Opinie
Feiten blijken later toch vaak minder feit
Hoogleraar Hans de Bruijn plaatst in zijn bijdrage 'Alternatieve feiten bestaan' in Letter & Geest absolute feiten (echte wetenschap) tegenover alternatieve feiten (pseudowetenschap). Dat kun je niet zomaar doen, stelt auteur en uitgever Rob Hamers.
Een kind van de jaren zeventig heeft meegemaakt, ook op universiteiten, hoe machtsinstituties van voorbije eeuwen wetenschappelijke analyses en onderzoeksresultaten vormden naar hun 'beeld en gelijkenis'.
Zo zorgden patriarchale, archaïsche universiteiten voor een weinig positief beeld van het vrouwelijk geslacht. Wetenschappers keken met een gekleurde bril naar de werkelijkheid. En onder invloed van hun opdrachtgevers deden de instituten waar die wetenschappers werkzaam waren hetzelfde.
Na de jaren zeventig konden we ook zien hoe geld en economie een enorme rol speelden bij wetenschappelijk aangestuurde innovaties op het gebied van kernenergie. Vooral de 'veiligheid' werd door tal van wetenschappelijke rapporten 'aangetoond'. Zo ook werden door wetenschappers bepaalde medicijnen goedgekeurd als veilig, achteraf ten onrechte.
Bizar is dat alle door de Food and Drug Administration (FDA) in de Verenigde Staten van de markt gehaalde medicijnen jaren eerder door diezelfde FDA als veilig werden beschouwd op basis van onderzoek.
Automatisch 'waar'
Wat zijn feiten? Commercie speelt een grotere rol in het wetenschappelijk bedrijf dan men wellicht denkt. De consensus van de gevestigde wetenschap brokkelde af toen jaren geleden uit her-onderzoek van studies naar effectiviteit van medicijnen (publicatie in The Lancet) bleek dat een zeer groot gedeelte door de farmaceutische onderzoekers zelf uit de duim was gezogen. Wat is dan waarheid?
Veel bedrijven die jarenlang meehielpen het milieu te vervuilen, zijn opeens 'bekeerd' sinds overheden grote bedragen voor innovatie en milieuprojecten vrijmaken. Ze maken nu producten die milieuvriendelijk zijn, klimaatneutraal of recyclebaar.
Kortom, er is een markt voor innovatie. En marktkrachten bepalen ook de wetenschap. Dat is iets wat meer met het milieu begane progressieve denkers graag vergeten als het gaat om een kritische kijk naar aangekondigde heftige (vermoede) klimaatveranderingen. De nogal late correctie dat de stijging van de zeespiegel met 1 centimeter een periode van maar liefst een halve eeuw zal beslaan en niet de vijf jaar waarover men eerst repte, is tekenend voor klimaatpessimistische wetenschap.
Nu schaar ik me niet onder klimaat-sceptici die beweren dat er niets aan de hand is. Wel moeten we af van de stelling, dat als er consensus is dat automatisch betekent dat het 'waar' is. Men dus het gelijk aan zijn kant heeft.
Eenling
Sinds wanneer wordt wetenschap bedreven met meerderheid van stemmen? In de tv-serie 'Genius' over het leven van Albert Einstein wordt keurig geschetst hoe Einsteins theorie over het afbuigen van licht door de massa van de zon, als noviteit werd weggezet omdat die inging tegen de heersende consensus. En dan was dit niet alleen een minderheidsstandpunt van hem. Hij was met zijn visie een eenling, een visie die na newtoniaanse wereldbeeld aanzienlijk zou gaan bijstellen.
Tja, wat zijn feiten...
Eén feit dat niet graag benoemd wordt, is dat elke windmolen die op subsidie draait een stuk minder milieuvriendelijk is dan berekend. Het bedrag van de subsidie maakt namelijk deel uit van een vervuilerseconomie. En dit is meer dan een morele kwestie, want om dat bedrag op te brengen vanuit een traditionele economie kleeft er te meten vervuiling aan. Dit wordt zelden meegerekend in het 'feit' of iets klimaatneutraal is of niet.
Wat zijn dan feiten?