Geeft de ene alcoholische drank een grotere kater dan de andere?
Natuurlijk zijn er châteaux migraines, de beruchte flessen bocht waar zelfs de meest ervaren drinker een houten kop van krijgt. Maar afgezien daarvan zou je denken dat het niet veel uitmaakt welke drank iemand nuttigt.
Sterk spul zit immers in een klein glas, lichtere alcoholica in een groter glas, en zo krijgen we per consumptie steeds dezelfde hoeveelheid alcohol binnen. De medische gevolgen van de inname zouden dus puur moeten afhangen van het aantal glazen, niet van de dranksoort.
Maar die boerenlogica is achterhaald. In de praktijk geeft het ene nat wel degelijk een grotere kater dan het andere. Alcoholisten weten dat uit ervaring. En ze handelen daar ook naar. Ze hebben meestal een voorkeur voor nauwelijks getinte sterke dranken, zoals wodka en jenever. Met donkerder alcoholica, zoals cognac, rode wijn, whisky en tequilla, doen ze het doorgaans rustiger aan.
En met reden, bleek in 1970 tijdens een wetenschappelijk experiment. Proefpersonen werden toen dronken gevoerd met whisky of wodka. Van de whisky-drinkers kreeg 33 procent een zware kater, van de wodkaklanten slechts 3 procent. In 1973 is op die manier een hele rangorde van katerdranken opgesteld: de zwaarte zou afnemen volgens het rijtje cognac, rode wijn, rum, whisky, witte wijn, jenever, wodka en pure alcohol. Waar zit ’m dat in?
Allereerst eens kijken waarom een forse inname überhaupt leidt tot een kater. De alcohol zelf is uiteraard de grootste boosdoener. Die werkt dehydraterend: we gaan er overmatig van plassen, waardoor we uitdrogen. Dit uit zich in een droge mond en lethargie, maar ook in hoofdpijn, omdat de hersenen tijdens het uitdrogen krimpen. Verder worden we misselijk, doordat de alcohol de maagwand prikkelt. De malaise wordt nog versterkt door een giftig afbraakproduct van alcohol: acetaldehyde. En het katerige brein vertoont ontwenningsverschijnselen, waardoor het extra gevoelig is voor licht en geluid, zelfs als alle alcohol al uit het lichaam is verdwenen.
Maar dit is slechts een deel van het verhaal. Want naast alcohol bevat de meeste drank ook vervuilende stoffen die tijdens de bereiding zijn ontstaan. Vooral methanol en diens schadelijke afbraakproducten zouden bijdragen aan de ernst van de kater. Vervuilende stoffen lijken vooral in de donkerder dranken te zitten. Vandaar de vuistregel: hoe donkerder de drank, des te steviger de kater.
Overigens verschilt het per individu hoeveel drankjes nodig zijn voor een kater. Maar gemiddeld krijgt een vrouw van 60 kilo een kater na drie tot vijf drankjes, een man van 80 kilo pas na vijf of zes. Toch handig om te weten, met al die kerstborrels- en diners op komst. Tip: drink er veel water bij. En eet iets, de alcohol blijft dan langer in de maag en wordt al deels afgebroken voordat hij in het bloed kan worden opgenomen.