Fantasievol theater in een magische luchtbel

ROBBERT VAN HEUVEN

Theater

Blaas Schweigman& ****

Wie heeft er als kind geen tent gebouwd van een paar stoelen en een doek? En vervolgens gedaan of die tent een te ontdekken grot was of een kasteel? Zo beschouwd kun je van louter lucht en fantasie nieuwe ruimten creëren. Dat is precies wat theatermaakster Boukje Schweigman doet met haar overdonderende nieuwe voorstelling 'Blaas'.

Schweigman maakt alweer een klein decennium bijzondere voorstellingen die het midden houden tussen theater, dans en beeldende kunst.

In die voorstellingen speelt ze met het gevoel dat een ruimte of een object op kan roepen. In 'Hoek' dreef een gigantische stalen hoek haar dansers en het publiek in een hoekje. In 'Wiek' ging een aantal danseressen de confrontatie aan met de wieken van een enorme molen. Schweigmans voorstellingen zijn technisch inventief en spectaculair en weten op een bijzonder poëtische en ontroerende manier leven te blazen in levenloze objecten als hoeken en wieken, daarbij geholpen door de eigen fantasie van de toeschouwer.

In 'Blaas' slaagt Schweigman daar wederom fenomenaal in. Aan het begin van de voorstelling ontstaat bijna verlegen een onregelmatig gevormde bel uit een schijnbaar slordig neergeworpen stapel stof in een verder kale loods. Van een bedeesd blaasje groeit hij uit tot een bel van indrukwekkend formaat en begint als een levend wezen de ruimte en ook de mensen in die ruimte te verkennen. Soms lijkt hij massief als rots en soms zo licht als een luchtballon. Dan weer rolt, danst of stormt het hoopje lucht door de ruimte.

Dat is al behoorlijk betoverend, maar ondertussen is in de ruimte een nog veel groter luchtobject ontstaan waarin het publiek naar binnen wordt geleid. Gezeten binnen in die bel is het als in die tent uit de kindertijd. Hoewel niets dan stof en lucht, is de ruimte tegelijkertijd een kathedraal, een grot waarvan de verschillende gangen naar diepere spelonken zullen leiden of de binnenkant van een monster.

In die even prettige als angstaanjagende ruimte die Schweigman en haar collega's met beweging, geluid en licht leven inblazen, draait de fantasie van de toeschouwer overuren. Als hij dat zichzelf toestaat kan hij voor heel eventjes volledig in die magische wereld van lucht verdwijnen.

Als die wereld aan het slot van de voorstelling leegloopt, wegsmelt en verdwijnt, wordt de toeschouwer op een banaal grasveldje in Den Bosch achtergelaten met een onontkoombaar gevoel van heimwee naar die kinderlijke toverwereld waarin hij zich zo-even nog bevond.

'Blaas' is nog te zien tot en met 22 september in Den Bosch (Festival Boulevard) en Utrecht.

www.schweigman.org

foto andy doornhein

Theater

The Normal Heart Frederik Brom, Freek Bartels, Thijs Römer, Henriëtte Tol e.a. ****

Meer dan dertig jaar na de allereerste aidsgevallen in de New Yorkse homoscene, en de wetenschap van wat daarna gebeurde, zou het autobiografische toneelstuk 'The Normal Heart' van homoactivist Larry Kramer als gedateerd pamflet kunnen worden weggezet. Het stuk over het uitbreken van de aidsepidemie had bij de uitkomst in 1985 op off-Broadway ook een politiek karakter - het wakkerschudden van de overheden en een verdeelde homogemeenschap - maar na een met Tony's bekroonde Amerikaanse Broadway-herneming in 2011 en dan nu de Nederlandse productie in de week van de Gay Pride, is de focus ook op de vele andere kwaliteiten van het stuk komen te liggen.

'The Normal Heart' is ontegenzeggelijk een fantastisch toneelstuk, ondanks zijn polemische karakter. Of misschien wel dankzíj, want in de woede, en af en toe bijtend sarcasme, waarmee de teksten zijn geschreven, liggen ontroerende en complexe psychologische portretten besloten.

In het begin van de jaren '80 probeert een groepje New Yorkse homomannen aandacht te krijgen voor 'iets' wat hun vrienden velt. Niemand - de media niet, de overheid niet, de gezondheidszorg niet - wil zijn handen branden aan deze 'homoziekte'. We zien de verwarring, de frustratie en de verdeeldheid van de mannen die nog maar net hun hard bevochten seksuele vrijheid aan het vieren zijn.

Ieder personage krijgt in de tijdspanne van drie jaar (1981-1984) steeds persoonlijker met de uitsluiting door de ziekte te maken. Hoofdpersonage en homoactivist Ned is een neurotische Cassandra-figuur, door Fredrik Brom gelaagd gespeeld. Deze orerende bullebak krijgt tragische randjes als zijn woede hem ook onhandelbaar maakt, vooral na het verraad van zijn broer (Thijs Römer) en als zijn vriend Felix (Freek Bartels) ziek wordt en sterven gaat. De nuchtere ex-marinier Bruce (Kevin Hassing), die nog diep in de kast zit, probeert het woord 'gay' van de geldinzamelfolders af te krijgen, maar breekt als hij vertelt hoe een dode vriend, geweigerd door begrafenisondernemers, in een vuilniszak in een steeg belandt. Dan komen tranen.

Het hart van het stuk zit 'm in monologen zoals deze, prettig vertaald door Coot van Doesburgh, aangrijpend in al zijn directheid. De vroege aidsdokter Emma (Henriëtte Tol) in haar tirade over het uitblijven van een officiële reactie op de epidemie, de radeloos verdrietige Mickey (Jelle de Jong) die vertelt hoe hij bijna tot zelfmoord kwam. Mooi is de daar doorheen vlinderende jonge Tommy, door Daniel Cornelissen van droogkomisch tot bloedserieus neergezet.

Een sobere acteursregie van Job Gosschalk geeft ruim baan aan de vertwijfeling maar ook aan de mentale kracht van deze groep mensen. Geen toeters en bellen, slechts een paar stoelen en geprojecteerde foto's van een leeg kantoor, vergaderzaaltje of huiskamer om de locatie aan te duiden. Het brengt de aidscrisis van toen akelig dichtbij.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden