Europa is er uit: biologische teelt is nu ook écht biologisch
Na drie jaar bakkeleien is Europa het eens over nieuwe regels voor biologische landbouw. Boer en consument moeten daar baat bij hebben.
Het was op het nippertje, maar het is Malta gelukt: in de laatste uren dat het eiland voorzitter van de Europese Unie was, heeft het deze week in Brussel voor elkaar gekregen dat er een akkoord is bereikt over nieuwe regels voor biologische landbouw. Aan welke voorwaarden een product moet voldoen om ‘biologisch’ te mogen heten, is niet zomaar een afspraak, maar vastgelegd in een verordening van de Europese Unie die voor alle 28 lidstaten geldt. Daarmee is biologisch in België hetzelfde als in Bulgarije en in Nederland hetzelfde als in Polen. De huidige verordening voor biologische landbouw dateert uit 2007 en was aan vernieuwing toe, want de verkoop van biologische producten is sindsdien verviervoudigd. Eurocommissaris Hogan van landbouw vond dat er strengere regels nodig zijn om in de onstuimig groeiende markt de kwaliteit te waarborgen. Na drie jaar van discussiëren, dwarsliggen en doorduwen ligt er nu een compromis.
Wat zijn de belangrijkste nieuwe regels?
Strengere controle
Alle partijen die betrokken zijn bij het produceren, vervoeren, verwerken en verkopen van biologisch voedsel worden voortaan jaarlijks gecontroleerd. Als blijkt dat zij zich aan de voorschriften houden, kan de controlefrequentie omlaag naar een keer per twee of drie jaar. De Europese Commissie had eerst voorgesteld de controle op ‘biologisch’ onder te brengen bij de reguliere voedsel- en warenautoriteiten, maar het Europarlement vond dat geen goed idee. Ook bedong het parlement dat een product niet alleen gecontroleerd wordt als het in de winkel ligt, maar op ieder punt op zijn weg naar de consument. Zo kan de consument zeker weten dat zijn groente of fruit echt biologisch is.
Strengere importregels
Niet alle biologische producten op de Europese markt worden ook in de Europese Unie geproduceerd. Avocado’s komen bijvoorbeeld vaak uit Peru en ananas uit Costa Rica. In die landen gelden niet dezelfde eisen voor biologische producten als in de EU. Tot nu toe gold dat deze geïmporteerde producten toch biologisch mochten heten als de lokale regels ‘vergelijkbaar’ waren met de Europese regels. Voortaan moeten ook geïmporteerde producten voldoen aan de precieze regels van de EU. Dat moet Europese consumenten garanderen dat ook producten van ver echt biologisch geproduceerd zijn. Deze nieuwe regel is een politieke overwinning voor de Europese bioboeren, die vinden dat soepele eisen aan importproducten voor oneerlijke concurrentie zorgt.
Nog geen strengere regels voor pesticiden
In Europa gelden regels voor de hoeveelheid resten van bestrijdingsmiddelen die op een product aanwezig mogen zijn. De grens die daarbij geldt voor ‘reguliere’ producten geldt automatisch ook voor biologische producten. Maar in sommige lidstaten mogen er op een biologische appel minder gifresten zitten dan op een niet-biologische appel. Dat blijft zo. Ieder land mag zijn eigen grens stellen, maar ‘strenge’ landen mogen geen biologische producten uit hun schappen weren die afkomstig zijn uit minder strenge landen maar die wel aan de EU-norm voldoen. Er komt geen totaalverbod op gifresten.
Dit besluit gaat in tegen de wens van veel Europese consumenten, die eerder in een enquête lieten weten dat zij graag onbespoten groente en fruit willen. Maar het uitblijven van een verbod op gifresten is winst voor de boeren. Zij vinden een verbod namelijk onwerkbaar. ‘Biologisch’, zeggen de boeren, is niet hetzelfde als ‘onbespoten’, ook al zijn er bepaalde chemische middelen die de bioboer niet mag gebruiken. Die middelen kunnen via de wind of het grondwater biologische gewassen ‘besmetten’ als de buurman ze wel gebruikt. Bioboeren vonden het oneerlijk als zij hiervoor gestraft zouden worden. Bovendien vermoeden zij dat besmetting vooral plaatsvindt bij het vervoeren en verwerken van producten en niet op het land.
Het vraagstuk van de pesticidenresten zorgde de afgelopen jaren dan ook voor veel hoofdbrekens. De boeren vonden dat de nadruk moest liggen op preventie en niet op straf. Er is een ingewikkelde tussenoplossing gevonden. Boeren moeten verplicht maatregelen nemen ter voorkoming van ‘besmetting’ van hun biologische gewassen. Welke maatregelen precies, is nog onduidelijk.
Verder moet er bij besmetting vastgesteld worden dat er opzet in het spel is, voordat een boer bestraft wordt. Eurocommissaris Hogan laat nu drie jaar lang onderzoeken op welk punt in de biologische keten producten besmet raken. Daarna neemt hij een definitief besluit over gifresten.
Wel in de grond niet in een bak
Een laatste diepgaand discussiepunt raakt de kern van de filosofie achter ‘biologisch’. De Europese Commissie stelde voor om gewassen die niet in de volle grond zijn geteeld toch het predicaat biologisch te geven. Want, was de gedachte: als gewassen die groeien in potten, bakken of containers met bijvoorbeeld steenwol, kokosvezel of kleikorrels milieuvriendelijk worden verbouwd, waarom zou dat dan niet biologisch mogen heten? “Omdat de natuurlijke grond, de levende bodem, het basisprincipe is van de biologische beweging”, zei woordvoerster Miriam van Bree van de Nederlandse koepelorganisatie Bionext daarover eerder in Trouw. “Daar mag je niet aan tornen.” Staatssecretaris Van Dam volgde namens Nederland in de EU dat standpunt. Met succes. Als regel geldt voortaan: een biologisch product in de EU dient in de volle grond te groeien. Dat is een nederlaag voor Denemarken, Zweden en Finland. Zij hadden, met een beroep op hun koude klimaat, een uitzondering gekregen: hun in bakken in kassen geteelde producten mochten toch biologisch heten. Dat blijft voorlopig zo, maar er mogen geen nieuwe bedrijven meer onder deze uitzondering vallen en in 2030 vervalt de Scandinavische derogatie volledig.
Nog evenveel kippen
Als de biologische sector in Nederland ergens groot in is, dan is het in het produceren van kippenvlees en eieren.
Tot schrik van Nederland circuleerde er in de onderhandelingen een tijdlang het voorstel om het maximumaantal kippen per biologische stal omlaag te brengen. Dat zou, stelden analisten vooraf, slecht zijn voor de Nederlandse handelsbelangen.
Het gevaar bestond dat veel kippenboeren in een klap hun biologische status zouden verliezen.
Dat gevaar is afgewend: het aantal legkippen dat een boer per ‘afdeling’ van zijn stal mag huisvesten, blijft drieduizend.
Ook de leefruimte per kip blijft ongewijzigd.
Iedereen blij?
Mwah. De nieuwe regels zijn een typisch compromis. Veel blijft hetzelfde, een paar dingen veranderen.
En nu?
De afgesproken regels gelden voor de periode 2020 tot 2027. “Het is gelukt om een akkoord te bereiken dat de biologische sector verder kan laten groeien en dat het vertrouwen van consumenten in biologische producten zal vergroten”, zei Martin Häusling, de onderhandelaar van het Europarlement, die zelf bioboer is in Duitsland. “Nu zijn er 64 verschillende standaarden voor de import van biologische producten. Met dit akkoord wordt dat er één.”
En eurocommissaris Phil Hogan van Landbouw vond dat met het akkoord ‘belemmeringen’ weggenomen zijn voor de biologische markt. De stichting PuraNatura, die zich sterk maakt voor groenteteelt in kassen, heeft nu geen succes gehad maar is alvast begonnen met een nieuwe lobby. Op Twitter noemde de stichting het akkoord ‘goed nieuws’.
Het akkoord moet nog formeel worden bekrachtigd door het voltallige Europees Parlement.
Als dat (later deze maand) gebeurd is, zal het akkoord op 1 juli 2020 van kracht worden.