Europese supermarkten willen doorbreken in de VS
De onderlinge concurrentie tussen supermarkten in Amerika neemt toe. Vooral de komst van Europese prijsvechters zet de markt onder druk. En nu gaat Amazon ook nog meedoen
Wie in de Verenigde Staten onverwacht bezoek krijgt en vlug een pak koffie en koekjes wil halen, belandt vaak in een Walmart of Kroger. Maar deze Amerikaanse supermarktketens krijgen steeds meer concurrentie. Uit de VS zelf, maar ook uit Europa.
Volgens onderzoeksbureau Statista zetten alle Amerikaanse supermarkten samen jaarlijks zo'n 540 miljard euro om. Meer dan twintig procent daarvan gaat naar Walmart. Kroger volgt op de voet met een omzet van 100 miljard euro. Daarachter volgt een aantal buitenlandse ketens, waaronder Ahold Delhaize.
De Nederlands-Belgische combinatie is al tientallen jaren actief in Amerika. Vooral aan de oostkust zijn veel dochterketens te vinden. De grootste is Food Lion, met meer dan duizend winkels. Ook het Duitse Aldi is al sinds de jaren zeventig actief in de VS, zij het met relatief weinig winkels.
Maar daar gaat verandering in komen, meldde Aldi onlangs. De Duitsers gaan tot 2022 negenhonderd nieuwe supermarkten bouwen. Het totaal komt dan op 2500, meer dan Ahold Delhaize er heeft. Aldi wordt de derde keten van het land.
De Duitse prijsvechter reageert zo op de plannen van zijn grootste concurrent uit eigen land. Lidl opende vorige week de eerste tien filialen in de VS. Binnen een jaar moeten dat er al honderd zijn.
Prijzenoorlog
Niet alleen vanuit Europa neemt de concurrentie voor Walmart en Kroger toe. Vorige week werd bekend dat internetbedrijf Amazon zich in de superstrijd mengt. Amazon lijft de luxe kruideniersketen Whole Foods Market in voor 12,5 miljard euro, mits de aandeelhouders akkoord gaan. Het is de grootste overname die Amazon ooit deed.
Met die aankoop krijgen de traditionele ketens er een kapitaalkrachtige concurrent bij. De jaaromzet van Amazon is meer dan 115 miljard euro. Die omzet groeit bovendien al twintig jaar met dubbele cijfers.
Amazon opende onlangs ook zijn eerste eigen supermarkt: Amazon Go. Dat is geen doorsneewinkel. Er werken namelijk geen caissières. Klanten loggen bij binnenkomst in met hun telefoon. Alles wat ze vervolgens pakken, wordt vanzelf geregistreerd. Afrekenen gaat eveneens automatisch. En zo neemt de concurrentie in Amerika aldoor toe. Een prijzenoorlog is het gevolg.
Race naar de bodem
Lidl-topman Brendan Proctor kondigde aan dat de prijzen in zijn winkels tot 50 procent lager zijn dan bij concurrenten. Aldi reageerde door precies hetzelfde te beweren.
Walmart en Kroger antwoordden daar weer op met eigen prijsverlagingen. Zo is Walmart begonnen met een prijsproef in elf staten. De winkels in die staten bieden producten 15 procent goedkoper aan dan concurrenten in de directe omgeving.
Die constante prijsverlagingen duren al veel langer. De voedselprijzen in Amerika daalden tot mei zelfs al zeventien maanden op rij. Een race naar de bodem die niet alle supermarkten aankunnen. Sinds 2014 gingen achttien ketens failliet.
Of er nog meer ketens zullen volgen is uiteraard ongewis. Maar met de komst van Amazon staat er zeker nog veel te gebeuren. Sinds de oprichting boekt dat bedrijf het gros van zijn winst door artikelen via internet te verkopen. En tot dusver slaagde Amazon er altijd in nieuwe producten via die weg aan de man te brengen. Iets wat supermarkten in Amerika maar mondjesmaat doen.