Eindelijk bij elkaar, maar dan?

Dankzij de pardonregeling kunnen duizenden asielzoekers hun gezinnen nu laten overkomen. Maar de gezinshereniging pakt niet altijd gelukkig uit. Het weerzien in Nederland valt vaak tegen.

Fenneke Sysling

De gelukkigste dag in het leven van Dominic Koroma was 26 april 2007. Op die dag haalde hij zijn vrouw en drie kinderen op van Schiphol na een scheiding van zeven jaar. Nu woont het gezin in een rijtjeshuis in een rustige straat in Nijverdal. Koroma’s jongste kind, zijn dochter Isatu, die hij voor de hereniging nog nooit had gezien, rent er rond en zijn middelste, Mohmed, gaat fietsen met een Nederlands buurjongetje, met wie hij Engels spreekt.

Koroma vluchtte in 1999 vanwege het oorlogsgeweld uit Sierra Leone naar Nederland, maar zijn gezin bleef achter. „De politieke partij SLPP was naar me op zoek. Ik kon niet naar huis om mijn gezin mee te nemen.” Eenmaal in Nederland wist Koroma niet waar zijn gezin verbleef. „Dat was verschrikkelijk. Ik bleef ’s nachts maar denken: misschien waren ze vermoord of was mijn vrouw met iemand anders getrouwd.”

Een vriend vond vorig jaar het gezin in een klein dorpje. Hij belde naar Koroma, nam het gezin mee naar de hoofdstad Freetown en Koroma vroeg gezinshereniging aan. Hij laat de dikke mappen met papieren van zijn eigen asielaanvraag zien. Die procedure duurde vijf jaar. Zijn gezin was binnen een half jaar in Nederland.

Het duurde even voordat Isatu geloofde dat ze een papa had. Zijn oudste kind, Alpha, van 16 jaar, is zo gegroeid dat hij nu broeken en schoenen met zijn vader kan delen. Koroma is zelf niet veranderd in die zeven jaar. Alleen zijn huid is volgens zijn familie wat bleker geworden.

Dominic Koroma is een van de asielzoekers die na het ontvangen van de eigen verblijfsvergunning de naaste familie konden laten overkomen. Dankzij de pardonregeling kunnen meer mensen herenigd worden met gezinsleden uit het land van herkomst. De asielzoekers die alsnog hun gezinnen laten overkomen, moeten wel aan strengere eisen voldoen. Zij moeten een vaste baan hebben met een inkomen van minimaal bijstandsniveau. Reguliere vluchtelingen die binnen drie maanden na het verkrijgen van hun verblijfsvergunning de aanvraag tot gezinshereniging doen, hoeven dat niet.

De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) hielp in 2006 484 asielzoekers met het organiseren van de reis van hun familie naar Nederland. Dit jaar werden er tot en met juli 280 mensen overgevlogen. Volgens het IOM is dat ongeveer driekwart van alle gezinsherenigingen in Nederland. De resterende groep regelt en betaalt de kostbare onderneming zelf.

Praktisch gezien is gezinshereniging alleen al een moeizame opgave. Soms kan de familie niet gevonden worden. In andere gevallen is er geen bewijs dat het echt om familie gaat en moeten er DNA-testen worden afgenomen. Als volgende stap moet de familie het visum weten op te halen bij de Nederlandse ambassade, die regelmatig alleen in een buurland te vinden is. Niet ieder land laat mensen zomaar uitreizen. In het geval van Iran of Eritrea moet een gezin dan over de grens gesmokkeld worden. Als de hereniging lukt, begint voor de gezinnen het genieten van een langverwacht weerzien, maar ook het omgaan met nieuwe moeilijkheden in de huiselijke sfeer.

Als de familieleden in Nederland aankomen, verblijven ze eerst een paar maanden in een asielzoekerscentrum. Dit is een vast onderdeel van hun asielprocedure. Volgens Hanneke Ermstrang, coördinator van Vluchtelingenwerk in asielzoekerscentrum Gilze, is gezinshereniging sinds anderhalf jaar de hoofdactiviteit van de twaalf Nederlandse centra voor oriëntatie en inburgering. De centra zijn gericht op het toekomstige verblijf in Nederland, in tegenstelling tot de veertig terugkeercentra, waar uitgeprocedeerde asielzoekers terechtkomen.

Een van de gezinnen in Gilze bestaat uit moeder Kayinamura Fidela en haar drie kinderen. De vader, Etienne Byaruhanga, rijdt ieder weekend van zijn woonplaats Benschop, waar hij een kleine kamer bewoont, naar Gilze. Byaruhanga vluchtte in 2000 uit Rwanda naar Nederland. Op het moment van zijn vlucht was hij vier jaar getrouwd. Zijn familie bleef achter en zijn derde kind werd pas geboren na de vlucht. Na zijn vertrek bleven de drie kinderen bij een tante wonen.

Byaruhanga kreeg zelf al snel toestemming om te blijven. In 2001 deed hij een aanvraag voor gezinshereniging, maar die werd afgewezen. Byaruhanga: „Ik hield contact met mijn vrouw via de telefoon, elke zaterdag. Anders had ik het niet volgehouden. Ook mijn kinderen had ik soms aan de lijn. Ik moest mijn 10-jarige jongen zeggen dat hij nog steeds een papa had.”

In 2006 werd de aanvraag wel goedgekeurd. Toen had Byaruhanga een baan gevonden waarmee hij aan de inkomenseis voldeed. Sinds 2 mei van dit jaar is de familie weer bij elkaar. Byaruhanga heeft zelf de overtocht bekostigd, van geleend geld. „Nu slaap ik weer lekker”, zegt hij, „en kan ik proberen die jaren weer in te halen.”

In Gilze zitten ze samen aan tafel in een kleine ruimte met vier bedden met bruine dekens. Fidela, een jonge mooie vrouw, praat zacht in het Frans. Ze was verpleegster in Rwanda en zou dat ook in Nederland willen worden. De kinderen hebben hun eerste les Nederlands gehad en gaan naast elkaar op bed zitten om tv te kijken. Als Byaruhanga de deur uitgaat, wil de oudste altijd met hem mee. Hij vertrouwt het nog niet helemaal. Komt papa nu wel terug als hij na een weekend weer weggaat?

„Bij gezinshereniging komen gezinnen voor behoorlijke uitdagingen te staan”, zegt Evert Bloemen, arts bij Pharos, kenniscentrum vluchtelingen en gezondheid. „Het is bijvoorbeeld moeilijk als de verwachtingen tegenvallen. Een man is dan jarenlang met de terugkeer van een vrouw bezig geweest, maar als ze er eenmaal is, ligt ze de hele dag in bed. Of de partner die net uit het moederland komt, denkt dat haar man (of minder vaak: zijn vrouw) hier een mooi leven heeft opgebouwd en dan wacht er alleen een rotappartementje in een armzalige buurt.”

Ook Ermstrang komt in Gilze ’hartverscheurende’ taferelen tegen. „Hier merken we vaak dat mensen niet snappen dat ze niet meteen bij elkaar kunnen wonen. Ze moeten hier eerst de procedure doorlopen. Bovendien heeft het familielid in Nederland vaak slechts een eenpersoonskamer, en kan er niet onmiddellijk een ander huis gevonden worden.”

Ook de schuldvraag speelt een rol, zegt Bloemen. Als iemand door politieke activiteiten in de problemen is geraakt, kan dat beschuldigingen opleveren. Zeker als de vlucht heel plotseling is geweest. Het gebeurt wel eens dat er kinderen zijn omgekomen. Dat is een belemmering voor een gemakkelijke hereniging.

„Mijn vrouw weet precies waarom ik alles heb gedaan”, zegt Byaruhanga, „maar vooral aan de kinderen moet ik het goed uitleggen. Ze vragen waarom ik hen heb achtergelaten. Ik moet uitleggen waarom ik wegging en waarom het niet lukte om hen meteen te laten overkomen. Die schuld moet ik nu inlossen met veel liefde en aandacht.”

Volgens Bloemen kan er door de lange scheiding tussen man en vrouw wantrouwen ontstaan.

Byaruhanga: „Ik zie bij veel families die gescheiden zijn dat de mannen niet kunnen wachten. Die vinden dan een andere vrouw. Ik heb veel geduld gehad. Het geheim is oprechtheid en communicatie. Ik heb er nooit over gedacht een andere vrouw te nemen. Wij zijn christenen, en wij zijn allebei trouw geweest. Een familieband is voor kinderen heel belangrijk.”

Volgens Bloemen zijn er in sommige groepen relatief veel echtscheidingen. „’Dat ligt aan Nederland’, zeggen de partners dan, maar diep daaronder ligt een verwijdering die ze niet hebben kunnen oplossen. Van Somaliërs weet ik dat er relatief veel scheidingen zijn. In andere culturen is scheiden uit den boze, dus dan gebeurt het niet. Gezinnen blijven dan bij elkaar, maar leven langs elkaar heen.”

Ook Ermstrang vraagt zich regelmatig af hoe het zal lopen met herenigde gezinnen. „Ik ken een man die drie vrouwen had en hen allemaal naar Nederland wilde halen. Uiteindelijk heeft hij ervoor gekozen om alleen zijn jongste vrouw te laten komen. Dan denk ik wel: hoe zal dat gaan?”

Dominic Koroma voorziet nog geen problemen. Hij is nog te gelukkig om met het hele gezin bij elkaar te zijn. Etienne Byaruhanga is zich beter bewust van de uitdagingen: „Ik vind communiceren heel belangrijk en ik wil mijn gezin helpen met de taal en hun integratie in Nederland. En ik maak hun ook alvast duidelijk dat het leven hier niet over rozen gaat.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden