'Europa moet emotie worden'
Partijen die tegen Europa zijn, zoals de PVV en de SP, boeren momenteel goed. Hoe moeten andere partijen hun pro-Europese visie nog aan de man brengen? Door een duidelijk en eerlijk verhaal te vertellen, zeggen vier deskundigen. Dat is lastig in zo'n eurosceptische omgeving, maar het kan wel. En het is nog niet te laat.
Reclameman Frank Pels zou het wel weten. Als hij politicus was en wilde voorkomen dat mensen kiezen voor de anti-Europese lijn van PVV of SP, dan zou hij frontaal in de tegenaanval gaan. "Hou het zo simpel mogelijk", adviseert hij. "Communicatie is: voor een ding kiezen en die boodschap herhalen. Dat wordt gewaardeerd door mensen."
Wilders heeft die reclamewet goed begrepen. Na de islam en integratie zet hij een nieuw thema op de politieke agenda: Europa. In de Tweede Kamer trekt hij er op allerlei 'ludieke' manieren de aandacht mee, hij is (tevergeefs) naar de rechter gestapt, hij praat er niet alleen over in tweets van 140 tekens maar geeft ook ruim toelichting aan journalisten. En het nieuws werkt een behoorlijk handje mee. Ook deze week werd de berichtgeving gedomineerd door Europa en de eurocrisis, met Spanje en de rapportcijfers van de Europese Commissie deze keer in de hoofdrol.
"Het gevecht in de politieke arena wordt gedomineerd door Wilders", constateert de 67-jarige Pels, de reclamemaker die onder meer bekend is van de campagne 'Vijftien miljoen mensen'. "Dat kun je op twee manieren bestrijden. Je kunt zeggen dat Europa wél goed is. Maar je kunt het ook Amerikaanser aanpakken. Zeggen dat elke stem tegen Europa een stem voor armoede is en voor een slechtere toekomst voor onze kinderen. Dat het allemaal ellende wordt als we uit de Europese Unie stappen of de gulden weer invoeren."
Ja, dat zijn angstbeelden, dat weet Pels. "Het is allemaal emotie en daar is niks op tegen. Hou het zo simpel mogelijk en bestrijd de ene emotie met de andere. Feiten moeten vertaald worden in emotie. Zo verkoop je ook een pak wasmiddel. Daar zit spul in dat de was schoonmaakt, en als het wasgoed aan de lijn hangt kijkt de vrouw tevreden naar de schone lakens. Zij is een goede huisvrouw, een goede moeder. Dat is de emotie, daarom koopt zij dat wasmiddel."
Lang is Europa in Nederland geen onderwerp van discussie geweest. De Europese Unie is van 6 naar 27 landen uitgebreid, 17 landen voerden een gemeenschappelijke munt in. Van links tot rechts werd de Europese eenwording gezien als een proces dat vrede en welvaart bracht. Kiezers konden geen kant op, maar dat leek geen probleem: het eurofiele gehalte van de politieke leiders werd in het openbaar maar weinig bekritiseerd. Tot het referendum over de Europese Grondwet in 2005. Toen stemden twee landen tegen, Frankrijk en Nederland, beide grondlegger van de EU. De eurocrisis heeft dat 'nee' tegen Brussel een nieuwe impuls gegeven. De sympathisanten zijn nog steeds in de meerderheid, maar sinds 2009 zijn Nederlanders wel negatiever over Europa gaan denken (zie grafiek op pagina hiernaast), de bezorgdheid is bij lager opgeleiden groter dan bij hoger opgeleiden. Nu Nederland zelf stevig moet bezuinigen, wordt de kritiek harder: er gaan miljarden naar de Grieken terwijl we het zelf al zo moeilijk hebben. PVV en SP zijn in de politiek de belichaming van die stroming - zij het met verschillende accenten - en zij hebben de wind mee. De andere partijen zijn allen meer (D66) of minder (VVD) pro-Europa, maar ze moeten wel opereren in dit eurosceptische klimaat. Is dat een verloren strijd, of kunnen zij kiezers nog overtuigen met hun Europese verhaal. En hoe dan?
