Fietsen op Terschelling van ijsschots naar ijsschots
De fietsroute op Terschelling is 43 kilometer lang en bestaat uit 26 glas-routeplaten over het hele eiland verspreid. Bij de VVV-Terschelling in Terschelling-West is de uitgebreide routebeschrijving verkrijgbaar.
Zeventien mannen varen in 1596 vanaf Terschelling met een zeilboot naar het noordoosten. De meesten van hen zijn ongetrouwd, zoeken het avontuur en verwachten dat zij met deze reis hun fortuin zullen maken. Anderhalf jaar later worden twaalf doodgewaanden van deze reis als helden Amsterdam binnengehaald. Hun reis mislukt maar hun winter op Nova Zembla wordt legendarisch. De grote held Willem Barentsz sterft in een sloep tussen de ijsschotsen. Totaal verzwakt na de barre overwintering, de scheurbuik en de kou.
In het Willem Barentszjaar - het is vierhonderd jaar geleden dat deze zeeman via het noorden een weg naar China probeerde te vinden - is op Terschelling een uitgebreide fietsroute samengesteld waarbij fietsers de hele heroïsche reis kunnen herbeleven. Met deze route wil Terschelling zijn bekendste zoon eren: volgens de overlevering is Willem Barentsz in het plaatsje Formerum op het eiland geboren. Op 26 glasplaten zijn met oude gravures en kleine zesregelige gedichten van Guus Luijters alle belevenissen weergegeven die de schipper en zijn bemanning ondervonden hebben op hun reis.
Dat Willem Barentsz zo beroemd is geworden komt eigenlijk door zijn secretaris Gerrit de Veer. Die heeft het hele verhaal op papier vastgelegd, en deed dat zo boeiend dat het in de overwegend ongeletterde zestiende eeuw zelfs een 'best-seller' is geworden.
De zee is ijs geworden en heeft ons uitgespuugd als een vulkaan. De sloepen zijn aan land. We bidden - maar ons woord is ijs en zo ook is Zijn hand
Terschelling is trots op zijn beroemde telg. De Hogere Zeevaartschool is naar hem vernoemd en ook diverse straten dragen zijn naam. Barentsz is bekend geworden om deze dramatisch verlopen reis maar eigenlijk was hij cartograaf. En in dat vak was hij zijn tijd vooruit, vertelt Peter Winter van VVV-Terschelling. “Hij heeft merkwaardig accurate kaarten nagelaten. Als je daar een satellietfoto van nu oplegt, zijn er opvallend veel overeenkomsten. En dat is des te knapper als je weet met welke primitieve materialen toen gewerkt moest worden. Hij stond aan het begin van de gouden eeuw voor Nederland, en daar waren die kaarten ook belangrijk bij.”
Elke route-aanwijzing op een glasplaat leidt naar een mooi plekje op Terschelling. Het glas van de platen moet als metafoor dienen voor het ijs waar de ontdekkingsreizigers in terechtkwamen. Daarnaast geeft het de fietser de gelegenheid de scherpe lijnen van het wisselende Terschellingse landschap in combinatie met de informatie in zich op te nemen. Vanzelfsprekend loopt de route door de duinen en langs het strand, maar daarnaast komt de fietser ook op meer onbekende plaatsen zoals bij de polderdijk waar hele schares rotganzen van het grasland opvliegen. Andere mooie plekjes zijn op de Bosplaat in het oosten van Terschelling. Auto's zijn hier niet welkom maar fietsers kunnen in dit grote vogelbroedgebied overal goed bijkomen.
Op de rand van De Bosplaat is een replica gebouwd van het 'Behouden Huys', de houten hut waar de zeelieden gedurende de poolwinter overwinterd hebben. De kleine hut spreekt tot de verbeelding, een kleine twintig mensen hebben daar maandenlang bij elkaar geleefd. De ruimte is nog geen tachtig vierkante meter en tijdens de barre winter kon men soms alleen door de schoorsteen naar buiten toe doordat de deuren door de heftige sneeuwstormen gebarricadeerd waren.
Ziek sleepten we de sloepen mee naar open zee, de zieken op een slee. We stouwden geld en brood en staken toen van wal. Geen land was als dit water
Met een speciaal 'Caertboek' in de hand kan de fietser alle details van de tocht beleven. Zo is beschreven hoe het leven op een zeilschip was, hoe poollicht eruitziet en wat de mannen tijdens hun overwintering aten en dronken. Ook de terugreis komt aan bod. Met twee sloepen van het achtergebleven 'moederschip' gaan de mannen te water. De tocht zal twee maanden duren, door kou en wind. De meesten zijn ernstig verzwakt door scheurbuik en de ontberingen. Zo ook Willem Barentsz. Op 20 juni 1597 sterft hij en wordt op een ook nu nog onbekende plaats begraven. De bemanning roeit door en kan uiteindelijk de vaste wal in Rusland bereiken. Vandaar worden ze met Hollandse schepen naar Amsterdam gevaren.
Vossestaarten aan het IJ- hier valt iets te vieren We zwieren over straat en zingen op de Dam Uit de doden opgestaan - terug in Amsterdam.