Extreem-rechts palmt ook het Duitse midden in
Het lukt Duitse rechts-extremisten heel goed om mensen buiten hun geijkte netwerken te mobiliseren. Met dank aan Alternative für Deutschland. 'Bij de AfD kun je dezelfde dingen roepen als in de ultranationalistische NPD en toch carrière maken. Je bent geen outcast meer.'
Na het oprollen van een rechtse terreurcel in het Saksische stadje Chemnitz, begin oktober, is de angst voor extreem-rechts geweld terug in Duitsland. De groep van zeven mannen wilde onder de schuilnaam Revolution Chemnitz migranten en prominenten uit media en politiek vermoorden. Toen ze naar halfautomatische geweren begonnen te zoeken voor een eerste aanslag, greep de politie in.
Rechtse terreur roept herinneringen op aan de National-Sozialistische Untergrund (NSU), eveneens uit Saksen en met Chemnitz als onderduikplek. Die cel pleegde tussen 1999 en 2007 tientallen overvallen en moordaanslagen op winkeleigenaren van Turkse komaf, dwars door Duitsland. Tien mensen vermoordden ze, onder wie een agente. Pas in 2011 werd de cel ontdekt en in juli 2018 kwam het strafproces tegen de nog levende leden tot een einde.
En nu is er dus een nieuwe terreurgroep in de kiem gesmoord, uit dezelfde streek. Volgens de Süddeutsche Zeitung, die zich zegt te baseren op chatgesprekken, wilde Revolution Chemnitz dusdanig veel geweld gebruiken dat de NSU er bleekjes bij zou afsteken. Het doel: de rechtsstaat omverwerpen.
De ontdekking van de terreurcel vergroten de zorgen: is extreem-rechts in Duitsland aan een opmars bezig? "Extreem-rechts wordt radicaler, treedt meer in de openbaarheid en weet ook meer mensen te mobiliseren", bevestigt hoogleraar Wilhelm Heitmeyer van de universiteit van Bielefeld, gespecialiseerd in rechts-extremisme. De laatste maanden is Chemnitz het brandpunt.
IJzeren ketting
Eind augustus en begin september waren daar massale demonstraties met ettelijke duizenden rechts-extremisten. De crème de la crème van de scene uit Saksen en omliggende deelstaten was aanwezig. Ze jaagden op 'buitenlanders', brachten de verboden Hitlergroet en gooiden stenen naar een Joods restaurant.
Geïnspireerd door hun oostelijke geestverwanten gingen enkele weken later ook in Dortmund, aan de andere kant van het land, neonazi's met vlaggen de straat op. Ze scandeerden 'Wer Deutschland liebt, ist Antisemit'. Dortmund is in West-Duitsland het belangrijkste knooppunt van extreem-rechts.
Het blijft niet bij vlagvertoon. Onderzoekers Toralf Staud en Johannes Radke beschrijven in weekblad Die Zeit de nieuwe dynamiek van rechts geweld. Slachtofferverenigingen melden meer incidenten. Een greep uit de laatste twee maanden: in Wismar sloegen drie mannen met een ijzeren ketting in op een Syriër, in München kreeg een 19-jarige jongen vanwege het plakken van een antifascisme-sticker zo'n pak slaag dat hij bewusteloos raakte, en in Quedlinburg werden twee Eritreeërs in elkaar geramd.
De vluchtelingencrisis in 2015 was een belangrijke katalysator voor rechts geweld in Duitsland. Het steeg dat jaar fors. Volgens het Bundeskriminalamt van het ministerie van binnenlandse zaken nam het geweld tegen vreemdelingen toe met 80 procent, waaronder tientallen brandaanslagen, waaronder die van Gruppe Freital uit Dresden, die aanslagen op asielcentra pleegde. In maart dit jaar werd een strafproces tegen de groep afgesloten. De acht aangeklaagden kregen lange celstraffen.
Goed verspreid
Het meeste geweld vindt plaats in Noordrijn-Westfalen, gevolgd door Saksen-Anhalt, Brandenburg, Berlijn en daarna pas Saksen, waar Chemnitz ligt. De deelstaat geldt als bolwerk van rechts-extremisme, maar deskundigen waarschuwen voor zo'n blikvernauwing. Rechts-extremisten zijn tamelijk goed verspreid, zegt Heitmeyer, met op enkele plaatsen een verdichting van de netwerken, zoals in Dortmund in Noordrijn-Westfalen.
