Forse toename van het aantal transgenders

Model Loiza Lamers tijdens de finale van Holland's Next Top Model 2015. Ze was wereldwijd de eerste transgender die het programma Next Topmodel op haar naam wist te schrijven. Beeld ANP Kippa
Model Loiza Lamers tijdens de finale van Holland's Next Top Model 2015. Ze was wereldwijd de eerste transgender die het programma Next Topmodel op haar naam wist te schrijven.Beeld ANP Kippa

Veel meer mensen veranderen officieel van geslacht sinds de invoering van de transgenderwet. De groep is kwetsbaar.

Hanne Obbink

Meteen na de invoering van de nieuwe transgenderwet hebben 770 mensen officieel hun geslacht laten veranderen. Dat is bijna tien keer zoveel als in de jaren daarvoor. Maar transgenders zijn nog steeds kwetsbaar: ze zitten vaak zonder baan en hebben gemiddeld een laag inkomen. Ook wonen ze veel vaker alleen en niet zelden voelen ze zich eenzaam en onveilig.

Sinds de transgenderwet van kracht werd, kan iedereen die ‘de overtuiging heeft tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld op de geboorteakte’ officieel zijn of haar geslacht laten veranderen. Niet langer worden er medische eisen gesteld (zoals een geslachtsveranderende operatie) en de rechter hoeft er ook niet meer aan te pas te komen. Een verklaring van een deskundige en een gang naar het bevolkingsregister zijn genoeg.

Die versoepelde regels gingen in op 1 juli 2014 en direct in 2015 maakten 770 transgenders er gebruik van. In de tien jaar daarvoor lieten zo’n tachtig mensen per jaar hun geslachtsregistratie veranderen.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat vandaag onderzoek naar transgenders openbaar maakt, durft niet te zeggen of die vertienvoudiging duidt op een ‘inhaalslag’ of dat er blijvend zo veel geslachts­regis­tratieveranderingen te verwachten zijn. Al met al zijn er nu 1960 mensen die met een ander geslacht ge­registreerd staan dan in hun geboorteakte stond. Dat is nog maar een klein deel van het totale aantal ­Nederlanders dat worstelt met een ­genderidentiteit die ‘niet klopt’ met hun lichaam, naar schatting 48.000.

Met transgenders gaat het veel minder goed dan met anderen, concludeert het SCP uit literatuur­studies, enquêtes en gesprekken met betrokkenen. Van de transgenders leeft bijvoorbeeld 38 procent van een uitkering, tegen 14 procent van alle Nederlanders. Bij gebrek aan goede steekproeven waagt het SCP zich niet aan precieze cijfers over transgenders die zich eenzaam of onveilig voelen, psychische problemen hebben of zelfs suïcidaal zijn. Maar uit andere studies blijkt dat zij ook op deze gebieden kwetsbaar zijn.

Genderrollen

Veel van deze problemen hangen samen met de levensloop van transgenders. Vaak leefden zij in hun jeugd al geïsoleerd, hoorden de SCP-onderzoekers van betrokkenen, en moesten ze veel energie steken in ‘normaal doen’. Nu zij als een ander geslacht door het leven gaan, moeten zij zich andere genderrollen eigen maken dan waarin ze opgevoed zijn, en dat maakt soms onzeker. Ook onbegrip en gebrek aan steun in hun familie- en vriendenkring of op het werk spelen hen parten.

Die problemen stapelen zich op, versterken elkaar en zijn daardoor hardnekkig, blijkt uit het SCP-onderzoek. Wie vaak onaangenaam bejegend wordt, zal sneller psychische klachten krijgen. En wie zulke klachten heeft, vindt bijvoorbeeld ook minder makkelijk een partner. Of een baan.

Mannen en vrouwen onder de transgenders doen niet precies dezelfde ervaringen op. De afgelopen twintig jaren waren er meer transvrouwen (als man geboren en nu vrouw, 60 procent van alle transgenders) dan transmannen. Dat kan te maken hebben met het feit dat de mannenrol strikter omschreven is, schrijft het SCP. Een vrouw kan een pak dragen en op voetbal zitten; een man in een jurk die aan kantklossen doet, wordt minder aanvaard. Een vrouw die zich geen vrouw voelt, heeft dus meer speelruimte.

