Expeditie-Britten - Niet voor angsthazen

Het 'War Requiem' is een uiterst complex muziekstuk. Het koor KCOV laat zich niet afschrikken en duikt er vol in: al maanden slaan de leden zich enthousiast door de repetities.

FREDERIKE BERNTSEN

Bachs 'Weihnachtsoratorium', het 'Requiem' van Verdi, de 'Messiah' van Händel; voor een amateurkoor allemaal goed te doen met een strakke organisatie en flink wat repetities. Maar het 'War Requiem' van de pacifist Benjamin Britten is net even wat anders.

KCOV Amsterdam, de Koninklijke Christelijke Oratorium Vereniging, sprong in het diepe. Zo'n 140 koorleden - dat is inclusief versterking uit andere gezelschappen - studeren al maanden op Brittens ingenieus geconstrueerde opus uit 1962, waarin hij de Latijnse requiemtekst en verscheidene oorlogsgedichten van Wilfred Owen samenbrengt - elegische muziek, dramatische woorden.

De repetitie in de Pelgrimskerk in Buitenveldert verloopt geconcentreerd. Dirigent Frank Hameleers, met rustige gebaren: "Proef uw eigen toon, weet wat u zingt." In het 'Kyrie eleison' worden de noten afgetast. "Sjee, wat lastig", mompelt een van de sopranen. "Met mij meeademen, dames," zegt Hameleers, "laat de klank staan, niet inzakken, zo dun mogelijk zingen".

Straks in de Grote Zaal van het Concertgebouw, waar de KCOV jaarlijks twee uitvoeringen verzorgt, neemt niet alleen het grote koor plaats, maar ook een symfonieorkest, een kamerorkest, een kinderkoor, drie solisten en een organist. Een dergelijke bezetting kost een duit en enige organisatie. Het koor kreeg 10.000 euro subsidie van de VSB en van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. "Dit is een bijzonder project", zegt KCOV-bestuurslid Erik van Praag. "Het 'War Requiem' kan alleen maar uitgevoerd worden door professionals, of door een gezelschap dat het écht aandurft, financieel en artistiek. Je hebt niet direct een volle zaal met dit werk: het is een van de moeilijkere composities van Britten, voor ons, maar ook voor het publiek. Als je de muziek van a tot z volgt, word je geconfronteerd met echt oorlogsgeweld, behoorlijk heftig. De 'Matthäus-Passion' of het 'Weihnachtsoratorium' vormen een feest der herkenning. En dit niet."

Wat was de motivatie van de KCOV om dit onconventionele requiem er toch bij te pakken? "Het idee leefde bij een aantal mensen en we hadden een potje met geld. Wat kun je daar nu beter mee doen dan iets bijzonders? En dan is 2013 ook nog eens het Britten-jaar."

Hameleers en de voorstanders van het project hebben wel wat collega's moeten overtuigen. Een deel van de zangers zag het absoluut niet zitten. Wat een chaos en een lawaai, die muziek. Pas na grondige verdieping en meerdere malen luisteren vallen de noten op hun plek en maakt de verwarring plaats voor bewondering en pure emotie.

Titiaan de Geer, bas in het koor en zilversmid in het dagelijks leven: "Ik kende geen muziek van Britten en vond dit stuk helemaal niks in het begin. Maar na verloop van tijd, toen ik de andere partijen een beetje kon plaatsen, begon het meer te leven. Dat was een openbaring. Ik vind het werkelijk prachtig nu."

Wat is er zo moeilijk aan het 'War Requiem'? "De maatsoorten zijn ingewikkeld en je zingt geregeld tegen elkaar in. De kans dat je niet meteen de juiste noot pakt, is groot. Ik studeer een aantal uren per week om mijn partij onder de knie te krijgen, dat gaat niet op de automatische piloot."

"Ik moet alle zeilen bijzetten tijdens de repetities", beaamt alt Wendy van der Maarel. "Ahum, studeren schiet er nogal eens bij in met drie kinderen en een huisartsenpraktijk. Ik heb dit requiem vooral leren waarderen toen ik een uitvoering op dvd bekeek. Ik zag wie wat deed, dat hielp enorm. Er zitten hartverscheurend mooie passages in, de muziek is nergens vlak of kabbelend. Vrienden die ik uitnodig, vertel ik allemaal: je gaat je niet vervelen, het is ontzettend spannend, er zit een enorm gedachtegoed achter.

