Friese boeren scheppen ideaal muizenland
Dat de Friese boeren de muizenplaag over zichzelf hebben afgeroepen, is misschien een stap te ver. Maar ze hebben de laatste tientallen jaren wel het landschap gecreëerd waarin de 'plaagdieren' uitermate goed kunnen gedijen.
Volgens het ecologisch onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga dat de muizenplaag van 2014 en 2015 in Friesland onderzocht, kan een muizenplaag van nature om de vier jaar voorkomen. Maar het Friese landschap is er wel erg gevoelig voor geworden. De boeren hebben onder het vele grasland het waterpeil verlaagd en op grote schaal Engels raaigras ingezaaid. De koeien houden ze veelal op stal en in het najaar wordt er niet meer gemaaid, waardoor er zeer grote percelen permanent, lichtbetreden grasland ontstaat: een walhalla voor muizen.
Geschikte bodem
Door de afwezigheid van heggetjes, bosjes en andere opgaande kleine landschapselementen, kunnen ze zich ook snel verspreiden. En door het ontbreken van die ruigtes, is ook het aantal roofvogels beperkt dat zich daarin doorgaans ophoudt. Het veranderende klimaat helpt ook niet echt. Door het voorkomen van drogere zomers wordt de bodem extra geschikt om een flink muizenhol uit te graven.
Boeren kunnen wel iets tegen de muizenplaag doen. Het vaker voorkomen van roofvogels is een teken dat de muizenplaag er aan komt. Als reactie kunnen agrariërs delen van hun land tijdelijk onder water zetten, aldus het onderzoeksbureau.
Grote schade
Door de muizenplaag van eind 2014 en begin 2015 veranderden vele duizenden hectares Fries grasland in een woestenij. Honderden veehouders moesten forse investeringen, soms tienduizenden euro's per boer, doen om het grasland weer productief te krijgen. Ook moesten ze extra voer bijkopen voor hun vee. De totale schade liep volgens de land- en tuinbouworganisatie LTO in de tientallen miljoenen euro's.