Excuses klinken weinig oprecht

Het kabinet zegt 'sorry' voor een koloniaal verleden dat het niet wil laten onderzoeken. Dat getuigt niet van consistentie, vindt Hans van der Jagt.

HANS VAN DER JAGT en PROMOVENDUS AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM. HIJ SCHRIJFT EEN BIOGRAFIE VAN GOUVERNEUR-GENERAAL A.W.F. IDENBURG.

De weduwen van Sulawesi krijgen een schadevergoeding van de Nederlandse staat (Trouw, 3 september). Eindelijk is er gerechtigheid voor de nabestaanden van de oorlogsslachtoffers van de massa-executie in 1947 in Zuid-Sulawesi (Celebes). Hoewel de vrouwen hun man niet terugkrijgen kunnen ze met deze erkenning een tragisch hoofdstuk afsluiten, zo sprak hun Nederlandse advocate.

Voor het kabinet is het de tweede maal dat er een schikking is getroffen in een zaak omtrent het bloedige oorlogsverleden van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (Knil). In april stelde minister van buitenlandse zaken Timmermans dat nabestaanden met vergelijkbaar leed als in Rawagede kunnen rekenen op 'excuses en schadevergoeding'. En minister-president Rutte zei vorige week dat Nederland excuses aanbiedt voor specifieke gevallen van standrechtelijke executies. Het is een nobel en lovenswaardig gebaar van het kabinet, maar wel één met een penetrante geur van arbitrair symbolisme.

Vorig jaar hamerden de geschiedwetenschappelijke onderzoekscentra Niod (oorlog), KITLV (volkenkunde) en NIMH (defensie) namelijk op een onderzoek naar het oorlogsverleden van Nederland in Indonesië. Rutte gaf nul op het rekest. En niet alleen dat. Hij trok ook grote delen van de subsidie voor deze instituten in en kwam met drastische hervormingsplannen. Zijn doel was deze kennisinstituten samen te voegen tot een cluster van geesteswetenschappen. Rutte zwaaide zo onstuimig met zijn snoeimes rond dat zelfs het Koninklijk Instituut voor de Tropen zijn imposante bibliotheek per 1 augustus moest sluiten. De weggegooide kennis nam de premier voor lief.

Kaalslag
Het was de kaalslag van de humaniora, onlangs opnieuw geïllustreerd door een terloopse financiële dolkstoot voor het Montesquieu Instituut en het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis. En uitgerekend nu komt het kabinet met excuses voor slachtoffers van een verleden dat juist onderzocht wordt door zeker vier van de genoemde instellingen. Een prachtig signaal, zeker met het oog op de Indië-herdenking, maar wel een beetje tegenstrijdig en weinig consistent.

Waarom heeft het kabinet excuses over voor de nabestaanden en slachtoffers van de politionele acties (1947-1949), maar wil het geen formeel onderzoek laten verrichten naar de oorzaken van deze doden, de oorlog zelf? Waarom wil het kabinet geen onderzoek naar de aanstichters van de bloedbaden, en dus geen opheldering over de oorlogsmisdaden die gepleegd zijn door het Knil? En waarom wel excuses en schadevergoeding voor de Sulawesi-vrouwen, maar niet voor de nabestaanden van 'onze' Molukse Knil-militairen? Hebben zij dan niet geleden?

Trouwens, tot hoe ver gaan de excuses terug? Telt de rooftocht van Van Daalen (1904) in de Atjeh-oorlog (1873-1914) ook mee? Nee, zegt Rutte. Het kabinet trekt in enkele gevallen formeel namens de Nederlandse staat het boetekleed aan en zegt namens Nederland 'sorry', maar wil niet meewerken om het donkere verleden in het tegenwoordige licht te stellen. Alles onder het motto: kleine financiële moeite, groot moreel plezier.

Betalen voor de waarheid
Wat wil het kabinet Rutte duidelijk maken? Wil het laten zien dat dit verleden wel degelijk belangrijk is, maar dat betalen voor de waarheid een stap te ver gaat? Qua financiën is dit te begrijpen. Budgettaire discipline is het devies, zeker voor de overheid. Trouwens, we moeten afstappen van het idee dat de wetenschap voor ieder wissewasje de hand moet ophouden bij de overheid. Maar een kabinet dat wel roept dat het excuses wil maken en schade wil vergoeden van het oorlogsverleden, maar intussen datzelfde verleden niet formeel laat onderzoeken, heeft wat uit te leggen. Over een verleden waar men formeel niets van afweet, kan men niet spreken. Laat staan excuses maken. Een dergelijk 'sorry' klinkt dus weinig oprecht.

Als dit kabinet het Nederlandse oorlogsverleden serieus neemt dan moet het ook een onderzoek naar dat verleden willen nastreven. Niet door nodeloos met geld te smijten, maar door verstandig te kijken naar welke kennis Nederland in huis heeft en daar gebruik van te maken. Dat begint met het onveranderd laten voortbestaan van bovengenoemde onderzoeksinstituten. Als het kabinet echter geen diorama van het oorlogsverleden wil geven, prima, maar dan moet het consistent zijn en ook zwijgen over excuses.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden