Energiereuzen worden juist minder groen
Grote producenten halen met kolenstook de duurzaamheidsscore naar beneden
De Nederlandse energieleveranciers hebben het afgelopen jaar meer stroom uit kolen geproduceerd, omdat deze 'vuile' grondstof erg goedkoop is geworden. Een samenwerkingsverband van groene organisaties beoordeelt de stroomleveranciers daarom als 'minder duurzaam' dan in 2014. Het gemiddelde eindcijfer daalde van 5,7 naar 5,5.
Duurzame Energie Unie, Pure Energie (Raedthuys) en Qurrent zijn de duurzaamste energiebedrijven van Nederland. Zij kregen een 10. Ook Vandebron, HVC Energie, Greenchoice en Kas Energie mogen zich tot de voorlopers rekenen. Zij worden gevolgd door Eneco, dat een 6,2 kreeg en op plaats 8 terechtkwam. Dat bedrijf stond vorig jaar nog op positie 4. De daling komt doordat Eneco meer grijze handelsmix inkoopt.
Consumentenbond, Greenpeace, Hivos, Natuur & Milieu, Wereld Natuur Fonds (WNF) en Wise beoordeelden alle 37 stroomleveranciers op investeringen, productie, levering en inkoop van stroom, en maakten een ranglijst van 'voorlopers' (score 6 en hoger), 'volgers' (4 tot 6) en 'vervuilers' (lager dan 4). Met deze lijst willen de groene clubs bevorderen dat consumenten overstappen naar een duurzamer stroomleveraar.
Dat lukt nog niet echt. Vijf energiereuzen hebben samen een marktaandeel van bijna 80 procent en bepalen daarmee de duurzaamheid van de energievoorziening. Van die vijf is Eneco nog steeds het meest duurzaam. Engie/Electrabel scoort iets beter dan vorig jaar en komt met een 5,9 dicht bij de voorlopers. De andere drie grote bedrijven (Eon, Nuon en Essent) verduurzamen niet, volgens de groene lijst, en zijn in de beoordeling zelfs gezakt. RWE staat nu op de laatste plaats, nog onder Atoomstroom. Tegenover die 'vuile' maar grote achterhoede staat een 'groene' voorhoede van acht bedrijven, die samen een marktaandeel van slechts 21,4 procent hebben.
Energiereuzen nemen de lijst onder vuur
De grote energiebedrijven hadden vorig jaar grote bezwaren tegen de lijst van groene organisaties. Die zou eraan voorbijgaan dat grote producenten met hun kolen- en gascentrales zorgen voor een betrouwbare energievoorziening. Daarmee zijn de groten onvergelijkbaar met de kleintjes die zelf geen stroom produceren.
Verder wordt er volgens hen in de ranglijst ten onrechte negatief geoordeeld over het bijstoken van biomassa in elektriciteitscentrales.
Volgens Geertje van Hooijdonk van Natuur&Milieu zijn de criteria op dat laatste punt iets aangepast. Nu in het Energieakoord is gedefinieerd wat duurzame biomassa is en wat niet, is dit onderscheid ook in de ranking opgenomen. "Maar verder staat dit onderzoek als een huis", aldus Van Hooijdonk.
Van de energiereuzen hebben alleen Delta en Eneco actief aan de groene ranking meegewerkt.
undefined