Europees Parlement slijpt de messen voor machtsstrijd met regeringsleiders

null Beeld AFP, Novum
Beeld AFP, Novum

De campagnes voor de Europese verkiezingen zijn paradoxaal genoeg geen Europese, maar nationale, soms zelfs provinciale aangelegenheden. In Nederland kun je donderdag immers alleen op Nederlandse kandidaten stemmen. Dat leidt tot rariteiten als het olijke lied waarmee Europarlementariër Lambert van Nistelrooij, nummer 7 op de CDA-lijst, in zijn eigen regio genoeg voorkeurstemmen hoopt binnen te halen ("Lambert is nie te temme, Brabant gò op 'm stemme").

Christoph Schmidt

Hoewel premier Rutte dat nationale karakter nog wat verder aanzet ('Deze verkiezingen gaan over Nederland') proberen politici in Brussel met de moed der wanhoop uit te leggen dat het toch echt Europése verkiezingen zijn, voor een Europees parlement dat worstelt met grote thema's als werkloosheid, Oekraïne, immigratie. En euroscepsis niet te vergeten.

Al die thema's kwamen afgelopen donderdag aan bod tijdens een groot tv-debat tussen vijf 'topkandidaten'. Die hopen namens hun politieke familie voorzitter van de Europese Commissie te worden, aan de hand van de verkiezingsuitslag. Die link tussen kiezer en commissievoorzitter is een uitvloeisel van het Verdrag van Lissabon, dat bij de vorige verkiezingen nog niet van kracht was. De vraag is of deze vernieuwing effect zal hebben.

Die twijfel hing als een dreigende wolkbreuk boven het tv-debat in Brussel, dat op tientallen publieke televisiezenders in Europa rechtstreeks werd uitgezonden (niet in Nederland, wel in Oekraïne).

Politieke familie
Brussel maakt zich op voor een machtsstrijd tussen het Europees Parlement en de lidstaten, verzameld in de Europese Raad. Zo'n ruzie zou het lage vertrouwen van de burger in 'Brussel' nog verder kunnen schaden. Hoewel deze poging tot democratisering juist is bedoeld als eerste aanzet om die kloof te dichten.

Het idee van de topkandidaten is dat de politieke familie met de meeste stemmen - de christen-democraten en de sociaal-democraten gaan in de peilingen nek-aan-nek - de commissievoorzitter mag leveren. Geen handjeklap in achterkamertjes meer, is de gedachte, in de hoop dat EU-burgers zich iets meer zullen terugvinden in dat afstandelijke bestuursapparaat.

Maar dat is buiten de regeringsleiders gerekend. De machtigste van hen, Angela Merkel, had al vroeg haar bedenkingen bij deze vernieuwing en schaarde zich tandenknarsend achter de christen-democratische kandidaat Jean-Claude Juncker.

'Geen zekerheid'
Die wankelmoedigheid geldt ook voor Rutte en 'zijn' Guy Verhofstadt. In de Tweede Kamer liet de premier zich vorige week, niet voor het eerst, schamper uit over de topkandidaten. De VVD-voorman zei dat het 'geen zekerheid' was dat één van hen commissievoorzitter wordt. In de vertrouwde achterkamertjes circuleren namen van andere kandidaten, van wie IMF-baas Christine Lagarde het vaakst over de tong gaat.

null Beeld Trouw
Beeld Trouw

De vraag is wiens haantjesgedrag het gaat winnen als de lidstaten en het parlement het eens moeten worden over de opvolger van de huidige voorzitter Barroso. De drie grootste fracties hebben de hakken in het zand gezet: het moet een van onze kandidaten worden, punt uit.

Tijdens het debat van donderdag bleek die eensgezindheid opnieuw. "Ondenkbaar", noemde Verhofstadt de mogelijkheid dat de regeringsleiders weer hun eigen spelletje gaan spelen. "Dan kunnen we de deuren van dit parlement wel sluiten."

Ook de sociaal-democraat Martin Schulz toonde zich strijdvaardig. "De volgende voorzitter van de Europese Commissie staat op dit podium, en u praat nu met hem."

Opkomstpercentage
De regeringsleiders moeten bij hun voordracht van de kandidaat-commissievoorzitter 'rekening houden' met de verkiezingsuitslag, maar die formulering in het Verdrag van Lissabon is vaag genoeg om alle deuren open te houden.

Cruciaal in de discussie zal het opkomstpercentage zijn. Als dat lager uitvalt dan het diepterecord van 2009 (43 procent) kunnen de lidstaten met enig recht concluderen dat het democratische experiment is mislukt. De magere belangstelling voor de tv-debatten is daar een voorbode van. Laat ons die commissievoorzitter nou maar kiezen, kunnen de regeringsleiders dan zeggen. Op ons hebben wél veel mensen gestemd.

Toch heeft het Europees Parlement het laatste woord. Daar moet een meerderheid instemmen met de nieuwe voorzitter.

Aan Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, de taak om de uiteenlopende belangen van regeringsleiders en parlement tot een oplossing te smeden. Het zal zijn laatste grote kunstje worden voordat hij in november afzwaait.

Het is mogelijk dat geen van de topkandidaten het gaat halen, zei hij gisteren in 'De Zevende Dag', het Vlaamse praatprogramma op zondagmorgen. "De kandidaat moet een meerderheid van 375 stemmen in het parlement hebben en een grote meerderheid binnen de Europese Raad", zei Van Rompuy. "We gaan proberen een clash tussen de raad en het parlement tevermijden."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden