Feminisme 4.0 denkt niet in hokjes
Jezelf kenbaar maken als feminist gaat je niet in de koude kleren zitten, weet ik uit ervaring. De reacties op een dergelijke coming-out variëren van lullig ("scheer je wel je oksels?") tot ronduit griezelig ("feminazi's zoals jij moeten hun bek houden"). Maar als feminist heb je vooral veel uit te leggen. Of 'dat hele vrouwengebeuren' anno nu nou nog wel nodig is bijvoorbeeld. Wat ik vind van de discussie over quota voor vrouwen aan de top. Of ik soms denk dat vrouwen beter zijn. En wat dat alles te betekenen heeft voor mannen.
En dan heb ik het nog niet eens over de reacties vanuit feministische hoek zelf. Want net als bij elke levensbeschouwelijke overtuiging heb je ook binnen het feminisme rekkelijken en preciezen. Die elkaar, net zoals de remonstranten en contraremonstranten van weleer, graag de maat nemen over hoe het nou eigenlijk hoort.
Zo werd mij ooit publiekelijk de les gelezen door een dame op leeftijd, die mij hardop hypocrisie verweet. Want mijn nagels lakken en lippen stiften, en mijzelf tegelijkertijd feminist noemen? Dat ging natuurlijk niet samen. Hadden zij en haar zusters daar nou al die jaren strijd voor geleverd? Hoe haalde ik het in mijn hoofd!
Dezelfde hypocrisie wordt nu ook zelfbenoemde feministen als Miley Cyrus en Beyoncé ten laste gelegd. Tijdens een optreden in een weinig verhullende outfit sexy staan dansen voor het woord FEMINIST in levensgrote neonletters, zoals laatstgenoemde deed? Volgens de preciezen is dat vloeken in de kerk.
Terwijl het volgens mij precies is wat het feminisme jarenlang ontbeerde: een gepopulariseerde versie, een Vertaling in Gewone Taal, die het - helaas nog immer relevante gedachtengoed - weer toegankelijk maakt voor een veel breder publiek.
En dat publiek staat te springen om een nieuw feministisch geluid, zo bleek deze week maar weer eens in de Amsterdamse Balie. Ik mocht er de Amerikaanse feministe Naomi Wolf, boegbeeld van de zogenaamde derde feministische golf, interviewen tijdens een avond over 'feminisme 4.0', die in een mum van tijd helemaal was uitverkocht. Op internet was zelfs een zwarte markt voor kaartjes ontstaan. Een uitpuilende zaal vol enthousiaste jonge meiden (en een aantal dappere jongens) bewees het maar weer eens: het feminisme is springlevend.
Ontroerend was het, de rij die na afloop ontstond om namen en e-mailadressen te verzamelen om de energie van de avond vast te houden en om te zetten in actie. Inspirend ook, om te zien hoe een nieuwe generatie jonge vrouwen zich het feminisme eigen maakt, met volop ruimte voor verschil. Interessante vragen werden er gesteld, die avond. Of transgenders ook mee mogen praten, als het gaat over het vrouwelijk lichaam. Hoe we de mannen meekrijgen. En of er wel genoeg ruimte is voor andere verhalen dan die van witte, westerse vrouwen.
Als er één ding is dat de nieuwe feministen gemeen hebben, dan is het de afkeer van hokjes. Ze pleiten voor intersectionaliteit, kruispuntdenken dus: nadenken over verschillende vormen van uitsluiting tegelijkertijd. En gelijk hebben ze, die feministen 4.0. Want het gaat allang niet meer om wie gelijk krijgt, het gaat erom dat we nog lang niet gelijk zijn.
undefined