En telkens weer nieuwe verhalen over de oorlog

WILLEM PEKELDER

De vele programma's over de herdenking van de oorlog hadden één ding gemeen: het persoonlijke relaas. Of het nu ging om 'Verlies niet de moed' (een familieverhandeling van Hella de Jonge), 'De langste nacht voor de joodse raad' (over de twee raadsvoorzitters Asscher en Cohen) of 'Er reed een trein naar Sobibor' (Jules Schelvis over zijn transport van Westerbork naar Sobibor), telkens kreeg het grote verhaal van de bezetting een gezicht op basis van individuele, aangrijpende geschiedenissen.

Uit het enorme aanbod kies ik twee documentaires voor verdere bespreking. Allereerst 'De razzia van Putten' (NOS). Die Duitse represaille kennen we allemaal, maar ik keek vooral vanwege het tweede deel van de titel: 'De weg naar verzoening'. "Tussen Putten en het Noord-Duitse Ladelund, waar honderden Puttense mannen werden begraven, groeide door de jaren heen een band", meldde mijn tv-gids. Wie wist dat? Intrigerend, verzoening tussen onderdrukker en onderdrukte.

Ook hier weer werden een paar persoonlijke verhalen uitgelicht. Zoals dat van Rikkert van Emous, een boerenzoon van 22 jaar. We zagen zijn neef, ook Rikkert geheten, die met liefde over zijn familielid vertelde. "We bespraken alles samen en deden alles samen. Zijn deportatie was een groot gemis." Langzaam ontrolde zich de historie. Rikkert kwam in kamp Neuengamme terecht in Ladelund, en stierf daar.

De plaatselijke pastoor, Meyer, regelde een waardige begrafenis voor vele Puttenaren, en behoedde hen daarmee voor het anonieme massagraf. We zagen de rij namen in steen gebeiteld voorbijkomen, onder meer die van Rikkert. Na de oorlog nodigde Meyer Puttense weduwen uit de graven te bezoeken: het begin van vriendschap tussen de twee dorpen.

En nu deden inwoners van Putten, onder wie familie van Rikkert, een estafetteloop naar Ladelund. Een onthullende documentaire en een prachtig monument van verzoening. Of zoals de huidige pastoor en ex-Waffen SS'er Harold Richter het verwoordde: "Ik ben schuldig, maar als ik dat beken, is er vergeving. Dat heb ik in Putten ervaren."

Minstens zo ontroerend was 'Ben Ali Libi - goochelaar' (NTR). Heeft deze joodse man, over wie Willem Wilmink zo'n mooi gedicht schreef, werkelijk bestaan, was de fascinerende startvraag. Stukje bij beetje werd het mysterie van de goochelaar onthuld. Joost Prinsen, vertolker van dat gedicht, had in het toneelmuseum een foto gezien van ene Michel Velleman, zei hij, die zich Ben Ali Libi noemde.

In 'Pauw' dook een kleindochter op. Hij had dus echt geleefd. Hij had zelfs opgetreden voor keizer Wilhelm en prins Hendrik. Op zijn visitekaartje prijkte een kroontje: hofgoochelaar. In juni 1943 werd Velleman gedeporteerd naar Westerbork. En daarna naar Sobibor. Jules Schelvis verscheen in beeld. Nu kreeg het verhaal een extra dimensie: de gruwelen van Sobibor en Schelvis' ontsnapping daaraan. Aan het eind van de docu kwamen de lijntjes weer samen bij Velleman. Knap werk. Tot slot een Staatscourant met de datum van overlijden: 2 juli 1943. Direct na aankomst, door vergassing.

Een film die de grote tragedie van de Holocaust verbeeldde aan de hand van de kleine geschiedenis van een goochelaar uit Amsterdam.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden