'Fokke en Sukke kunnen het niet alleen’
Verrassende combinaties in expositie 'Fokke en Sukke kunnen het niet alleen’.
Het is een wat vreemde combinatie: de Amsterdamse doopsgezinde predikant Henk Leegte - bekend van voorlopig het laatste Oranjehuwelijk in 2005 - en het beestencartoonduo Fokke & Sukke. De laatsten zijn vaak brallerig studentikoos en de eerste is filosofisch. Dat is tenminste af te leiden uit het begeleidende stukje van Leegte bij een F & S-plaatje. De eend en de kanarie zijn aan het klussen en Fokke leest voor uit de ’doe-het-zelf-bijbel’: ’en zij freesden met grote frezen’. Leegte legt de link weer naar het kerstverhaal - de herders vreesden met grote vreze - en stelt dat geloof vrees uitschakelt.
Sommigen weren zich kranig. Zoals taalhistoricus Ewoud Sanders. Hij moet iets zinnigs opmerken bij F & S, die met het hele managementteam aan het carnavallen zijn en al polonaise dansend ’Er staat een BEER op de WEG, JAJAA een BEER op de weg’ lallen. Sanders haalt er het Bijbelboek Spreuken bij en legt uit hoe de leeuwen daarin optrokken met beren. En hij suggereert de beer van de weg te halen en hem gewoon te parkeren. Cisca Dresselhuys, de scheidende hoofdredactrice van Opzij mag zich storten op F & S die personeel werven en dan roepen: ’Bij gelijke geschiktheid gaat de voorkeur uit naar (Fokke) een vrouw met dikke tieten (Sukke).’ Dresselhuys vertelt van haar aanstelling, als jonge journaliste, bij Trouw en gelooft er niets van dat ze allerlei functies had gekregen als ze een man was geweest. „Of ik gevraagd ben vanwege m’n grote tieten? Ik denk eerder vanwege m’n grote mond.”
Als gimmick hangen bij de cartoons van Fokke & Sukke ook een aantal schilderijen, die de makers overal in Nederland op de kop hebben getikt. Ergens zijn daarin ook de twee beesten ingetekend of -geschilderd. Zo vaart in een Bob Ross-achtige entourage - blauwe meren, groene bossen, witbesneeuwde bergen - ineens een bootje, waarin het tweetal zit te vissen. En zo zijn er meer studentikoze grappen.
Vooroordelen en tegenstellingen, stellen de opdrachtgevers vast, kunnen door een grap worden geslecht. „Door ons gedrag te parodiëren in een mop of cartoon, verdwijnen negatieve gevoelens en komen er positieve voor in de plaats. Humor, zelfs al is die nog zo zwart, kan mensen dichter bij elkaar brengen.” Cabaretiers, die zich op hetzelfde terrein bewegen, hebben een heel verhaal nodig om hun punt te maken. De tekenaar moet zijn publiek in één oogopslag aan het lachen kunnen maken.
Het Esposorium wil in elk geval één keer per jaar iets doen met cartoons en strips. „Dit leek ons een leuke combinatie”, zegt curator Hendriekje Bosma. „De tentoonstelling is zeker ook voor de studenten en die groeien op met een beeldcultuur, die niet te gelaagd is. Studenten staan bij de cartoons te giebelen.” Maar, zegt Bosma, we vinden het ook belangrijk dat ze kennismaken met de reflectie van de kunstenaar op de maatschappij. We willen de mensen verleiden om de gelaagdheid van die reflectie te doorgronden.”
Een van de scribenten, de voormalige Utrechtse hoogleraar moleculaire biologie en huidige minister van onderwijs, Ronald Plasterk was eind vorige week gestrikt om de dubbelexpositie te openen. Het was voor de hooggeleerde excellentie dé kans om aan te haken bij de anale en vaginale fixatie van de beesten en hun bedenkers. Het zou je bijna verleiden tot een naamgrapje.