"Makkelijk is het niet", zucht Paul Scheffer, hoogleraar Europese studies aan de Universiteit van Tilburg. "Sommige maatregelen, zoals de miljardensteun om Griekenland in de euro te houden, zijn moeilijk uit te leggen." Zijn uitgangspunt is dat mensen vragen hebben over het project, en dat die vragen terecht zijn. De hoogleraar wijst erop dat de twijfel niet alleen te vinden is bij kiezers van PVV en SP. Het wantrouwen loopt 'dwars door alle partijen'. Politici moeten zich dus in de campagne niet zozeer richten op stemmers van PVV en SP, maar in de eerste plaats hun eigen achterban overtuigen van het nut van Europa. Zij kunnen daarbij niet anders, meent Scheffer, dan erkennen dat er fouten zijn gemaakt: bij de introductie van de euro zijn te veel landen betrokken geweest. "Dat had veel zorgvuldiger gekund. Er zijn ook in de opzet van de muntunie grote fouten gemaakt, dat weet iedereen. Zeg dat dan gewoon."
Scheffer: "Er moet een nieuw, overtuigend verhaal komen. Vergeet niet dat een groot deel van de bevolking nooit de tijd vóór de Europese integratie heeft meegemaakt. Partijen moeten veel helderder spreken over het belang van de Unie, maar ook de problemen niet onder stoelen of banken steken. Bij het wegvallen van de binnengrenzen is er meer grensoverschrijdende misdaad, daar moet je eerlijk in zijn. Bedenk dan hoe je bescherming kan blijven bieden. Paradoxaal genoeg kom je dan, om het hier veiliger te maken, eerder uit bij meer Europa dan bij minder Europa."
Scheffer ziet wel overeenkomsten met het debat over integratie, dat hij met zijn essay over de keerzijde van het multiculturele denken begin van deze eeuw een geweldige impuls gaf. Ook die discussie werd aanvankelijk gedreven door idealisme, waarbij de voordelen van migratie wel naar voren werden gebracht, maar de problemen veel minder. Zijn boek 'Het land van aankomst' uit 2007 is juist weer optimistischer van toon. Bij Europa ziet hij eenzelfde trend: eerst vond iedereen het prachtig, nu praat iedereen alleen nog over de nadelen. Scheffer: "Van de weeromstuit zijn veel partijen nu eurosceptisch, ze bekijken het louter financieel. Premier Rutte zegt: Europa levert ons wat op, dus zijn we ervoor. Dat is wel heel mager."
"In mijn meest sombere momenten vrees ik dat CDA, VVD en PvdA met de voorbereiding van de verkiezingen op hetzelfde punt zijn als bij het referendum in 2005. De eerste reactie is er weer een van vermijding, terwijl de verkiezingen ook een geweldige kans zijn om mensen een keuze voor te houden: wat willen we nu met Europa? Het populisme moet in de kern uitgedaagd worden met de vraag: waaraan ontlenen we bescherming? Ik voel wel voor een debat zonder te veel taboes. Kiezers zijn te overtuigen, maar dan moet het verhaal veel meer vorm krijgen."
Vroeger begon en eindigde dat verhaal bij de oorlog. Door de vijanden op het continent te laten samenwerken zou oorlog voorkomen worden. En zo is het gegaan. Tijdens de campagne voor het referendum over de Europese Grondwet zette de toenmalige minister Donner dit zwaarste geschut nog in. Maar dat argument kan de politiek maar beter achterwege laten, vindt Frits Bloemberg, directeur van Het Debatbureau. Het spreekt zijn generatie, hij is 27, niet meer aan.
"Lang was de conventie: het is goed dat er wordt samengewerkt, om gewapende conflicten te voorkomen. Dat werkt niet meer. Jonge mensen zijn opgegroeid met de voordelen van Europa. Vrij reizen, de euro. Daar kun je het nu beter over hebben."
Om de tegenstanders voor zich te winnen, zou Bloemberg hen een wedervraag stellen: "Wat is het alternatief? Is het een reëel scenario om uit de EU te stappen of de gulden weer te gaan gebruiken? Dat kun je met feiten snel weerleggen. We zijn vijf keer zo rijk geworden. Dat zijn cijfers die aankomen."
Wat de discussie in de weg zit, is de onenigheid bij de Europese leiders zelf over de juiste maatregelen om de crisis het hoofd te bieden. "Zij hebben er geen greep op, en er is geen nieuw toekomstperspectief", analyseert Bloemberg. "Als die Europese toppolitici het al oneens zijn, dan is het niet zo vreemd dat de kiezer het ook niet weet. Een krachtige visie is nodig, om vervreemding te voorkomen. Waar wil je naartoe, die vraag moet beantwoord worden om de twijfelaars mee te nemen. Dat was al nodig, maar dat is nu nog urgenter, door de crisis."
Anders dan Scheffer, vindt hij het juist onverstandig als politici eerlijk de nadelen benoemen van het Europese project. "Het gevaar is dat ze in kritiek blijven hangen, en dan verliezen ze hun eigen verhaal. Als kiezers elke keer te horen krijgen wat er mis is, zien ze de voordelen niet meer."
Pro-actieve benadering
Bloemberg heeft er vertrouwen in dat Europa aan de man gebracht kan worden. "Natuurlijk! Dat vereist lef, ook om te zeggen: jongens, hou toch op. Je hoeft niet overal op te reageren. Vertel je eigen verhaal, wees pro-actief in plaats van dat je steeds reageert op anderen, en benoem onzin als onzin. In de huidige context is dat moeilijk. Maar het was ook moeilijk om te beginnen met de Europese eenwording. Dat is toch gedaan, en daar mogen we de grondleggers dankbaar voor zijn."
Dat een fatsoenlijk debat over de pro's en contra's van Europa mogelijk is, heeft Claes de Vreese gezien in zijn geboorteland Denemarken. Hij zit nu voor onderzoek in Kopenhagen, maar De Vreese werkt ook als hoogleraar politieke communicatie aan de Universiteit van Amsterdam. In Denemarken is er fel gedebatteerd over de toetreding tot de EU in 1972, de voor- en nadelen van de euro zijn eveneens diepgaand besproken. Het resultaat: de Denen zitten wel in de EU, maar hebben hun eigen kroon gehouden.
"Het debat zit in Denemarken op een wezenlijk hoger niveau en dat komt vooral door de bijdrage van politici. Zij komen niet weg met simpele teksten en zij willen dat ook niet", zegt de Deense Nederlander. Dat het debat in Nederland zestig jaar is gemeden, daar kan hij eigenlijk niet over uit. "Van zestig jaar nalatigheid krijgt Nederland nu de rekening betaald. De pro-Europese partijen hebben Wilders en Roemer de ruimte gegeven aan de haal te gaan met hun anti-Europa-standpunten."
Net zo typisch Nederlands als het mijden van het Europa-debat, vindt hij de vraag hoe Europa aan de man gebracht kan worden. "Dat is een verkeerde vraag. Probleem is dat er nooit debat is geweest. Je moet niet vragen hoe politici Europa nog kunnen verkopen, maar hoe ze er een goede discussie over kunnen creëren."
Okee, en welk advies heeft hij dan? "Met de economische situatie van nu is het moeilijk in Nederland een discussie te beginnen. Het zal niet makkelijk zijn om in te gaan tegen het electoraat en de voordelen te benadrukken, terwijl er een noodfonds voor de Grieken komt. Maar er is geen andere weg, de partijen moeten over hun koudwatervrees heen. De kosten van het niet-doen zijn hoger dan van het niet-proberen. Je kunt tegen kiezers heel goed zeggen dat dit een bijzondere tijd is, en dat niemand echt weet wat de remedie is. Als er makkelijke oplossingen waren geweest, waren die allang bedacht."
En nog iets: wees niet bang voor conflicten. "Politici moeten accepteren dat er verschillende meningen en alternatieven zijn. Het is haast onmogelijk om met één stem te spreken. Als een partij een standpunt inneemt, zal niet iedereen tevreden zijn. Een deel van de kiezers zoekt misschien zijn heil elders. Maar als je het thema verzwijgt, dan weet je zeker dat de mensen meteen naar de PVV lopen."