Maar die transvrouwen zijn soms nog minder goed af dan transmannen. De samenleving stelt meer eisen aan hoe vrouwen eruitzien en daarom krijgen transvrouwen vaker opmerkingen over hun uiterlijk. En terwijl transmannen na verloop van tijd vaak hun positie verbeteren (vaker een baan en een goed inkomen dan toen ze nog als vrouw geregistreerd stonden), geldt dat voor transvrouwen niet.

Bregtje Visser Beeld rv
Bregtje VisserBeeld rv

'Ik kreeg een proeftijd zodat mijn collega’s aan me konden wennen'

Bregtje Visser (36) uit Utrecht is ondernemer en voorzitter van GenderTalent, een organisatie die mensen met een genderdiverse achtergrond begeleidt op de arbeidsmarkt.

“Een van de heftigste dingen die ik heb meegemaakt, was dat een controleur in de bus mij ervan beschuldigde een vals identiteitsbewijs te hebben.

“Ik stond toen nog als man op mijn OV-kaart. Ik werd beschuldigd van fraude, raakte over mijn toeren omdat ze mijn kaart innamen en me beboeten. Daarom werd ik door de politie opgepakt. In de cel zei de officier van justitie tegen me: ‘Ik snap er niks van wie jij bent’.

“Ik heb me daarna nog maanden onveilig gevoeld als ik een politiebusje zag. Sinds dit jaar mag je bij de NS gelukkig je geslacht op je OV-kaart wijzigen.

“Ook op de arbeidsmarkt heb ik regelmatig discriminatie ondervonden. Eén keer kreeg ik bij een opdrachtgever een proeftijd van drie maanden, om te kijken of mijn collega’s ‘aan me konden wennen’.

“Ieder gaat op zijn eigen manier met zulke tegenslagen om. Zelf ben ik een vechter. Hierdoor heb ik me staande gehouden. Ik had lange tijd een topinkomen.

“Maar vanuit GenderTalent weet ik dat er naast een grote groep mensen met wie het goed gaat, ook veel transpersonen zijn die door discriminatie, psychische belasting of de lichamelijke effecten van hormonen niet volledig functioneren op hun werk. Ze werken niet, ­parttime of onder hun niveau. Zij horen ondersteuning te krijgen. Om in hun eigen kracht te staan en voor het vinden van een baan waar zij zich thuis voelen.”

Remke Verdegem Beeld rv
Remke VerdegemBeeld rv

'Ik heb geen psychologische aandoening'

Remke Verdegem (57) uit Zoetermeer is IT’er bij het Nationaal Archief

“Mijn transitieproces is heel geleidelijk verlopen. Ik ging me steeds vrouwelijker kleden, later ging ik ook make-up dragen. Mijn collega’s heb ik meegenomen in mijn verandering. Dat heeft goed uitgepakt. Ik heb op mijn werk eigenlijk nooit negatieve reacties gehad.

“Vorig jaar heb ik mijn naam en officiële geslacht aangepast. Wat een bevrijding. Vóór de wetswijziging kon dat niet, omdat ik nooit ben geopereerd. Maar ik heb geen vagina nodig om me vrouw te voelen. Nog steeds heb je een verklaring van de psycholoog nodig voordat de overheid je geslachtsregistratie wijzigt. Waarom? Ik weet wie ik ben. Plaats me niet in de hoek van de psychologische aandoeningen.

“Mijn grootste overwinning is dat ik mezelf nu accepteer. Dat heeft veel tijd gekost. Sinds ik zelfverzekerder ben, krijg ik automatisch minder reacties op straat.

“Toch kan ik het nog altijd merken: overal waar je komt, kijken mensen je aan. Ik probeer dan vaak het gesprek met hen aan te gaan. Eerst over koetjes en kalfjes, later over mijn recht om anders te zijn.

“Dat is de beste ­manier om acceptatie te bereiken: iedereen moet een trans­gen­der van vlees en bloed ontmoeten.

“Ik ben ervan overtuigd dat veel transgenders nog steeds niet uit durven te komen voor hun trans-zijn. In Zoetermeer, waar ik woon, heb ik maar één keer een lotgenoot ontmoet.

“Dat ­betekent dat velen zich nog verstoppen, dat kan niet ­anders. Transgenders voe­len zich nog niet veilig genoeg.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden