Fraaie ’Figaro’ in Arnhem
Opera
Het Gelders Orkest, solisten, Kamerkoor Mnemosyne olv Martin Sieghart met een semi-scenische uitvoering van Mozarts ’Le nozze di Figaro’ op 18/8 in Musis Sacrum, Arnhem. Herhalingen in Orpheus, Apeldoorn (21), Concertgebouw, Amsterdam (23), De Vereeniging, Nijmegen (24), Stadhuishal, Arnhem (26, selectie uit de opera).
Het Gelders Orkest begint het seizoen buitensporig operatesk. Zaterdagavond werd in Arnhem gestart met vijf uitvoeringen van een half aangeklede concertante versie van Mozarts ’Le nozze di Figaro’ onder leiding van Martin Sieghart. Vanaf 8 september zit Het Gelders Orkest bij de Nationale Reisopera in de bak voor twaalf scenische voorstellingen van Cherubini’s ’Medea’, dan onder leiding van Jan Willem de Vriend. Werelden van verschil, al zit er tussen beide opera’s slechts een periode van tien jaar: Mozarts opera ging in 1786 in Wenen in première, die van Cherubini zette in 1797 Parijs op stelten.
Twee jaar terug leidde Martin Sieghart ravissante uitvoeringen van Mozarts ’Così fan tutte’. De zangers kenden het werk toen van binnen en van buiten, omdat ze, voordat ze naar Arnhem kwamen, het werk acht keer scenisch onder leiding van Sieghart in het Duitse Reinsburg hadden gespeeld. ’Le nozze di Figaro’ ontbeerde een dergelijk voortraject en was helemaal ter plekke in elkaar gedraaid. Ingrid Habermann had zich als regisseur teruggetrokken, zodat die honneurs nu waargenomen moesten worden door René Rumpold. Al met al was het deze keer niet zo bruisend en inventief als twee jaar terug, maar Sieghart zorgde ervoor dat er muzikaal ook deze keer weinig te wensen overbleef.
Van enig hartzeer was in ieder geval weinig te merken. Hartzeer, omdat Sieghart een half jaar eerder als chef-dirigent van Het Gelders Orkest vertrekt. Uit onvrede over artistieke beslissingen die zonder hem zijn genomen. Maar Sieghart is té professioneel om dat het maken van muziek in de weg te laten staan. Sieghart bewees dus al eerder dat hij goddelijke lijntjes met Mozarts muziek heeft en dat was zaterdagavond niet anders. Een tamelijk bedaard, maar heel helder gespeelde ouverture mondde de uren daarna uit in prachtig dansant en theatraal orkestspel waarin strijkers en blazers mooi pregnant tegen elkaar werden afgezet.
Sieghart mengde zich een paar keer amusant in de enscenering, die aardig was, maar ook niet meer dan dat. Het publiek in het volle Musis Sacrum liet zich echter hoorbaar vermaken. Best op dreef was Cora Burggraaf die als Cherubino driftig ronddartelde over de bühne. Daarbij zong ze de rol fantastisch overtuigend. Ook Renate Arends maakte grote indruk als Susanna; mooie présence en dito stem. Hanneke de Wit bleef als gravin wat eenkleurig en kon in het terzet van de tweede akte de hoge c’s kennelijk niet aan; de eerste keer zong ze een variant naar beneden en de tweede keer nam Arends perfect de c van De Wit over. Hans Voschezang zong een welluidend autoritaire graaf met alle lastige triolen in zijn aria perfect op hun plek. Josef Wagner streelde oog en oor als Figaro.
Jammer dat Roberta Alexander zich als Marcellina had teruggetrokken. In deze kleine rol kan een oudere sopraan van naam nog veel indruk maken. Marie McLaughlin bewees het onlangs in Aix-en-Provence en Charlotte Margiono stal er de show mee in Amsterdam.