Na een piek in 2016 namen geweldsdaden door extreem-rechts vorig jaar weer af. Maar het aantal mensen dat de bereid is om geweld te gebruiken stijgt volgens het Bundeskriminalamt. Meer dan de helft van de 24.000 rechts-extremisten zou gewelddadig zijn.
Minder geweld, maar meer bereidheid tot geweld: stemmen de cijfers nu hoopvol of somber? Deskundige Wilhelm Heitmeyer hecht niet zo aan de officiële cijfers. Daar zit veel giswerk bij, denkt hij. "Niemand weet hoeveel rechts-extremisten er in Duitsland zijn. Er valt niets zinnigs over te zeggen."
Onderzoeker Dierl Borstel ziet getalsmatig geen opmars van extreemrechts. Het aantal aanhangers blijft stabiel, meent hij. Wat volgens hem vooral verandert, is de resonans: extreemrechtse groepen weten nu vaker mensen buiten hun geijkte netwerken te mobiliseren, in het maatschappelijke midden.
Dat zag je in Chemnitz, waar duizenden met de neonazi's meeliepen. Borstel: "Er zullen altijd rechts-extremisten zijn. De vraag is alleen: hoeveel ruimte hebben ze? Voelen ze zich als een vis in het water of als een vis op het land?"
De laatste jaren voelen ze de wind in de rug, meent hij. Met de protestmarsen van Pegida in 2104 werd radicaal tot extreem-rechts gedachtengoed zichtbaar op de straten, en via de partij Alternative für Deutschland (AfD) trad het ook de parlementen binnen. "Ze proberen zich te distantiëren van de extremen, maar na de gebeurtenissen in Chemnitz is dat een stuk lastiger. Je zag leiders van beide groepen vooroplopen in een demo met rechts-extremistische demonstranten."
Kantelpunt
Hoogleraar Heitmeyer noemt dat een kantelpunt. Juist het vervagen van de grenzen tussen burgerlijk rechts en extreem-rechts is volgens hem de belangrijkste trend. "Je moet radicalisering als een doorlopend geheel zien, je kunt rechts-extremisme niet lossnijden van de groepen eromheen en van het maatschappelijke klimaat."
Toralf Staud en Johannes Radke doen in Die Zeit een poging de nieuwste ontwikkelingen aan de uiterste rechterkant van Duitsland te schetsen. Volgens hen komt de nieuwe dynamiek van vier groepen. Ten eerste zijn daar de hooligan-fanclubs en vechtsportverenigingen. Die speelden in Chemnitz een sleutelrol. Ze werden in 2014 zichtbaar, toen vijfduizend Hooligans gegen Salafisten door Keulen liepen; de politie schatte de situatie volledig verkeerd in, net zoals in september gebeurde in Chemnitz.
Tweede ontwikkeling: sinds begin jaren nul zijn er volgens Staud en Radke overal nieuwe 'kameraadschappen' van neonazi's gevormd, vaak verbonden aan de politieke partijen NPD, Der Dritte Weg en Die Rechte, en met bijeenkomsten op rechtse rockevenementen; ook het Bundeskriminalamt signaleert dat muziekevenementen populairder worden. In de zomer van 2017 zorgde een neonazi-concert met zesduizend bezoekers in het Thüringer plaatsje Themar voor ophef. De scene lijkt zich vooral via andere, kleinere verbanden te organiseren, stelt ook Dierk Borstel. Ze intensiveren hun contacten met geestverwanten elders in Europa.
Ten derde groeit volgens Staud en Radke het gevaar van individuen die uit zichzelf radicaliseren en tot geweld overgaan, bijvoorbeeld onder de losse groep van 'Rijksburgers' en 'zelfbeheerders', die de Bondsrepubliek niet erkennen als politieke entiteit en vaak wapens bezitten. Het Bundeskriminalamt schat hun aantal op 16.500, maar denkt dat slechts een klein deel van hen extreem-rechts is.
Geen outcast meer
Tot slot zijn er de laatste jaren ter rechterzijde allerlei burgerlijke platforms bijgekomen, van het nieuwrechtse intellectuelenblad Sezession tot internetfora; van Pegida tot, volgens Staud en Radke, ook de politieke partij AfD, die als een komeet omhoogschoot in de Duitse politiek en in 2017, vier jaar na oprichting, met 94 parlementsleden de Bondsdag binnentrok.
De AfD noemen Staud en Radke de belangrijkste motor voor de nieuwe dynamiek op rechts. Ook deskundigen Dierk Borstel en Wilhelm Heitmeyer dichten de partij een hoofdrol toe in het legitimeren van (zeer) radicaal-rechts gedachtengoed. Borstel: "Bij de AfD kun je dezelfde dingen roepen als in de NPD en toch carrière maken. Je bent geen outcast meer. "
Heitmeyer: "De AfD bedient zich van begrippen die aanschuren tegen rechts-extreme terminologie, zoals revolutie, systeemwissel en Umvolkung, het vervangen van de oorspronkelijke bevolking door migranten. Die taal maakt het normaler om hele groepen af te keuren, zoals 'de' moslims en 'de' vluchtelingen. De grens van wat acceptabel is om te zeggen verschuift."
De hamvraag is of de Duitse diensten rechts-extremisme anno 2018 beter op de radar hebben als vroeger, toen de NSU jarenlang ongehinderd moordend door het land trok. Of dat zo is, is lastig te zeggen, de alertheid verschilt per deelstaat, zeggen deskundigen Borstel en Heimeyer. Volgens hen zit Dortmund dicht op de scene, maar Thüringen en Saksen niet. Dat zijn landelijke gebieden met veel kleine stadjes, het is moeilijker die te controleren, zeggen ze.
Geloofwaardigheidsprobleem
De Duitse veiligheidsdiensten, zowel de lokale als de overkoepelende federale dienst, hebben verder een groot geloofwaardigheidsprobleem in de omgang met extreem-rechts. De NSU-moorden achtervolgen de diensten, juist nu gesproken wordt over mogelijke nieuwe rechtse terreurcellen. Want rond de NSU ging veel fout. Pas na vele jaren erkende de politie dat er achter de aanslagen een rechts motief school - eerst werden hardnekkig Turken verdacht. Toen later bleek dat er vermoedelijk ook binnen de veiligheidsdienst ondersteuning voor de NSU was, gaf de dienst geen opheldering; in plaats daarvan werden gevoelige dossiers vernietigd.
Borstel: "Bij de NSU hebben de diensten volledig gefaald. Hoe is het mogelijk dat die groep zo lang kon blijven moorden, terwijl er overal spionnen van de veiligheidsdiensten in hun directe netwerken zaten? Die vraag is tot op heden niet goed beantwoord. De Duitse staat stelt dat het handjevol NSU-leden op eigen houtje handelde, maar dat is meer dan ongeloofwaardig."
Het wantrouwen over de veiligheidsdiensten groeide nog eens extra toen veiligheidschef Hans-Georg Maassen en de Saksische minister-president in september de gebeurtenissen in Chemnitz bagatelliseerde, zegt Heitmeyer.
Hij wijst er op dat terreurcel Revolution Chemnitz níet werd ontdekt door de binnenlandse veiligheidsdienst, maar door de Generalbundesanwalt, de federale openbaar aanklager. Dat ziet hij als een brevet van onvermogen van de federale en Saksissche veiligheidsdiensten. "Die openbare aanklager komt alleen in actie als er iets goed misgaat."
Minder geweld
In 2015 steeg het aantal rechts-extremistische geweldsdaden volgens het Duitse ministerie van binnenlandse zaken van 990 naar 1408 delicten en in 2016 tot 1600. Vorig jaar vlakte het af, tot 1054. Tegelijk steeg het aantal extreemrechtse mensen dat bereid is tot geweld van 12.100 naar 12.700. In 2012 telde de dienst nog 9600 gewelddadige rechts-extremisten.
Lees ook:
De verheerlijking van haat en geweld
Het extreem-rechtse gedachtengoed groeit, en daarmee mogelijk ook het geweld. En dat baart niet alleen in Nederland zorgen. Andere West-Europese landen signaleren dezelfde trend.
Chemnitz is geen nazistad, woede is er wel
Het is onrustig in de Duitse stad Chemnitz sinds daar een inwoner werd doodgestoken en twee asielzoekers werden opgepakt. 'Rechts is heel sterk in Chemnitz, dat valt niet te ontkennen. Maar de meerderheid zegt niet: alle buitenlanders eruit! Ze willen alleen wel dat die zich gedragen.'