Gaat de Italiaanse wet om meer migranten terug te sturen echt werken?
Met een nieuwe wet wil Italië het aantal uitzettingen van migranten flink opvoeren. Maar tegenover de spierballentaal van Legaleider Matteo Salvini staan de verwachtingen van de wet in de praktijk: meer illegalen, minder integratie.
Sinds september heeft Samuel een knoop in zijn maag. De lange Ghanees met zijn rood-zwarte wollen muts is naar het Sociale Centrum in een buitenwijk van Caserta gekomen voor een praatje met andere Afrikaanse immigranten. Ook tijdens het potje tafelvoetbal in de voormalige fabriekshal, waar een kerstboom met rode ballen de grote kille ruimte een beetje opleukt, blijft het brede gezicht van Samuel strak staan. “Ik maak me zorgen. Ik wil niet opnieuw illegaal worden, en constant bang zijn om opgepakt en gedeporteerd te worden”, zegt hij.
Samuel (30) is Italië elf jaar geleden binnengeglipt. Hij leidde zes jaar het leven van een illegaal, tot hij in 2013 een verblijfsvergunning wist te bemachtigen. Hij kreeg van de overheid zogenaamde ‘humanitaire bescherming’. Dat is een Italiaanse verblijfsvergunning voor immigranten die geen vluchtelingen zijn – en dus niet zijn gevlucht voor oorlog of politieke vervolging – maar die wel als kwetsbaar worden gezien.
Nieuwe wet
Maar eind november heeft het Italiaanse parlement een wet aangenomen waarmee Italië volgens Matteo Salvini, leider van anti-immigratiepartij Lega én minister van binnenlandse zaken, veiliger zal worden. En die wet bepaalt dat een veel beperkter aantal immigranten voor de humanitaire bescherming in aanmerking komt. Voorheen konden bijvoorbeeld migranten die op hun reis naar Europa waren gemarteld of verkracht, of die gezondheidsproblemen hadden of homoseksueel zijn, dit type verblijfsvergunning krijgen. Van alle asielzoekers kreeg de afgelopen jaren 7 procent politiek asiel en 26 procent humanitaire bescherming, aldus Salvini. Hij wil dat die laatste groep flink kleiner wordt. De minister zei vorige maand op een persconferentie: “Ik ben bereid om vrouwen en kinderen die vluchten voor oorlog op te vangen. Maar alle anderen: nee. Ik wil niet worden gezien als een idioot.”
En dat is wat een knoop in de maag van Samuel legt. Want de kans is nu ineens klein dat zijn verblijfsvergunning wordt verlengd. Dan zal de Ghanees, die in deze zuidelijke provinciestad in de gemeentelijke opvang zit en dus te eten krijgt en een dak boven zijn hoofd heeft, zich weer bij de grote groep clandestini voegen. Terugkeren naar zijn vaderland is geen optie, zegt hij, want zijn familie daar verwacht geld van hem te blijven ontvangen. En een baan met een vast contract vinden waarmee hij een verblijfsvergunning kan krijgen, is een droom die al elf jaar niet is uitgekomen.
“Ik zie op tegen het leven als illegaal, omdat het zo stressvol is”, vertelt Samuel, half in het Italiaans en half in het Engels. “Ik huurde samen met vijf andere illegalen een krot van een appartement voor 400 euro per maand. Ik ging elke ochtend op het platteland, buiten Caserta, op een rotonde staan. Werkgevers die zwarte arbeidskrachten zochten, konden me daar oppikken. Ik kreeg 30 euro voor tien uur aardbeien of tomaten plukken. Maar voor minder, voor 20 of 15 euro, werkte ik ook wel, als ik wanhopig was. Want er stonden op die rotonde altijd heel veel Afrikaanse mannen zonder verblijfsvergunning, en ik móest de huur betalen om niet dakloos te worden. Ik heb mijn maag in die jaren vaak bevolen om geen honger te voelen, maar dat werkte niet.”
Meer clandestini
Organisaties die zich met immigratie bezighouden, denken dat er de komende tijd misschien wel 100.000 immigranten als Samuel hun verblijfsvergunning kunnen kwijtraken als gevolg van de nieuwe wet. Zij komen boven op de naar schatting 500.000 clandestini die er al in Italië zijn. Die zijn vooral in de zuidelijke helft van het land te vinden, zoals hier in Caserta, op een half uur rijden van Napels. Het leven is in deze streken nu eenmaal goedkoper dan in het welvarende noorden, en de politie houdt er minder vaak controles.
Terwijl Samuel tafelvoetbalt, houdt Gian Luca Castaldi in een kale kamer van het Sociale Centrum spreekuur. De opgeruimde Italiaan werkt voor Caritas, de hulporganisatie van de katholieke kerk. Immigranten – hier bijna allemaal jonge mannen uit West-Afrika – die op het werk worden uitgebuit kunnen bij Castaldi terecht voor gratis hulp en juridisch advies. Volgens Lega-leider en minister Salvini is de nieuwe wet nodig om de rechten van de politieke vluchtelingen te waarborgen. “De humanitaire bescherming werd veel te makkelijk aan nep-vluchtelingen gegeven. We zullen nu nauwkeuriger, efficiënter en serieuzer te werk gaan. Deze wet zorgt voor meer rust, orde en veiligheid”, zei hij onlangs.
Maar Gian Luca Castaldi denkt dat het tegenovergestelde gaat gebeuren: “Waar deze wet voor zorgt, is een nieuw leger van goedkope krachten. Veel Italianen zien de Afrikanen als waar, die op de rotonde klaarstaat om te worden gebruikt. Illegalen worden in deze streek uitgebuit op tabaksplantages, in de kassen en in de bouw. Ze hebben me ook wel verteld dat Italiaanse mannen ze betaalden om mee naar huis te nemen. Daar moesten dan ze seks met de echtgenotes hebben. Die Italianen keken toe en trokken zich erbij af. Illegalen zijn zo gemakkelijk te misbruiken: ze hebben hard geld nodig en doen geen aangifte omdat ze niet naar de politie durven te gaan.”
Matteo Salvini belooft dat hij alle illegalen het land zal uitzetten. Daar wordt de komende twee jaar 3 miljoen euro extra voor uitgetrokken. Maar ondertussen heeft de overheid grote moeite om mensen terug te sturen – naar landen als Ivoorkust, Nigeria, Senegal, Ghana en Mali – omdat de regeringen niet meewerken. Daarbij zijn gedwongen uitzettingen duur en tijdrovend. In de eerste negen maanden van dit jaar zijn er maar 4423 illegalen op het vliegtuig naar huis gezet. Salvini zei maandag tijdens een ontmoeting met buitenlandse journalisten in Rome dat hij ‘als een gek bezig is’ om akkoorden met een aantal Afrikaanse landen te sluiten. Maar die zijn er vooralsnog niet, terwijl de nieuwe wet al wel van kracht is.
Voetenbus
Een ander onderdeel van de wet waar hulporganisaties en mensenrechten-organisaties over struikelen, is waar en hoe migranten voortaan worden opgevangen. De afgelopen jaren werden ze steeds verdeeld: de meesten werden ondergebracht in asielzoekerscentra, een kleinere groep kwam terecht in kleinschaliger opvang in gewone huizen. Dat laatste noemen de Italianen het Sprar (Systeem van bescherming van asielzoekers en vluchtelingen). In dat systeem is plek voor asielzoekers, maar ook voor mensen met een humanitaire verblijfsvergunning en statushouders. In heel Italië zitten momenteel ruim dertigduizend mensen in het Sprar. Die opvang wordt betaald door Rome en gerund door gemeenten die zich er vrijwillig voor aanmelden. Het Sprar bevordert de integratie van immigranten, maar met de nieuwe wet gaat het allemaal op de schop: er zal alleen nog plek voor vluchtelingen met politiek asiel en voor onbegeleide minderjarige immigranten zijn.
In Caserta hebben ze met tweehonderd plekken de grootste Sprar van het land. Een van de asielzoekers daar is Semplice Mbala uit Kameroen. Vroeg op een zonnige ochtend is hij buiten op straat te vinden. Want Mbala (24) is ‘chauffeur’ van een ‘voetenbus’. Hij begeleidt kinderen op een wandelingetje naar school, op een hier en daar kapotte stoep in een drukke buurt. Vijftien uitgelaten leerlingen met volle rugzakjes en felgele hesjes dwarrelen om hem heen. De voetenbussen zijn opgestart om minder ouders met de auto naar school te laten rijden en kinderen meer te laten bewegen. Immigranten die in het Sprar zitten, worden geacht om de voetenbussen te besturen, samen met een vader of moeder. “Ik doe dit drie keer in de week”, zegt de timide Mbala in aarzelend Italiaans. “Ik vind het leuk, omgaan met vrolijke kindertjes.”
