluut niet. Wuyts: “We gaan zo min mogelijk naar buiten. Hardlopen mag, maar niet met te veel.” Heemskerk vult aan: “En iedereen moet écht thuiswerken en leren.” Wuyts zegt dat het prima gaat. “Ik heb maandagochtend een tentamen online gemaakt. Geen enkel probleem.”
Lees ook: Onwerkelijk voor de juf, zo’n lege klas
Op de 8e Montessorischool in Amsterdam zetten ze alle zeilen bij om de kinderen op afstand les te geven. Een van de plannen: iedere dag een video opnemen met een leuke boodschap.