"Je zingt echt voor je publiek. De loskomende emoties maak ik zelf niet zo mee, omdat de boog tijdens een concert veel te strak gespannen staat. Ik kan het stuk niet helemaal op me in laten werken, want dan mis ik een inzet. Buitengewoon knap hoe Frank ons al die rare regeltjes kan laten zingen, iedere repetitie is een zangles én een les algemene muziekleer. Hij weet precies, als zanger, waar de moeilijke stukjes zitten en hij kan ook overbrengen waarom ze op een bepaalde manier moeten klinken."

Hameleers staat achter de directielessenaar en doet voor hoe een koorzanger zingt: rechtop, neus naar voren, zicht op de partij en op de dirigent. Een warme, zoemende klank stijgt op uit de bas- en de tenorgroep, en in het 'Lacrimosa' klinkt zuchtende dramatiek.

Hameleers, sinds 2006 aan de Amsterdamse club verbonden, is blij met de tweede helft van de repetitie. "De afgelopen tijd hield ik soms m'n hart vast: gaat dit goed komen? Maar de klank die ik nu hoor en het begrip voor de muziek dat langzaamaan is ontstaan, zijn erg fijn.

"Dit koor heeft al behoorlijk veel bijzonder repertoire gedaan, ik wil die traditie voortzetten. Ik vind het ook nodig om mensen - zangers en publiek - bij deze muziek te betrekken, ze is zo waardevol. Je moet er alleen wel echt induiken, weten waar de Latijnse teksten en de sonnetten van Owen over gaan; de combinatie van die twee, de plaatsing van de gedichten in de liturgie komt aan als een mokerslag."

Publiek dat een kaartje koopt via de koorleden, kan het programmaboekje erbij krijgen, om zich in te lezen. Tijdens het concert is er boventiteling. Hoe bereidt een dirigent zich op dit requiem voor? "Ik ken het werk al lang, heb het zelf als koorlid verschillende keren gezongen, maar dirigeer het nu voor de eerste keer. En ondanks mijn ervaring kost dit project me veel voorbereidingstijd. De muziek is zo gelaagd, er gebeurt zoveel.

"Er mag van mijn kant geen enkele onduidelijkheid bestaan, niet in mijn slag en niet als er vragen zijn over de noten. Dat vergt uren studie. We hebben niet te maken met twaalftoonsmuziek, maar wel met melodieën die schuren tegen een ongemakkelijk gevoel. Ik moet het koor zover krijgen dat ze die hobbel van halvetoonsafstanden kunnen nemen en greep krijgen op het tamelijk onrustige notenbeeld.

"Brittens requiem is iets meer dan vijftig jaar oud, maar toch vers. En actueel, met al het gedonder in de wereld, de idioterie van de oorlog. Dat is overigens niet waar het mij in eerste instantie om gaat, ik wil vooral de muziek zo mooi mogelijk overbrengen."

Het 'War Requiem' van Benjamin Britten
'I think it is going well, but I'm too deeply involved to see clearly. It is certainly very terrible - the combination of those wonderful rock-like Latin words, with these passionate, intimate Owen poems', schrijft Britten in een van zijn brieven. ('Ik denk dat het heel goed wordt, maar ik zit er te diep in om het helder te zien. Het is zeker heel verschrikkelijk - de combinatie van die schitterende, rotsachtige Latijnse woorden, met de gepassioneerde, intieme gedichten van Owen') Hij componeerde zijn 'War Requiem' voor de inwijding van de nieuwe Coventry Cathedral in 1962. Het veertiende-eeuwse bouwwerk was bijna geheel verwoest door bombardementen in de Tweede Wereldoorlog. De drie solisten die de componist vroeg voor de première waren de Russische sopraan Galina Visjnevskaja, de Engelse tenor Peter Pears en de Duitse bariton Dietrich Fischer-Dieskau - vertegenwoordigers van drie landen die zwaar onder de oorlog hadden geleden. Visjnevskaja mocht Rusland niet verlaten en werd vervangen door Heather Harper.

Uitvoering: 6 april om 20.15 uur, Concertgebouw Amsterdam. Hanneke de Wit (sopraan), André Post (tenor), Pieter Hendriks (bariton), Matthias Havinga (orgel), Het Promenade Orkest, Het Promenade Kamerorkest, Jongenskoor St. Bavo en KCOV Amsterdam, onder leiding van Frank Hameleers.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden