Fort Vreeswijk moet weer gaan leven
Het lijkt meer een buurtpark dan een imponerend verdedigings- werk. Toch heeft Fort Vreeswijk in Nieuwegein grote cultuur-historische waarde. Er wordt gewerkt aan eerherstel van het rijksmonument dat er nu wat verloren bij ligt.
In het water van de gracht weerspiegelt zich het witte fortwachtershuis. De groenbruine wallen, de bakstenen gebouwen en de houten loodsen van Fort Vreeswijk gaan half verloren in de stille mist. De bootjes van de waterscouts liggen in het gelid op het land, in afwachting van het nieuwe vaarseizoen. Het dorpshuis, een huisartsenpraktijk, een museumpje over de geschiedenis van het 'schippersdorp' Vreeswijk en de loods van de scouts liggen veilig op het forteiland achter een zachtglooiende aarden wal. Een enkele wandelaar op krukken beweegt zich moeizaam over de toegangsbrug. Een vreedzaam tafereel.
"Maar ook een beetje knullig", vindt Ubbo Hylkema. "Dat dit een plek is met grote cultuurhistorische waarde zie je nergens terug. Jammer. Vooral voor een stad als Nieuwegein, met weinig historische locaties, kan Fort Vreeswijk een mooie aanvulling zijn op het verhaal van deze nieuwe stad."
Want hier, benadrukt Hylkema, ligt wel degelijk geschiedenis. Militaire geschiedenis. "Al in de zestiende eeuw, midden in de Tachtigjarige Oorlog, verrees een verdedigingswerk dat het strategisch gelegen Vreeswijk - en daarmee de stad Utrecht - tegen de vanuit het zuiden oprukkende Spaanse troepen moest beschermen. In later eeuwen is dat verdedigingswerk uitgebreid en verder versterkt. In de Patriottentijd was er een Utrechts burgervendel gelegerd, dat op 9 mei 1787 ten zuiden van het dorp slag leverde met Pruisische troepen. De Pruisen sloegen op de vlucht. Het was een grote zege voor de Patriotten, de enige slag die ze ooit wonnen."
Het huidige fort dateert van rond 1855. Het was een belangrijk onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het ingenieuze stelsel van verdedigingswerken dat Nederland tegen vijanden moest beschermen. Acht zware kanonnen en houwitsers bestreken de Lekdijk tot aan Fort Honswijk in het oosten, 12 kilometer verderop. Andere vuurmonden richtten zich op de overkant van de Lek. "Vijandelijke legers zouden het zwaar te verduren krijgen. En áls ze het artillerievuur hadden overleefd, liepen ze zich vast in de ondoordringbare meidoornlaag rond het fort", weet Hylkema. "Of ze kwamen vast te zitten in geïnundeerd gebied. Maar de opkomst van de militaire luchtvaart maakte de waterlinie zo goed als waardeloos."
Dat Fort Vreeswijk onderdeel was van de roemruchte Nieuwe Hollandse Waterlinie beseften de Vreeswijkers niet, zegt Atie Wakkee, die opgroeide in het dorp. "Wij zagen het fort als de thuisbasis van de scouting en de hengelsportvereniging. Je had er jongerensoos Huppeldepup en later dorpshuis Vreeswijk. En 's winters schaatsten we op de fortgracht."
Nadat Defensie het fort in 1960 had afgestoten - de gemeente Vreeswijk, later Nieuwegein, werd eigenaar - werd het deels onttakeld. Wakkee: "Er was weinig oog voor de cultuurhistorische betekenis. Het ging er vooral om: hoe kunnen we het zo goedkoop mogelijk beheren? Dus werden de steile aarden wallen afgevlakt zodat het gras makkelijk te maaien was. Allerlei kenmerkende onderdelen, zoals het imposante toegangshek, verdwenen."
Hylkema, die sinds vijf jaar in Nieuwegein woont, ontdekte het fort tijdens een van zijn zwerftochten in zijn nieuwe woonplaats. "Ik zag meteen dat het iets bijzonders was." Samen met Wakkee dook hij de boeken in, op zoek naar de geschiedenis. Ze vonden onder meer een plattegrond van Fort Vreeswijk zoals het ooit geweest moet zijn. Hylkema: "Het was écht groot en belangrijk in die tijd. Doodzonde dat je daar nu zo weinig van terugziet".
Maar al is er veel verdwenen, een aantal onderdelen is nog aanwezig. Zoals het manschappenverblijf, het kruithuis en de fortwachterswoning. Met gebruikmaking van die elementen kan het fort betrekkelijk snel en eenvoudig in oude luister worden hersteld, menen Hylkema en Wakkee. "Het is in eerste instantie vooral een kwestie van weghalen. De aarde ontgraven die is gestort om de wallen glooiend te maken, geeft het fort al veel van zijn originele karakter terug. Daar is één man met een graafmachine een paar maanden mee bezig. Meer dan 50.000 euro hoeft het niet te kosten."
Later kunnen andere delen worden hersteld; kopieën van de grote vlaggemast, het verdwenen toegangshek of zelfs het uitvaarbare ponton in de fortbrug. Maar het mooiste zou zijn als de oude kanonnen en houwitsers op hun stellingen terugkeren om de militaire geschiedenis tastbaar te maken.
Zijn die er dan nog? Wakkee: "Rond de sluiskolk in Vreeswijk zijn acht metalen dukdalven ingemetseld. Die lijken verdacht veel op kanonnen. We weten het niet zeker, maar dat kan bijna geen toeval zijn."
undefined
Nederland Fortenland
Nederland telt ruim honderd forten, vestingen, batterijen en andere verdedigingswerken. De oudste dateren uit de zestiende eeuw, de meeste zijn gebouwd in de periode 1850-1900. Ze maken deel uit van verschillende verdedigingsstelsels, zoals de Hollandse Waterlinie, de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Stelling van Amsterdam en de Zuiderwaterlinie. Ze hebben veelal een monumentale status. De Stelling van Amsterdam staat bovendien op de Werelderfgoedlijst van Unesco, de Nieuwe Hollandse Waterlinie is kandidaat voor die lijst.
Door de opkomst van de militaire luchtvaart verloren de forten hun militaire betekenis al ver voor de Tweede Wereldoorlog. Toch bleven ze nog tientallen jaren eigendom van Defensie, afgesloten voor de buitenwereld en bewaakt door een strenge fortwachter. Mede daardoor hebben veel forten zich kunnen ontwikkelen tot rijke natuurgebieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor Fort Rhijnauwen bij Utrecht, tegenwoordig eigendom van Staatsbosbeheer.
Het besef dat de Nederlandse forten een grote cultuurhistorische waarde (kunnen) hebben, leeft pas sinds een jaar of twintig. Sindsdien zijn veel verdedigingswerken gerestaureerd en hebben een andere bestemming gekregen, meestal recreatief, cultureel of educatief. Zo is in Fort Vechten bij Bunnik het Nederlands Waterliniemuseum gevestigd en afficheert Fort Asperen zich als 'cultuureiland'. In enkele gevallen hebben landschapsarchitecten een eigen invulling gegeven aan het fortterrein. Een treffend voorbeeld daarvan is Het Werk aan het Spoel, aan de Lek even ten westen van Culemborg, waar bestaande en nieuwe grondstructuren met elkaar zijn verweven. Het Werk is tegenwoordig een theater en culturele ontmoetingsplaats voor openluchtvoorstellingen en er is een restaurant met terras gevestigd.
Zie ook: www.forten.nl
undefined