Het Sprar bestaat in deze rommelige stad met 75.000 inwoners nu twee jaar. Burgemeester Carlo Marino legt uit waarom hij ermee is begonnen. “Wij willen niet dat immigranten de hele dag niets doen. Ze moeten integreren. Daarom hebben we ons bij het ministerie van binnenlandse zaken aangemeld.”
De beheerste burgemeester zit in zijn ruime kantoor in het gemeentehuis, een spuuglelijk betonnen vierkant aan Piazza Vanvitelli. Palmbomen en bomen vol rijpe sinaasappels geven het plein in de binnenstad nog een beetje charme. “Het Sprar is een goed recept voor wederzijdse acceptatie, in tegenstelling tot de azc’s”, stelt Marino. Want in de azc’s zitten immigranten op een kluitje, meestal in omgevormde hotels, schoolgebouwen en vakantieparken. Die kunnen ook ergens ver buiten een stad of dorp staan. De bewoners krijgen weinig Italiaanse les en vervelen zich kapot.
Maar hier wonen de migranten juist in kleine groepjes van zes man in appartementen verspreid over de stad. Marino: “Ze krijgen zakgeld, veel Italiaanse les en kunnen in de sporthal basketbal spelen. Daarnaast moeten ze zich nuttig maken: de voetenbus besturen, muziekles geven, het stadspark netjes houden, helpen met het ophalen van het vuilnis.” En er worden stages voor ze geregeld, op kosten van de gemeente: bij een slager, bij een meubelmaker, als pizzabakker.
Voederbak
De nieuwe wet zegt dat iedereen die nu in het Sprar zit er mag blijven tot de eerder afgesproken termijn erop zit. In Caserta is dat zes maanden, in andere gemeenten kan dat een jaar zijn. Maar daarna moeten asielzoekers als Semplice Mbala naar een azc verkassen en staan immigranten met humanitaire bescherming op straat.
Naar het Sprar en de azc’s zal bovendien een stuk minder geld gaan: het bedrag gaat omlaag van 35 naar 19 euro per immigrant per dag. Volgens Salvini zullen dan alleen nog maar oprecht geïnteresseerde organisaties zich met de opvang bezighouden en zullen foute types, die uit zijn op snel geld, afhaken. “Wie de immigratie zag als een voederbak, is van nu af aan op dieet”, zei de minister.
Burgemeester Marino vindt het allemaal erg jammer. “De wet is bedacht met een populistische visie. Het is verkiezingscampagnetaal en heeft niets te maken met waar ons land behoefte aan heeft. In Italië zullen altijd immigranten blijven hangen. We kunnen er maar beter voor zorgen dat die zich een deel van onze maatschappij voelen. Door deze wet worden immigranten geïsoleerd en ontstaat er tussen hen en ons verwijdering. Dat maakt het er juist níet veiliger op.”
Gian Luca Castaldi van Caritas gaat een stap verder. Hij ziet in de nieuwe wet een weloverwogen strategie van de Lega-leider. “Salvini veroorzaakt meer sociale spanning in een land dat het economisch al zwaar heeft. Hij kan de illegalen niet wegsturen en wil dat ook niet: hij heeft een zak nodig waar iedereen tegenaan kan schoppen en dat zijn de zwarte Afrikanen, die zich niet kunnen verzetten. Wanneer de sociale bom barst, zal Salvini opstaan als de sterke man, als de man die belooft alle problemen op te lossen.”
De achternaam van Samuel is bekend bij de redactie.
Verzet
Enkele gemeentes die deel uitmaken van het SPRAR verzetten zich tegen de wet. De noordelijke steden Turijn en Bologna, bijvoorbeeld, hebben aangekondigd de toepassing ervan op te schorten; ze willen het SPRAR helemaal intact houden. En Paolo Farinella, pastoor in Genua, slaat dit jaar de kerstvieringen over. Zijn kerk blijft dicht. Het is zijn boodschap voor alle katholieken die stilzwijgend accepteren dat 'als Jezus zich nu met Maria en Jozef zou melden om zijn geboorte te vieren, hij terug zou worden gestuurd omdat hij een economische vluchteling zonder verblijfsvergunning is.' Overigens loopt het aantal bootvluchtelingen dat in Italië aan wal komt, snel terug. In 2016 waren dat er 174.602, vorig jaar 117.172 en dit jaar 23.037.
Lees ook:
Arrestatie van burgemeester die migranten hielp zet debat in Italië op scherp
Riace, een dorpje met nog geen tweeduizend inwoners in het uiterste zuiden van Italië, zou weleens voor een dag het centrum van de aandacht kunnen zijn.