Europese rabbijnen: Nederlandse wet ID-kaart doet denken aan nazi's

Het gerechtshof in Den Haag oordeelde dinsdag dat een orthodox joodse man in 2010 terecht een boete van 60 euro heeft gekregen toen hij zijn identiteitskaart niet kon tonen. Volgens de rechter was de identificatieplicht in dit geval belangrijker dan het naleven van geloofsvoorschriften.

De 42-jarige Rijswijker droeg de kaart op de bewuste dag (een zaterdag) niet bij zich omdat joodse wetten voorschrijven dat een mens op sabbat niets op zijn lichaam mag dragen behalve kleding. Het Openbaar Ministerie ging vorig jaar in beroep toen een kantonrechter de man in het gelijkstelde. De uitspraak van het kanton werd ook in de Tweede Kamer bekritiseerd.

'Nederland moet joden blijven respecteren'
Dat de man nu alsnog zijn boete moet betalen, schiet joodse geestelijken in het verkeerde keelgat. 'De vraag of een jood op sabbat wel of geen identiteitsbewijs bij zich moet dragen speelde ook in nazi-Duitsland', stelt voorzitter Pinchas Goldschmidt van de Conferentie van Europese Rabbijnen in The Jerusalem Post.

Op de joodse nieuwssite YnetNews uit hij vergelijkbare kritiek. Aan het ANP liet hij vrijdagmiddag overigens weten dat hij Nederland niet met nazi's wil vergelijken. De rabbijn zegt te hopen dat de Nederlandse overheid de rechten van Nederlandse joden respecteert. Wat hij daar precies onder verstaat is onduidelijk.

In de Jerusalem Post constateert Ruben Vis van het Nederlands-Israelitisch Kerkgenootschap (NIK) dat de identificatieplicht 'implicaties heeft'. 'Iemand die de sabbatswetten naleeft, kan onbedoeld in een situatie belanden waarin een agent of een andere gezagsdrager hem vraagt om zich te identificeren.'

Het NIK zegt te werken aan een oplossing die in overeenstemming is met joodse theologische voorschriften. Het NIK was vrijdagochtend niet direct bereikbaar voor commentaar.