En ze leefden niet lang en zeker niet gelukkig
Het Kwaad is overal. De piloot van uw vakantievlucht kan een zelfmoordenaar zijn, uw dochters nieuwe vriend een jihadist, de buurman een zware crimineel. Hoe gaan we om met het Kwaad in de wereld en in onszelf? Harriët Salm onderzoekt het in een serie vanuit verschillende oogpunten. Vandaag: hoe rot mogen kinderen zijn in een kinderboek?
Het lijken twee gezworen vriendinnetjes van elf jaar oud: Rifka en Duveke. Maar vanaf de eerste bladzijde van het kinderboek 'Zwarte zwaan' van schrijver Gideon Samson (30) voel je dat er iets geweldig fout zit tussen die twee. De zinnen ademen gevaar, dreiging. Dat komt uiteindelijk tot een dramatische ontknoping, als het aardige meisje Duveke de nare Rifka maar liefst neersteekt met een mes.
De tijden van het sprookjesslot 'en ze leefden nog lang en gelukkig' zijn voorgoed voorbij, stelt de geschokte lezer vast als deze overigens prachtig geschreven kinderthriller uit is. Samson schreef een ongewoon heftig kinderboek - geschikt vanaf elf jaar - over een groot Kwaad: een kind dat een ander kind ombrengt.
Vuistslag
De jonge schrijver - zwarte krullen, heldere oogopslag - neemt plaats in een Amsterdams café. Zijn boeken hebben geen moraal, zegt hij na een stevige espresso. "Ik haat diepere boodschappen. Nou ja, de moraal in Zwarte zwaan is dat je op het eind een vuistslag in je gezicht krijgt. En dan nog eens goed gaat nadenken over wat zich in de bladzijden daarvoor eigenlijk heeft afgespeeld."
Wat speelde zich daar precies af? Een bijzonder vervelend, maar ook slim, ad rem en mooi meisje, Rifka, heerst als een wrede koningin over haar klasgenootjes uit groep 8. Eentje kiest ze uit als haar zogenaamde beste vriendin: de onzekere Duveke. Die voelt zich uitverkoren en is bereid ver te gaan om de vriendschap te behouden.
Rifka gaat ver, heel ver. Als het nieuwe jongetje Mori, met ernstige hartproblemen, in de klas komt, pest ze hem door zijn rugzak in de boom te hangen. Mori overlijdt later en daardoor geïnspireerd bedenkt Rifka dat het heel grappig zou zijn haar eigen begrafenis te bezoeken. Ze zet daarop, met hulp van een zwakjes tegenstribbelende Duveke, haar eigen ontvoering in gang.
Schrijver Samson was 27 jaar oud toen hij dit verhaal bedacht. Hoe kwam hij op het idee? "Bij mij begint een boek meestal met een detail. Bij Zwarte zwaan was het dit: stel je voor dat iemand op zijn eigen begrafenis wil zijn. Dat kan niet. Maar stel je nu eens voor dat je het zo kunt ensceneren dat het wél kan."
Zilveren Griffel
Hij creëerde vervolgens zijn enge personage Rifka met haar slaafje Duveke. "Ik bedacht wat voor iemand Rifka moet zijn. Ze doet alsof ze ontvoerd is, zodat men denkt dat ze dood is. En dat kan ze niet in haar eentje, dus er moet iemand bij, die haar helpt. Dat is Duveke. Zo begin ik en dat breid ik langzaam uit."
Uit: ‘De hele erge Ellie en nare Nellie’
's Middags zijn Ellie en Nellie weer thuis. De deur van hun kamer is op slot. Kwaad zitten ze op hun bed. Wat was het erg op school! Die stomme, stomme kinderen. Ze willen ze te pakken nemen. Wraak, ze willen wraak! (...)
Wacht eens! denkt Nellie. Ze grijnst.
'Luister zus', zegt ze, 'ik heb een idee'.
'Wat voor idee, zus?', vraagt Ellie.
Nellie komt dicht naast haar zitten. 'Moet je horen...', begint ze.
Het boek kreeg een Zilveren Griffel, maar was genomineerd voor de Gouden Griffel. "Ik vermoedde al dat ik, vanwege de donkere inhoud van dit boek, weinig kans maakte. Een Gouden Griffel gaat naar een boek dat toch ongezien door opa's en oma's gekocht kan worden om aan hun kleinkinderen te geven."
Die weerstand tegen dit kwade boek merkte ook een vriend van hem. "Hij ging dat boek kopen. Bij de kassa vroeg die mevrouw van de kinderboekwinkel: weet je het wel zeker? Dat vond ik nogal heftig om te horen."
Maar hij begrijpt het wel. "Ik kan mij goed voorstellen dat er kinderen van 11 zijn die je er niet mee moet lastig vallen. Die huilend in hun bedje liggen als ze dit lezen. En die denken: oei, wat een naar kind is die Rifka."
Maar hij houdt zich tijdens het schrijven niet bezig met wat zijn jonge publiek aankan. "Mijn enige doel is een echt mooi boek te maken, met korte zinnen, zonder moeilijke woorden."
Onderdrukken
Het kwaad zit in iedereen een beetje, is Samsons overtuiging. "We hebben geleerd om het te onderdrukken. Ook ik duw donkere gedachten weg. Kijk, ik ga niet op straat mensen uitschelden of slaan of mijn vriendin mishandelen. Maar er zit in mij wel degelijk dat soort agressie. In een boek kan je het eruit gooien."
Het lucht hem op. "Schrijven voor mij een egoïstische bezigheid. Het is mijn eigen therapie, tegen het kwaad in mezelf."
De jonge schrijver komt geregeld op basis- en middelbare scholen om over dit boek te praten. Hij spreekt dan met de kinderen over het kwaad dat in henzelf huist. Zou je zover kunnen gaan, als je heel erg gepest wordt, kan je dan iemand neersteken? "Sommigen kunnen zich dat wel voorstellen, anderen helemaal niet. Die vinden het absurd."
Opmerkelijk: als hij de klas vraagt: wie zou je voor één dag willen zijn? Dan is het antwoord steevast: de nare Rifka. "Ik zou zelf ook liever Rifka kiezen. Dan ben je een dag de baas van de wereld. Dat is heel aantrekkelijk."
Onacceptabel
De lieve, goede Duveke wil niemand zijn. Ze is te veel een slachtoffer. "Dat vinden kinderen niet aantrekkelijk". Totdat ze Rifka dood steekt. "Daar heb ik echt met goed en fout zitten spelen. Iemand is niet helemaal goed of helemaal kwaad, dat zou een beetje te gemakkelijk zijn. Daarom vond ik het leuk om op het eind de rollen om te draaien."
In al zijn kinderboeken stopt hij veel van zichzelf. "Zeker in Zwarte zwaan is dat het geval. Het gaat over dingen waar ik zelf bang voor ben, vooral de dood. Dat is iets waar ik veel over nadenk, als kind al. Ik heb er zo vaak van wakker gelegen. De dood is een onacceptabel iets voor mij. Nog steeds."
Zijn idee over een bezoek aan je eigen begrafenis is achteraf snel te herleiden. "Het is de gedachte dat je op deze wijze je eigen dood overleeft. Voor wie mij kent is het heel duidelijk waar die gedachte vandaan komt: van mijzelf."
De dienstbare Duveke staat als personage het dichtst bij hemzelf, denkt Samson. Zij wordt soms overvallen door wat hij expres met hoofdletters in het boek Het Gevoel noemt. Een soort alles overspoelende paniekaanval, waar ze geen woorden voor kan vinden. Angst voor het sluimerende Kwaad in haarzelf? Samson is er bekend mee: "Ik had dat als kind ook, het is een ongrijpbaar gevoel, de angst voor het grote duistere niets, voor de dood."
Uitgever
Rifka is niet het pure kwaad, vindt hij. "Nee, puur kwade mensen bestaan niet, daar geloof ik niet in. Het zijn omstandigheden die haar maken tot wat ze is." Inderdaad valt in het boek tussen de regels door te lezen dat Rifka's ouders zich niet veel van haar aantrekken. Ze is eenzaam.
Samson vertelt dat op advies van de uitgever die verklaring over de omstandigheden explicieter in het verhaal zijn geschreven. "Waarom is Rifka zo'n rotkind? Dat was een vraag die bij de uitgever opkwam. Ik vind dat helemaal niet zo interessant, eerlijk gezegd. Dit is het meisje, daar moet je het mee doen. Je zou duizend dingen kunnen bedenken waarom iemand zo doet als ze doet. Ik vond het afleiden van het verhaal dat ik wilde vertellen. Maar, tussen de regels door, heb ik er toch wat ingevoegd."
Onlangs kwam hij een leerkracht tegen die Zwarte zwaan in de klas voorlas. Zij vertelde dat een groepje kinderen naar aanleiding van het boek een kwaad verzinsel van Rifka had gekopieerd. In het boek belt Rifka de Kindertelefoon en houdt degene die begripvol opneemt volkomen voor de gek met een zielig onzinverhaal. Dat vindt ze erg grappig.
Samson: "De kinderen van deze docente, het was meen ik een groep acht, hadden hetzelfde gedaan, de Kindertelefoon gebeld met een onzinverhaal. Eerst schrok ik daarvan, maar dat kattekwaad van die kinderen bleek aanleiding om er met elkaar in de klas over te praten. Waarom doe je zoiets? Is dat grappig? Of niet? Wat zijn de gevolgen? Ik vind het prachtig als een boek op die manier kan werken."
Dit is het achtste deel van de serie Het Kwaad.
Uit: Zwarte zwaan
Bam!
Ik voel iets. En ik weet ook meteen wat het is. Dat moet ik uitleggen.
Dit is de eerste keer na lange tijd dat Het Gevoel weer komt. Ik noem dat zo omdat ik er geen andere naam voor weet. Het Gevoel lijkt wel een beetje op hoe het is vlak voordat je flauwvalt, maar dan zonder flauwvallen.
Het kan elk moment van de dag komen. Soms is er een reden voor, vaak ook komt het uit het niets. Bam! Daar is het dan. Het Gevoel dus. Ik voel me bang, het lijkt alsof ik ga omvallen. Of alsof de wereld gaat omvallen. Er moet heel snel iets gebeuren. Anders gaat alles mis.
Wie is Gideon Samson?
30 jaar, geboren in Den Haag, woont tegenwoordig met zijn vriendin in Amsterdam.
Schreef acht kinderboeken en won vele prijzen. Daaronder Zilveren Griffels voor 'Ziek' (2009) en de kinderthriller 'Zwarte zwaan' (2012). En vorig jaar kreeg hij een Gouden Lijst voor 'Overspoeld'.
Werkt aan een nieuw boek dat in de herfst verschijnt genaamd 'Eilanddagen'. Dat speelt op een Grieks eiland, verklapt hij alvast.
Ellie en Nellie zijn naar én grappig
Ook voor de beginnende lezers (vanaf 7 jaar) is er een serie die gaat over kwade kinderen: Ellie en Nellie. Schrijver Rindert Kromhout vertelt dat een eigen jeugdervaring hem op het idee bracht. "Op de kleuterschool zat bij mij een meisje in de klas, echt een verschrikkelijk kind. Ik moest voorbij haar huis lopen om zelf thuis te komen. Ik was doodsbang voor haar, ik durfde er nauwelijks langs."
Ellie en Nellie zijn het pure kwaad, zegt Kromhout. "Het is een echt lekkere, gemene, nietsontziende tweeling." Zo erg dat ze op een gegeven moment onder politie-escorte naar school gebracht moeten worden, en ze in een kooi in de klas zitten.
Hij wil boeken schrijven die beginnende lezertjes met veel plezier lezen. Er zit geen diepere boodschap achter deze kwade meisjes. Kromhout: "Het is allemaal zo dik aangezet, dat dit het Kwaad met een knipoog is. Kinderen begrijpen dat best, die vinden het grappig."
Volwassenen zien het soms anders, merkt hij. "Ik schreef een klein actieboekje voor de SP: 'Ellie en Nellie willen winnen'. De tweeling vindt daarin een fractieleider aardig en probeert op zijn Ellie-en-Nellie's te helpen. Iedereen die van plan is op een andere partij te stemmen wordt dus uitgeschakeld. Toen kreeg ik een telefoontje van een mevrouw van een SP-afdeling die het had rondgedeeld. Een boze moeder had haar het boekje teruggegeven. Dit is niet goed voor mijn dochter, vond de moeder, want het kwaad wordt niet gestraft. Ellie en Nellie komen ermee weg. Uit een kinderboek moet je iets leren, was haar overtuiging, het moet een moraal hebben. Die gedachte kom je gelukkig nog weinig tegen."
Lang geleden waren kinderboeken een opvoedmiddel, zegt Kromhout. Annie Schmidt en Astrid Lindgren hebben daaraan al in de vorige eeuw een einde gemaakt. Lindgren creëerde Pippi Langkous die ook alles doet wat niet mag. Zij kreeg daar indertijd veel kritiek op. Kromhout: "Een kind dat alleen in een huis woont en een paard optilt en streken uithaalt, stel dat kinderen daaraan een voorbeeld gaan nemen? klonk het. Lindgren is gewoon doorgegaan en won eerst de kinderen voor zich en later de volwassenen. Gelukkig maar."
Hoogleraar: Mensen willen er niet aan dat een kind puur slecht kan zijn
Alle onderwerpen die je je maar kunt bedenken, ook hele kwade, zijn tegenwoordig bespreekbaar in de jeugdliteratuur, ziet de Tilburgse hoogleraar kinderliteratuur Helma van Lierop. "Van pesten tot euthanasie."
Maar in de manier waarop dit gebeurt, zie je dat de kinderen nog steeds heel vaak in bescherming genomen worden. "Mensen willen er eigenlijk niet aan dat een kind puur slecht is en zoeken naar een verklaring in zijn omgeving. En bijna altijd is er een happy end of op zijn minst een open einde."
Tot de jaren zeventig overheerste het romantische kindbeeld in de kinderliteratuur, schetst zij. Een kind wordt goed, puur, onschuldig geboren. Het is een staat om naar terug te verlangen. Kinderboeken moesten kinderen vooral een goed gevoel bezorgen. "Vanaf 1970 overheerst de opvatting dat kinderen leven in een maatschappij en dus ook geconfronteerd moeten worden met de problemen ervan. Dan worden onderwerpen als echtscheiding, drugsverslaving en discriminatie bespreekbaar in kinderboeken."
Een heel enkele keer verschijnen er sindsdien boeken die geen goed einde kennen. Ze noemt de Amerikaanse schrijver Robert Cormier. In zijn werk, zoals het in het Nederlands vertaalde 'Chocoladeoorlog' loopt het met de held slecht af.
Kinderen kunnen best tegen een stootje en dat zie je tegenwoordig terug in kinderboeken. Een rotkind, bijvoorbeeld een echte pester, komt voor. "Maar die blijkt dan meestal toch wel een zwakke plek te hebben, die het gedrag verklaart. Zelfs in 'Zwarte zwaan' van Gideon Samson zijn er omstandigheden die het nare kind slecht maken, al is het tussen de regels door."
Toch is dat boek door het brute einde wel bijzonder. "Zo'n zwart slot is uniek, dat kenden we in de Nederlandse kinderliteratuur nog niet."